Elewijt (Zemst), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- In Rubens Penceel, Watermolen van t Kasteel, Watermolen van Steen, Steenmolen, Molen van Releghem
- Ligging
- Steendreef 64
1982 Elewijt (Zemst)
Eppegemsesteenweg
tegenover het Steen
op de Barebeek of Broekgracht
kadasterperceel E120
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.959576, 4.478948 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- 13de eeuw / 16de eeuw / 1781
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Natuur- en bakstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Onderslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Als woonhuis
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel vastgesteld als bouwkundig erfgoed op 05.10.2009 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 1829
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Tegenover de ingangspoort van het domein van Steen, aan de Steendreef 64 bij de Eppegemse-steenweg, bevindt zich de oude watermolen van het kasteel.
De bekende architect Laurent Benoit Dewez, die samen met zijn echtgenote Maria Francisca Mertens het Steen had aangekocht op 5 november 1777, nam het initiatief om tegenover het Steen een watermolen te bouwen op de Barebeek.
Dit project kreeg veel tegenstand van de steden Brussel en Mechelen en de heer van Perk, omdat zij concurrentie vreesden voor hun molens in de omgeving en omdat de nieuwe molen schadelijk zou zijn voor de afvloeiing van het water. De watermolen zou ook schadelijk kunnen zijn voor de domaniale windmolen van Hever (op het grondgebied van Hofstade ("que le moulin à eau sous Elewijt projetté par l'architecte Dewez, seroit préjudiciable au moulin domanial de Hever").
Toch kreeg hij op 27 november 1779 de toestemming: "Laurent Benoit Dewez, heer van Steen, bouwkundige van prins Karel en gehuwd met Marie-Françoise Mertens, om de permissie by hem bekomen van te moghen oprichten eenen watergraenmolen binnen sijne heerelyckheyt van Steen tegen syne vijvers, van hetwelck het rat sal moeten geplaatst liggen in den gracht ofte vaert die paelt aenden wegh van Elewijt naer Eppeghem, op recognitie van 12 sisteren rogge 's jaers".
Dewez liet de loop van de Bunsbeek afleiden tot voor Het Steen, met de aanleg van de zogenaamde Steenvaart (1779). Nog in 1780 had architect Dewez af te rekenen met verzet vanwege de heer van Grimbergen, die beweerde dat de heerlijheid van Steen (waarvan Dewez de heer was) onder het Land van Grimbergen viel. De watermolen geraakte in 1781 voltooid.
Eenmaal de molen was opgericht, gaf architect Duwez in 1781 de toestemming aan de inwoners van de omliggende dorpen, zoals Houtem, om hun graan mochten in zijn watermolen te laten malen. Dat ontlokte dan echter weer een reactie bij sommige inwoners, waardoor ze een schrijven richtten aan de Financiële Raad in Brussel.
De watermolen bleef in het bezit van de opeenvolgende eigenaars van het Steen. Rond 1830 was dat Charles Marie de Coppens Gent. Na zijn overlijden op 26 november 1874 erfden zijn weduwe en kinderen de molen.
Het molengebouw werd in 1863 vergroot, maar al in 1876 werd het waterrad weggenomen. Het gebouw werd dan ingericht als woonhuis en herberg met als uithangbord 'In Rubens' penceel'. In 1914 was Guillaume De Saeger, hoofd van de Burgerwacht, de uitbater. Hij werd in 1914 door de Duitsers gefusilleerd. De uitbating kwam nu in handen van Jacobus Van Releghem (1878-1948) en Paulina Lauwers (°1880), die 10 kinderen hadden. Twee van hen, Jan Baptiste Van Releghem (1911-1995) en zijn zus Celina (°1920), die ongehuwd bleven, namen het landbouwbedrijf over tot in 1969, toen het gebouw overging naar Jan Pikaerts en Philomena De Craen, die het op hun beurt verlieten in 1983. Op 23 juni 1936 was het gebouw en 19 ha. grond aangekocht door Dr. De Maeyer uit Zemst. Het werd in de akte betiteld als "Pachthof van het Kasteel". In de 20ste eeuw stond het ook bekend als "Pachthof De Saeger" en later als "Pachthof Van Releghem". Thans is het gebouw als woonhuis ingericht.
Onderpastoor Boey uit Elewijt had in 1943 een interview met de toen 88-jarige Livinus Van den Wijngaerd (°Elewijt 03.11.1855), gepensionneerd kantonnnier of wegenopzichter van de provincie Brabant, over de Steenvaart. Ziehier zijn verslag:
"Herinneringen van Livinus Van den Wijngaerd (° Elewijt 3-11-1855) gepens. Kantonier wonend Terv(uurse)st(eenwe)g 5 Elewijt.
Rond 1875, voor dat hij "geloot" had, heeft hij meegewerkt aan het maken van de nieuwe vijvers op het Steen, d.w.z. de groote vijvers die achter het Steen liggen naar Houthem op. De grond die daar van voortkwam heeft gediend om het "vaarteken" gedeeltelijk te dempen en ook om wegen aan te leggen in het Bosch rond het Steen.
