Opoeteren (Maaseik), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Volmolen, Beelenmolen
- Ligging
- Volmolenstraat 11
3680 Opoeteren (Maaseik)
op de Bosbeek
Rozen
kadasterperceel A117
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 51.076759, 5.673705 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- voor 1553 (volmolen) / 1751 (heroprichting) / 1875 (heroprichting als graanmolen)
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Vroeger volmolen
- Gevlucht/Rad
- Metalen onderslagrad
- Inrichting
- Gerenoveerd
- Toestand
- Maalvaardig met nieuw rad en sluis (2019)
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
18.11.1993 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Als Danshuis Volmolen, met Flamencoschool, biobar en -winkel
- Database nummer
- 149
- Ten Bruggencatenummer
- 50149
- Internet bron
- Volmolen, Beelenmolen
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Volmolen (vroeger ook Beelenmolen genoemd) is een korenwatermolen (vroegere volmolen) met metalen onderslagrad op de linkeroever (noordzijde) van de Bosbeek, plaatselijk ook Grote Beek genoemd , een waterloop van 1ste categorie, aan de oostzijde van de Volmolenstraat (nr. 11), nabij het kruispunt met de Bergerstraat.
De molen werd voor 1553 als een volmolen opgericht. Tijs de Volder was in dat jaar volder op de "onderste volmolen" (de huidige Volmolen) en sloot dan een lening af.
In 1751 gebeurde een heroprichting.
We zien hem aangeduid op:
- Ferrariskaart (ca. 1775) met een roodgekleurde rechthoek (dus stenen gebouw) en het symbool van een waterrad.
- Atlas der Buurtwegen (1845)
- Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met het symbool van een waterrrad.
Volgens een beschrijving uit 1807 bezat de volmolen vier volhamers. Rond 1849 werd de volmolen stilgelegd, aangezien hij technisch achterhaald was geworden en economisch niet meer rendabel was.
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 14 juni 1848 de vastgestelde pegelhoogte van 0,550 meter goed.
In 1875 werd op dezelfde plaats een bakstenen graanwatermolen opgericht.
De molen werd eeuwenlang uitgebaat door de molenaarsfamilie Beelen:
- Mathieu Beelen (+Opoeteren 05.06.1747) gehuwd met Marie Dries
- zoon Jan Matthieu Beelen (Opoeteren, 03.05.1691 - 03.07.1750), gehuwd met Maria Alixia Schrijvers
- zoon Jan Mathijs Beelen (Opoeteren, 19.06.1749 - 14.11.1808), gehuwd in Niel-bij-As op 27.07.1795 met Anna Maria Laeijen (°Niel-bij-As 20.12.1766 - + Opoeteren 15.07.1842)
Dochter Maria Elisabeth Beelen (°Opoeteren 19.06.1800 - +Gerdingen 18.10.1869) huwde in Gerdingen op 18.01.1822 met Jacob Cornelissen (°Gerdingen 12.10.1789 - +Gerdingen 08.08.1853). Het echtpaar kreeg 8 kinderen. In 1878 gebeurde een toewijzing aan zoon Jan Mathijs Cornelissen, landbouwer-molenaar (°Gerdingen 21.07.1827 - +Opoeteren 16.01.1900), gehuwd in Gerdingen op 02.02.1859 met Maria Catharina Erens (Opoeteren, 16.12.1836 - 12.08.1904). Dat koppel kreeg 9 kinderen.
De molen werd in 1908 verkocht aan Matheus Jacobus Wilhelmus "Jacob" Indekeu (Neeroeteren, 07.03.1854 - 26.10.1925), brouwer in Neeroeteren, en gehuwd in Bree op 31 augustus 1880 met Maria Helena Ferdinanda Nulens (°Bree 09.08.1859 - + Neeroeteren 24.05.1933). Het echtpaar kreeg niet minder dan 16 kinderen.
De laatste molenaar (en eigenaar sinds 1919) was Leonardus Henricus "Henri" Cuppens (°Neeroeteren 21.07.1885, +Opoeteren, 09.07.1965), gehuwd met Elisabeth Maria Flipkens (°Neeroeteren 18.05.1893 - +Genk 31.03.1984). Hij was een telg van een wijd vertakt molenaarsgeslacht: zijn vader was watermolenaar in Neeroeteren. De twee zonen onder de acht kinderen - Jaak (1917-2002) en Antoine (1925-2002) - stonden aanvankelijk hun vader bij op de molen maar opteerden toch voor andere beroepen.
