Nederokkerzeel (Kampenhout), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Molen Ter Balk, Balktermolen, Balktemolen
- Ligging
- Waterstraat 53
1910 Nederokkerzeel (Kampenhout)
1,5 km NO v.d. kerk
Balkt
op de Molenbeek
kadasterperceel B331
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.925537, 4.584903 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Charles Mertens de Wilmars
- Gebouwd
- voor 1145 / 17de eeuw / 1912
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bakstenen en natuurstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Onderslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Onderdeel van bewoond kasteel
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel op 05.10.2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Soms op Monumentendagen
- Database nummer
- 1513
- Internet bron
- Molen Ter Balk, Balktermolen, Balktemolen
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Balktemolen is een graanwatermolen met verwijderd bovenslagrad op de Molenbeek in de huidige Waterstraat 53, op 1?5 kilometer ten noordoosten van de kerk van Nederokkerzeel.
De bedding van de Molenbeek, die ontspringt aan de voet van het leemplateau bij Kortenberg en onderweg nog de Heersemmolen te Veltem-Beisem voedt, werd aan het einde van de 17de eeuw opgehoogd tot een echt aquaduct, dat verschillende kleinere beken overspant en nabij Ter Balkt een hoogteverschil van circa twee meter ten opzichte van het maaiveld bereikt.
Deze watermolen was sinds 1145 in het bezit van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen, grootgrondbezitter in de regio vermoedelijk de bouwer van de molen. In april 1230 gaf deze abdij hem voor 20 jaar in huur aan molenaar Hendrik Keizer (Henricus 'dictus Keyser') mits 44 Leuvense stuivers.
De molen werd in 1609 verhuurd door coadjutor Norbertus van Rotthem voor 9 jaar aan Laurijs de Wilde. De huur bedroeg jaarlijks 16 mudden graan (1/3 tarwe en 2/3 koren), voor 12 halsters Leuvens of 96 sisters Brussels. Laurijs de Wilde hurde eveneens vele bunders akkerland voor 2 veertelen rogge per bunder per jaar. Deze Laurijs maakte de schuur en de stallingen. Hij geraakte evenwel in 1616 geruïneerd. Lees hierna hoe dit gebeurde.
In 1616 heeft Laurijs de Wilde "Balckten maelder publieckelijk, en in 't reght vergiffenisse moeten bidden met bloote voeten en een brandende keirsse in de handt over allen de injurien aen B(ernardu)s Geer(aert) Lindermans gedaen te weten dat hij hem presentelijck in sijn aensight geheeten hadde schelm en dief en vervalscher aen sijn handtteecken etc. en is gecondemneert geweest in allen de costen. Desen Laurijs was maelder te Balckt, gelijck hem den molen van H(ee)r Norb(ertus) van Rotthem coadjuctor verhuert was a(nn)o 1609 voor 9 jaeren en hadde den molen in pacht s'jaers voor 16 mudden graens een deel terwe, en 2 deelen koren; dat was voor 12 halsters Lovens, oft voor 96 sisters brussels. item hadde daer bij nogh ettelijcke bunderen winne landt voor 2 veertelen roghs per bunder 's jaers. Desen voorz(eyden) Larurijs heeft gemaeckt de schuer, en stallingen te Balckt. Deze voorgaende costen, als oock die van een seecker questie geresen over eenen heijm onbehoorlijck afgehouden bij den voorn(oemden) Laureijs mitsgaders oock de 166 guldens van amende hebben desen Laurijs geruineert, soo dat hij hem vlugtigh heeft gemaeckt, maer sijnen vader die borgh was heeft in sijnen naem voldaen: dogh heeft er den voorn(omden) Laureys het meest van sijn erfgoet in gelaten" (Bron: Rijksarchief Brabant, film EL 503- Nederokkerzeel).
De molen wordt voor het eerst afgebeeld op een figuratieve 'caert van listers huys' uit 1661, een landschapsbeeld dat zonder grote veranderingen de 18de eeuw overleefde en tot op zekere hoogte nog in de huidige perceelsstructuur afleesbaar is. De Primitieve kadasterkaart opgemaakt in 1829 toont nog wel twee grote, driehoekige vijverpercelen met – afzonderlijk gekadastreerd – hun oevers, maar het water, nog als één grote vijver afgebeeld op de Ferrariskaart (1771-1775), was verdwenen. De 'Balgmolen' vormde een bijna gesloten complex, waar de Molenbeek doorheen stroomde. Het stond in 1831 op naam van de weduwe van Jan Vonck uit Leuven en was omringd door drie tuinpercelen (nrs. 326, 328 en 329), weiland, bosjes en akkers. De voormalige vijvers (nrs. 322 en 324) werden respectievelijk als bouwland en weide geregistreerd. Op geen van de 19de-eeuwse stafkaarten wordt water afgebeeld, evenmin op die van 1909. Pas op de stafkaart van 1931 wordt de huidige vijver weergegeven.
Op 4 april 1686 bekwamen de kloosterlingen de toelating om het water van de beek van Veltem en het water van de Reysembeek naar hun molen te leiden.