Het "vaarteken" of "Steenvaarteken" was een waterleiding, die diende om water uit de Senne te brengen tot aan den watermolen die stond op het huis waar nu (1943) Van Releghem Jaak woont dat vroeger "In 't Rubens penseel" geheeten werd, en dat staat op den draai van de Eppeghemsche baan naar de inrijlaan van het Steen.
Dat "vaarteken" ging van de Senne, aan Portaels, langs de dreef die er nu nog staat met 2 à 3 sluisjes tot aan de Baerbeek, waarover het liep in een "mulle" houten bak, dan liep het verder langs de omheiningsmuur van 't Steen (langs buitenkant) tot aan de grille van de inrijlaan, daar werd het in een gemetste en gewelfde onderaardsche leiding opgenomen om zoo geleid te worden tot aan de waterloop die het rad van den watermolen moest in gang zetten.
Het water door dat vaarteken uit de Senne getrokken diende ook om jaarlijksch de bempden tussenn de Senne en het Steen onder te zetten (vloeibeemden)"
De militaire kaart van 1864 (schaal 1/20.000) toont eveneens de Steenvaart als verbinding tussen de Zenne en de Broekgracht of Barebeek. Afgaande op de schaal van de kaart was dit kanaal ongeveer 600 meter lang. Op de plaats van dit kanaal ligt nu de Steenvaartdreef. Net voor de Steenbrug stonden er schotten om het water op te houden. Deze zijn niet meer aanwezig.
Roger DEBROECK & Jos LAUWERS
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
L-vormige constructie van bak- en zandsteen onder zadeldak (kunstleien): afgeschuinde breukstenen plint. Gerestaureerde rechthoekige vensteromlijstingen met oorspronkelijke posten en negblokken; eveneens herstelde rondboogsdeur met imposten en sleutel. In een zijgevel, een oorspronkelijk deurtje met afgeschuinde stijlen met negblokken. In de linkergevel zit nog de opening van de as van het schoepenrad.
Literatuur
Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1908. Verzet tegen de oprichting, 1778.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer, nrs. 44.966 en 46.788, "Cijnsboeck onder Vilvoorden" (toestemming aan Laurent Benoit Dewez, 1779)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1911. Verzet door de heer van Grimbergen tegen het vroeger toegekend octrooi aan architect Dewez, 1780.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1913. Verzoekschrift door inwoners van het dorp Houtem aangaande de toestemming van architect Dewez om hun graan in zijn watermolen te laten malen, 1781.
Parochiearchief van Elewijt, "Herinneringen van Livinus Van den Wijngaerd (° Elewijt 3-11-1855) gepens. Kantonier wonend Terv(uurse)st(eenwe)g 5 Elewijt", opgesteld door onderpastoor Boey uit Elewijt in 1943.
Werken
Jos Lauwers, "Zeven eeuwen heerlijkheid Perk-Elewijt - Het mooie land van Rubens en Teniers, Uitgegeven door Heemkring David Teniers - Perk, Onder de auspiciën van gemeentebesturen Zemst en Steenokkerzeel, 1997, p. 655.
Jos Lauwers, "Rubens, Van Dijck en Teniers in Brabant", in: Heemkunde in Vlaanderen: huldeboek dr. Jozef Weyns", Winksele, Boek en Vorm, 1992, p. 113b.
"Bouwen in Vlaanderen" (1975).
André Ver Elst, "Nieuw-Zemst bi Leven en Welzijn: een nostalgisch spiegelbeeld van Elewijt, Eppegem, Hofstade, Weerde, Zemst en Zemst-Laar", Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1990.
"Herinneringen 1914-1918: Elewijt, Eppegem, Hofstade, Weerde, Zemst", Zemst, De Semse, 1986.
"Herinneringen aan dorpen in de gemeente Zemst", Ljubljana, Hisstory, 2001.
André Ver Elst, "Kleine encyclopedie van Groot-Zemst", Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1995.
André Ver Elst, "Nieuw-Zemst in oude prenten", Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1980.
André Ver Elst, "Ons Zemst: vroeger en nu", Zaltbommel, Europese Bibliohteek, 1995.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Karel Lemmens, De molens te Zemst en omstreken, De Semse kroniek, X, 1995, nr. 3-4.
Roger Debroeck, Molens in Groot-Zemst, Zemst, Heemkundige Kring De Semse, 2010, 71 p.
Alphonse Wauters, Historie des environs de Bruxelles, Tome deuxième. Bruxelles, Edition Van der Auwera, 1855.
Jules Dewert, "Le moulin du Château de Steen, à Elewyt", Bulletin de la Société royale d'Archéologie de Bruxelles, 1931, n°4 (mai-juin), p. 80-81.
Mededelingen
Aimé Smeyers, Alsemberg