De landbouwersfamilie Geurts-Jans uit Neeroeteren kocht de molen in 1966 en bouwde twee jaar later een paardenmanège. Gert Meurs kocht het goed in 1993 en werd de uitbater van deze manège.
De watermolen werd op 18 november 1993 (Belgisch Staatsblad, 10.03.1994) beschermd als monument en samen met zijn omgeving als dorpsgezicht. De bescherming als monument omvat het molenhuis, het waterrad, het inwendig roerend werk met toebehoren, het sluiswerk en alle vaste constructies nodig voor het ondersteunen van het waterrad. De bescherming als dorpgezicht omvat de molensite "Volmolen", de watermolen, het molenaarshuis, de Bosbeek en hun onmiddellijke omgeving.
De molensite maakt deel uit van de Vastgesteld landschapsatlas relict 23-6-2014: Voormalige Schootsheide tussen Elen en Neeroeteren en de Bosbeelvallei. De site is gelegen in een biologisch zeer waardevol gebied. Ten zuidwesten van de Volmolenstraat is het dorpsgezich zowel deels gelegen binnen de speciale beschermingszone "BE2200043 - Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik" (habitatrichtlijngebied) als binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk "411 - Middenloop Bosbeek". Het dorpsgezicht overlapt eveneens gedeeltelijk met het visiegebied en de erkende percelen van het erkend natuurreservaat "E-210 - Vallei van de Bosbeek".
De molen werd in 2016, bij een openbare verkoop, verkocht aan het echtpaar Ceyssens-Vandersteegen uit Maaseik. Onderneemster Lene Vandersteegen liet in 2017-2018 (met opening op 29 april 2018) een grondige, maalvaardige restauratie en renovatie uitvoeren.
Voor het ontwerp werd een beroep gedaan op Steven Kessels van Architectuur Depot cvba uit Maasmechelen die in 2016 ook het beheersplan opmaakte. Lokale aannemers en ambachtslui werkten met oude technieken en authentieke, duurzame materialen voor de grondige restauratie en renovatie van het gebouw, het dak, de vloeren en de binnenuitrusting. De molentechnische restauratie werd uitgevoerd door 't Gebinte Molenbouw (Johan De Punt) uit Mere. Dat bedrijf restaureerde het molenrad, het binnenwerk en de sluis. Het metalen onderrad werd gemaakt naar het model van het vroegere, geheel verroest exemplaar,. Het binnenwerk werd weer maalvaardig gemaakt met één steenkoppel.
Het reconversieproject voorzag in een energiebewuste renovatie en een uitbreiding voor dansstudio, keuken en sanitair in houtskeletbouw op een paalfundering. De molen en het nieuwe bijgebouw kregen een herbestemming als "Danshuis Volmolen", met een dansschool (een flamencostudio, maar ook buikdansen, yoga, workshops Fiesta, sevillana's), een biobar (wijn- en tapasbar) en een biokeukenwinkel. Door de coronacrisis moest het Danshuis in maart 2020 - voorjaar 2021 op slot gaan.
Zus Lieve Vandersteegen opende in 2017 in het molenaarshuis aan de overzijde van de Volmolenstraat "Vakantieverblijf B&B Volmolen". Zij richtte er een appartement en studio in voor 2 tot 4 personen. Beide met uitzicht op de ecologische tuin en de oevers van de Bosbeek. De oudste zus, Cat'rina, verzorgt met haar "Armando's Vineyard" voor de gepaste wijnen, zoals natuurlijke cava uit Valencia. Zij verzorgt ook de marketingcommunicatie met haar bedrijf Mercurius DM.
Bouwkundige beschrijving (Agentschaop Onroerend Erfgoed
Het molenaarshuis is een dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen). Bakstenen gebouw met gecementeerde en witgeschilderde lijstgevel. Rechthoekige muuropeningen. Rechts aansluitend een gebouw van twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen); gecementeerd bakstenen gebouw met rechthoekige muuropeningen. Ertegenover het molenhuis, een breedhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (mechanische pannen). Dit was oorspronkelijk een gebouw in vakwerk. Thans witgeschilderd bakstenen gebouw. Getoogde muuropeningen. Lage getoogde poort, thans gedicht en vervangen door twee vensters. Metalen onderslagrad tegen de rechter zijgevel. Bakstenen sluiswerk. Aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de achtergevel.
