Ronse, Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- IJsmolen
- Ligging
- Kanarieberg 1
9600 Ronse
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.757095, 3.655184 (Google Streetview)
- Eigenaar
- De IJsmolenhoeve, Thomas Verbeke
- Gebouwd
- Voor 1275 / 1459 / 1762 /1831
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bakstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Bovenslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd, asgat is nog zichtbaar
- Toestand
- Gerenoveerd gebouw
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Als bakkersruimte en ontvangstruimte, het erf als kinderboerderij en logies
- Database nummer
- 1881
- Ten Bruggencatenummer
- 51881
- Internet bron
- IJsmolen
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De "IJsmolen" (vroeger "IJsere molen") is gelegen op het kruispunt met IJsmolenstraat en Ruddersveld aan de voet van de Muziekberg, aan het begin van de Molenbeek, die gevoed wordt door drie bronnen.
Archiefvermeldingen:
- kort na ca. 1275: "li molins de nissemolins (of: nijsemolins) (Vieil Rentier, f° 85v°)
- ca. 1295: ihan van der ysmolen (Hoebeke, 1968, p. 154)
- 1364: ten ysmolen (Van Cauwenberghe, p. 265)
- 1407: op de ijsmolin cautre (Van Cauwenberghe, p. 265)
- 1577: up dysmolevelt (CMT BROU)
- 1684: "den dysmoortel (Van Cauwenberghe, p. 97)
Het eerste element is een prehistorische waternaam: "ise", vergelijk de waternaam aanwezig in 1132 "ysca", Overijse, de IJse, een bijrivier van de Dijle.
Uit "li molins de nissemolins" blijkt, dat "issemolins" als omzetting van Mnl. "isemolin" al nederzettingsnaam was geworden. "Ise" was dus de oude naam van de Molenbeek.
De molen wordt vermeld in 1459 in de regesten van St.-Hermes. De molen was in het bezit van het Damenklooster H. Bernardus te Maagdendaele (Pamele-Oudenaarde). Oorspronkelijk was dit klooster gesticht op een eigendom van de barons aan het nabijgelegen Koekamerbos (grondgebied Flobecq en Ellezelles). Door oorlogen en onveiligheid van deze afgelegen plaats kregen de kloosterlingen een weide op de rechter Schelde-oever binnen de stadsmuren, waar in 1235 de bouwwerken van hun nieuw klooster werden aangevangen.
In de penningkohieren van Ronse van 1577 (f° 96 r°) staat volgende tekst: "Pr Hautstrate jonghen den watermolle ten Ysmole met een huysstede gr. 6 dachw. ten 80 p. par."
De "Ysmeulen", gelegen op "Ysmeulen, Stoppeldriesch ende Driesch" met bijbehorende spaarvijver is terug te vinden in het landboek van 1684 met de volgende gegevens: "den Ysmeulen competerende Wwe Hermes Haustraete", oppervlakte 2 bunder, 3 dagwant 66 roeden, geschatte waarde: 9 p. 6 sch. 8 d.
In de 18de eeuw woonde hier Jan Baptiste Delplace en vervolgens de weduwe.
Het was landbouwer Daniël Cauterman van Ronse die deze bezitting verwierf in 1796, vervolgens kwam de molen op naam van zijn zoon Jozef.
Het erf was in 1834 eigendom van de acht kinderen Vandercoilden: Charles, Antoine, Leopold, Eugène, Melanie, Philomène, Prudence en Félix. De hoeve met de molen bleef in handen van deze familie tot 1904. De nieuwe eigenaar was landbouwer Eduard Opsomer, gehuwd met een Velghe; ondertussen waren Sylvain Machtens en Camiel Cnudde hier de mulders.
In 1921-'22 volgde de verkoping aan landbouwer August Spileers-Tonneau te Ronse, Hij liet de watermolen in 1931 uitbreken.
Het erf werd nog enkel als boerderij uitgebaat. In 2009 was de hoeve niet meer bewoond.
Na de verkoop aan Thomas Verbeke (De IJsmolenhoeve), werd het gebouw in 2014 gerenoveerd en ingericht als bakkersruimte en ontvangstcentrum. Het erf is ingericht als kinderboerderij en logiesplaatsen.
Architecturale beschrijving
Het molengebouw is thans ingericht als stal. Gecementeerde gevel van zeven traveeën onder zadeldak (pannen) met op de rechter puntgevel, palend aan het vroegere waterwiel, de jaarankers 1762 en 1831.
Vroeger lagen hier twee voorraadvijvers - ondergelopoen weiden - die respectievelik 14,9 en 17,4 are oppervlakte hadden. Die voorraad water liet de molenaar toe zijn molen tijdens het droog seizoen enkele uren langer te laten draaien. Naast het waterrad stond vroeger een grote wilde kastanjeboom, die een reusachtige kroon had, die het molenwiel 's zomers bestendig in de schaduw hield. Zijn stam had een omtrek van drie meter. Toen de molen uitgebroken werd, had ook deze boom geen reden meer van bestaan. Hij benam daarbij veel licht en schaadde de daken.
De boerderij
Semi-gesloten hoeve met verharde binnenplaats en ijzeren inrijhek.
Ten noorden, onderkelderd woonhuis met twee bouwlagen met naar verluidt in 1934 vernieuwde gevel in kleurrijke simili-bekleding onder vernieuwd zadeldak (pannen). Rechthoekige deur en traveeën en vensters.
Ten westen, aan de straatkant gelegen en gesloten bedrijfsgebouw met gewitte gevel onder pannendak. Op zuidelijke zijpuntgevel twee fraaie muurankers.
Ten oosten, voormalig molenhuis, thans stallen; gecementeerde gevel van zeven traveeën onder zadeldak (pannen) met op de rechter zijpuntgevel, palend aan het vroegere waterwiel, de jaarankers 1762 en 1831.
Ten zuiden, schuin ingeplante deels open schuur van betonplaten afgedekt met golfplaten.Ten noorden van het woonhuis, alleenstaand bakhuis van het tweeledige type onder zadeldakjes (pannen), vermoedelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Gent, Penningkohieren Rnse, 1577, f° 96 r°.
Stadsarchief Ronse, "Landt ende Caertboeck" van Ronse, 1684.
Werken
- L. Van Durme, "De Romaanse namenpracht van Ronse", Annalen. Geschied- en oudheidkundige Kring van Ronse en het Tenement van Inde", LII, 2003, p. 75-115.
- H. Kerkhove, "Waren er ooit meer dan 22 molens in het Ronsische?" Annalen. Geschied- en oudheidkundige Kring van Ronse en het Tenement van Inde", LII, 2003, p. 117-134.
- Gadeyne G., Inventaris van archieven van kerkfabrieken (Oude Regiem), Deel II, Kapittelkerk en parochiekerken van Ronse, Brussel, 1977, p. 270.
- N. Mora & (Br.) Emmanuel-M., "Eigen Schoon. De watermolens van Ronse en wat er mee in verband staat", Ronse, 1946, p. 54-57;
- Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 152-153.
- "De watermolens van Ronse vervulden een grote rol in de plaatselijke nijverheid", in: Het Laatste Nieuws, 19.10.1960.
- R. Vandevijvere, "Watermolens van Ronse", in: Vooruit, 22-23 maart 1969.
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
- H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten 0-R", Opwijk, 2006, p. 56.
Mailberichten
- Tijl Vereenooghe, ETWIE (Mechelen), 15.04.2013.
- Maarten Osstyn, Adegem, 13.08.2014.