Bocholt, Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Clootsmolen, Neermolen, Damburgmolen
- Ligging
- Watermolenweg 1
3950 Bocholt
op de Abeek
kadasterperceel B737
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 51.178322, 5.613466 (Google Streetview)
- Eigenaar
- R. Kwaspen
- Gebouwd
- voor 1296 / 19de eeuw / 1925
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bakstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Metalen onderslagrad
- Inrichting
- Nog aanwezig
- Toestand
- Goed
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
07.06.1995 - Openingstijden
- Op aanvraag (tel. 089 761014, R. Kwaspen)
- Database nummer
- 193
- Ten Bruggencatenummer
- 50193
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Cloots-, Neer- of Damburgmolen is een watergraanmolen op de Aabeek, die al in 1296 bestond. Op 1 juli van dat jaar liet Arnold V, graaf van Loon, aan iedereen weten dat zijn leenman, Gosewijn van Bom, heer van Elsloo, aan Willem,heer van Horn heeft afgestaan eyn deill waters eynre beeck, loupende by den molen geheitten die Nedermolen in der heerlicheit van Boechout.
De hoeveelheid water werd nauwkeurig bepaald so veele ende so breit alls doer eyn vaet ofte duetlick. geheitten eyn biecaer loupen mach.
Willem van Hoorn mocht dit water ontvangen beneden den Nedermolen. De graaf gaf zijn toestemming en wilde deze beslissing nog meer kracht bij, zetten. Waartoe echter het water dienen moest, werd niet vermeld.
Prins Bisschop Lodewijk van Bourbon bekrachtigde en breidde dit privilegie uit op 26 december 1481.
Jacob, heer van Hoorn, had aangevraagd de hoeveelheid water te mogen verdriedubbelen. Om de groote vriendschap en de vele diensten, die hij den Prins Bisschop had bewezen, werd hem dit toegestaan. We vernemen nu ook voor wie het water bestemd was pro se et suis et subditis de Weert voor de Weertenaren, en ook de plaats werd weer nauwkeurig aangegeven de rivulo nostro ante molendinum vulgariter nuncupatum die nedermolen prope Boechout current.
De deken van het St. Lambertuskapittel en ook de stad Luik bevestigden nog hetzelfde jaar deze vergunning.
Ook toen de graaf van Hoorn heer werd van Bocholt, moest hij beloven de Weertenaren in dat privilegie te handhaven.
En nadat hij de heerlijkheid Bocholt had afgestaan aan zijn schoonzoon Everard Van der Marck, haastte zich deze het Weerter voorrecht te bevestigen en goed te keuren.
Uit dit alles mogen we reeds besluiten dat de stad Weert een uitzonderlijk belang hechtte aan deze dienstbaarheid op Bocholter grondgebied.
In 1539 werd de molen vermeld als banmolen van de graaf van Horne, heer van Bocholt. De molen staat aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1845). Het huidig bakstenen gebouw werd opgetrokken in de 19de eeuw.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: Giesenberg Willem, de kinderen, graven in Westerhold (D)
- 1861, rectificatie: Giesenberg von Westerhold graven Otto, Oscar en Wilhelmina
- 1875, verkoop: Jaeken-Luijs Leonard, landbouwer (later molenaar) te Bocholt
- 1914: de weduwe en kinderen
- 1923, verkoop: Gielkens-Schepens Pieter, landbouwer te Weert, later te Bocholt
- 1961: en de kinderen
- 1962, gift: Gielkens-Luijs Jozef, landbouwer te Bocholt
- 2014, eigenaar: Gielkens M.J., Bocholt
- 2015, eigenaar: Michel Steyvers-Gielkens
- 2017, eigenaar: R. Kwaspen
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 29 september 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 0,720 meter goed. De toenmalige eigenaar was graaf Wilhelm Giesenberg von Westerhold.
Het watermolengebouw was in 1920 vervallen geraakt en werd in 1925 herbouwd.
Alhoewel het water van de Abeek thans omgelegd is, is er nog voldoende water aangevoerd om los te draaien. Soms kan zelfs nog gemalen worden met één steenkoppel.
De vroeger rechtgetrokken beek die dus niet meer rechtstreeks naar de molen loopt, zal gelukkig weer op de oude plaats in een opnieuw te graven bedding komen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
De oude kern bestaat uit twee tegenover elkaar gelegen vleugels, het woonhuis en het dienstgebouw, en het molenhuis in een klein gebouw aan de beek. In de huidige toestand zijn het molenhuis en het dienstgebouw aaneengesloten tot één vleugel.
Het huidige woonhuis dateert uit het interbellum. Het molenhuis dateert in zijn huidig uitzicht uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Bakstenen gebouw van twee traveeën en anderhalve bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen).
Metalen molenrad; de molen is van het onderslagtype.
Het molenwerk is nog aanwezig, de molen is beperkt maalvaardig.
Literatuur
Werken
J. Molemans, "Toponymie van Bocholt", Leuven-Brussel, 1975;
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in: Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996.
H. Cuppens & W. Smet, "Limburgse watermolens; Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek", Sint-Niklaas, 1980.
Bocholter windmolens - Bocholter watermolens, Bokarelo, VII, 1990, p. 18-21.
Info Paul Bauduin, Molenbeersel, 01.11.2007.
P. Maes, "De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie", 1952, p. 184.
M. Bussels & Fr. Bijvoet, Bocholt Voorheen. Overdruk uit de Verzamelde Opstellen. Hasselt. Boekdeel XIV. Driemaandelijksche Aflevering, Nr 4, 1938.
Coenen, Limburgsche Oorkonden, nr. 2532.
Flament, Chroniek der Heerlijkheid Weert, in PSHAL, XXIX, p. 211,212.
Mailberichten
Dirk Bosmans, 11.03.2012.