Voor de grote restauratie van 2017-2018 zag het interieur er uit als volgt. Het molenwerk bestaat uit één maalstoel met één steenkoppel, omgeven door een houten steenkist, een kaar en een meelgoot. De planken vloer van de steenzolder wijst op de aanwezigheid van een tweede steenkoppel. Op het maalgebint zelf zijn ook sporen zichtbaar van een bevestiging van een oude aandrijfas om het tweede steenkoopel aan te drijven. Deze is echter niet meer aanwezig. Het luiwerk is grotendeels gedemonteerd. Verscheidene onderdelen zijn wel terug te vinden inhet molengebouw. Tevens is er een eletirsche motor aanwezig op de plaats van het vroegere tweede steenkoppel. Dit wijst erop dat men gedurende een zekere periode elektrisch gemalen heeft. Deze elektrische motor is echter niet meer aangesloten. Het sluiswerk is geposioneerd tussen bakstenen wanden. De lossluis was van buiten uit te bedienen. De maalsluis is dan weer via een opening in de watergevel van binnenuit te bedienen.
De restauratie gebeurde in drie, aan elkaar gekoppelde fases: 1. de restauratie van het molengebouw, 2. de restauratie en vervollediging van het sluizenwerk, het waterrad en het molenwerk 3. de inrichting van het gebouw.
Aan het buitenrad werd een nieuw sluizenwerk gebouwd. Het sluizenwerk kreeg een onderbouw in waterdicht beton. Dit betonnen kunstwerk vormt dan de basis die aan het stromend water blootgesteld wordt. Hierop werd een hardhouten stoel gemonteerd, met een hardhouten sluiswerk naar analogie met de oude foto’s van het vroegere sluiswerk. Aan het sluizenwerk werd een hardhouten platform geplaatst langs waar het buitenrad toegankelijk blijft voor onderhoud. De principes teruggevonden op de
oude foto's werden hierbij gehanteerd, doch in een uitgepuurde versie.
Er werd een maal- en lossluis gecreëerd, met een vangrooster om drijfhout op te vangen. Om de sluizen te bedienen werden er opnieuw hefbomen voorzien. De ter plaatse teruggevonden spangen konden hiervoor herbruikt worden. Dit is te bedienen van op het hardhouten platform. Van binnenuit is, gezien de nieuwe bestemming van de molen niet mogelijk. Het gat van waaruit de hefboom van de maalsluis bediend werd werd dichtgezet met glas. De opening bleef wel integraal behouden zodat dit principe nog
zichtbaar is en niet verloren ging.
De oevers van de beek langsheen de woelkom werden natuurlijk aangelegd en beplant. De woelkom werd ook verruimd zodat dit een paaiplaats kan worden. Een vistrap is hier niet nodig indien vismigratie in de toekomst mogelijk wordt via de Witbeek die op de Bosbeek wordt aangetakt volgens de plannen van de VMM. Rondom een uitbreiding blijft het natuurlijk karakter van de omgeving behouden. De bomen, de houtwal en de begroeiing blijven zo veel als mogelijk gerespecteerd. Waar ze door de werken werd aangetast
werden ze hersteld in zijn natuurlijke en oorspronkelijke staat. De begroeiing rondom vormt de grens naar het hooiland verderop, aan de overzijde van de beek. De grotere bomen werden echter teruggebracht tot fraai hakhout, om zo het geheel terug te brengen tot de houtkant van weleer. Dit hakhout zal
ook als dusdanig onderhouden moeten worden.
Exterieur
Verwijderen begroeiing:
De gevelbegroeiing tegen het gebouw en op het dak werd integraal verwijderd. Ook de wortels aan de voet van de muren werden voorzichtig uitgegraven en weggenomen. Waar nodig werden de funderingen hersteld. Nadat de begroeiing verwijderd was werden ook de wortels en wortelharen van de muren verwijderd.
Herstel originele bebouwing:
Aan de achterzijde werd het meer recente bijgebouw, daterend uit de late zestiger jaren van de 20ste eeuw, gesloopt. Dit bouwdeel was van een minderwaardige kwaliteit en droeg niets bij tot de originele molen met molenhuis, het deef er zelfs afbreuk aan. De oude achtergevel die opnieuw buiten kwam te staan wordt in zijn ware aard hersteld. De raamopeningen die uitgeven op de beek bleven behouden. Doordat dit bijgebouw tegen het oude gebouw werd aangebouwd, en er niet in verankerd werd, bleef het
metselwerk van de oude achtergevel intact.