Volgens de volkstelling van 1702 was Roelant Jacobs er pachter-molenaar:
Roelant Jacobs, meulder, hauden(de) een 1/2 ploeghe, hebbende drij kinderen, twee peerden, drij koijen, een calff en(de) een verken 12 gl - 17 st (folio 180r°).
De volkstelling van 1747 vermeldt Judocus de Busscher als molenaar:
"Judocus de Beusscher, molder alhier, brenght over sigh selven ende sijne huijsvr(ouw)e. Vijff kinderen respective oudt 24, 17, 15, 11 ende 9 jaeren, eenen knecht. 4 Peerden, een veulen, 6 koije 8 rinderen, 3 peerden, 2 verckens. Een ploegh en halff als maer hebbende 35 bund(eren) 2 daghw(and) 93 r(oeden). De hure van den molen hondert gul(den)s sjaers. Eenen haert ende oven. 63 (gulden) - 6 (stuijvers)"
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Vonck Jan Josephus, de weduwe, te Leuven
- 1841, deling: Vermeulen Jacques Antoine Joseph, de weduwe en cie, rentenierster te Leuven
- 23.06.1861, deling: Broers-Vermeulen Edouard Jacobus Joannes Ghislenus, eigenaar te Mechelen (notaris Slavon)
- 20.06.1875, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Vermeulen)
- 08.11.1879, deling: Broers Franciscus Joannes Maria Ghislenus, bestuurder te Mechelen (notaris Delvaux)
- 25.11.1907, verkoop: Wittman-Bernaert Jules Marie Charles Jean, zonder beroep te Mechelen (notaris Delvaux)
- 1930, erfenis: a) Wittman-Bernaerts Jules Marie Charles Jean, eigenaar te Nederokkerzeel en b) Wittman Jacques Marie Joseph Jean Jules, pater te Heverlee (aangifte van 29.06.1930)
- 2014, eigenaar: Mertens de Wilmars
De watermolen werd in 1909 buiten gebruik genomen, maar het gebouw bestaat nog, weliswaar sterk verbouwd. Het vormt een complex van vier vleugels rondom een binnenplaats waar de Molenbeek onderdoor stroomt. Ingevolge de restauratie van 1912 door de familie Witman, kreeg het gebouw meer het uitzicht van een kasteel. Met gerecupereerd materiaal werden er ook oude jaartallen ingemetseld die geen betrekking hebben op dit gebouw! De jongste restauratie in neo-traditionele stijl dateert van 1968-'69 door de familie Mertens de Wilmars.
De watermolen maakt thans deel uit van het keukengedeelte van het kasteel Ter Balkt. Kenmerken van de vroegere molenfunctie zijn de verhoogd gelegen Molenbeek en de waterval bij de locatie van het thans verdwenen bovenslagrad.
Het kasteel waaronder het gerenoveerd watermolengebouw zijn niet beschermd, maar werden op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
Lieven DENEWET & T.J. GERRITS & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Felixarchief Antwerpen, Correspondentie van archivaris Jos Van den Branden, 1908 (medegedeeld door Hugo Lambrechts-Augustijns)
Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaartboek van de Sint-Michielsabdij, kaarten van Nederokkerzeel (uitgegeven door het Algemeen Rijksarchief in 2003)
Rijksarchief Brabant, film EL 503 - Nederokkerzeel (over molenaar Laurijs de Wilde, 1616)
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Nederokkerzeel 1906 nr. 9.
Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger 212 Nederokkerzeel, art. 325 en art. 882 nrs. 15, 16, 17, 27, 32 en 33.
Werken
T.J. Gerrits, "De kroniek van Ter List onder Nederokkerzeel", in Eigen Schoon en de Brabander, 1971, p. 27-52.
R. Deneef, "Historische tuinen en parken van Vlaanderen - Ten noordoosten van Brussel: Kampenhout, Kraainem, Machelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst", Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed, 2009.
J. Verbesselt, Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw (XI), Brussel, Koninklijk Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, 1972, p. 337-338 en tussen p. 328 en 329.
A. Wauters, "Histoire des environs de Bruxelles, VIII-A (heruitgave van de editie van 1855), Bruxelles, Editions Culture et Civilisation, 1973, p. 267.
Christiane De Maegd & Suzanne Van Aerschot, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N", Gent, 1975, p. 426-427.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992.
Jos Lauwers, "Geschiedenis van Berg, Buken, Kampenhout en Nederokkerzeel", p. 528-534.
Jos Lauwers, "Een wandeling naar Ter Balkt", in: Tijdschrift van de Gidsenbond Midden-Brabant, VI, 1991, zomernummer, p. 35-40.
Jos Buttiens, "De vallei van de Molenbeek", in: Tijdschrift van de Gidsenbond Midden-Brabant, VI, 1991, zomernummer, p. 41-47.
D. Schepens e.a., "De volkstellng van 1703 in oostelijk Vlaams-Brabant", Leuven, Familiekunde Vlaanderen. Regio Leuven, 2014.
Mailberichten
Herman Swinnen, 15.07.2015.