Herstel voorgevel:
De oude voorgevel werd hersteld in zijn vroegere, meer industriële oftewel functionele vorm. De kleinere raamopeningen met houten lateien werden verwijderd. De oude poortopening met segmentboog die zich duidelijk in de gevel aftekende werd hersteld. De segmentboog werd gecontroleerd op zijn stabiliteit en waar nodig bijkomend gewapend.
De overige muuropeningen in het gehele gebouw bleven behouden.
In de voorgevel werd de barst nader onderzocht. Het verband werd er hersteld zodat de gevel opnieuw gesloten en stevig is. Bijkomend werd het metselwerk plaatselijk gewapend. De funderingen werden gecontroleerd en waar nodig worden bijkomend micropalen geboord om te funderen op diepte, op meer draagkrachtige grond.
Renovatie van gevels:
De gevels werden ontdaan van hun schildering. Onder de witte schildering werden er geen andere kleuren aangetroffen. Om een globaal en uniform beeld te krijgen werden alle gevels van hun oude schildering ontdaan. Oude loszittende verf- en kalklagen werden dan ook verwijderd. Vervolgens werden de gevels gereinigd via een stoomreiniging. Via deze reiniging onder hoge temperatuur was er dan ook de zekerheid dat kleine organismen en insecten verwijderd werden in het voeg- en metselwerk. Het vuil werd bovendien ineens mee afgespoeld door het neerslaand water. Met deze zachte restauratie werden de stenen niet beschadigd. Aan de achtergevel, ter hoogte van de begroeiing werd met een druk-wervelprocédé
gereinigd, dit volgens de vergroeiing van de klimplaten op de gevels. De gevels waren al lange tijd wit geschilderd. Ook de molenaarswoning is al lange tijd wit. Om de stenen niet onnodig te beschadigen en volledig te ontdoen van zijn schilderlagen werd het geheel na het reinigen opnieuw
gewit. Op deze manier blijft het metselwerk gaaf. Ook de watergevel die vroeger niet geschilderd was, bljift om dezelfde reden wit. Deze gevel volledig reinigen zou de achterliggende bakstenen onnodige schade toebrengen. De lateien boven de ramen van de watergevel werden opnieuw getoogd uitgevoerd. De bestaande houten lateien hebben geen kwaliteit en leveren geen bijdrage. Hier werd teruggegrepen naar de oude raamvorm die we ook aantreffen op de oude foto’s. De getoogde raamvormen kwamen ook in de andere gevels voor en zijn daarom meer origineel te noemen.
Het bestaand voegwerk werd uitgekapt en vervangen door een uniforme kalkmortel. Na de voegwerken werd het geheel opnieuw wit gekaleid in een dampopen gevelverf. Deze werd voorzien van een fijne korrel toeslag en aangebracht met een grove borstel. De antraciet gekleurde plint werd ook
heraangebracht op alle gevels. In het water werd een gecementeerde
waterafstotende plint aangebracht.
Deze werd ook in dezelfde kleur geschilderd met dezelfde techniek. Er werd gekozen voor een dampopen, maar waterafstotend systeem.
Alle gevelankers werden ontroest en herschilderd in een zwarte kleur.
De gevels van de molenaarswoning waren gecementeerd en wit geschilderd. Op de oude foto’s is te zien dat dit een verderzetting is van hetgeen vroeger aangetroffen werd. Rondom de muuropeningen en op de hoeken van het gebouw waren er uitgewerkte risalieten en hoekrisalieten waarneembaar. De grotere vlakken waren gecementeerd en wit geschilderd. Dit kon behouden blijven.
Herbestemming en uitbreiding
Het molengebouw is gelegen in recreatiegebied. Het interieur van het gebouw laat weinig toe. Het geheel blijft immers best gevrijwaard, zodat de molen ook in de toekomst op de voorgrond blijft. Zowel in het
interieur als het exterieur. De eerder kleine ruimte van het gebouw zal steeds één open ruimte blijven, zodat het nooit veel meer wordt dan het omhulsel van de molen. Om toch een passende bestemming te geven aan de molen en de site - in recreatiegebied - kwam er het voorstel om achter de molen een nieuwe zone-eigen uitbreiding op te richten.
De uitbreiding diende een voldoende afstand te houden tot de beek. De ingreep van de uitbreiding op het molenhuis diende ook beperkt te worden. Opzet moest zijn om de fysieke aanhechting in omvang te beperken. Het nulpeil wordt gelijk geplaatst met dat van de toegang tot de molen, waardoor het volledige gebouw drempelloos gebruikt kan worden. Door dit peil aan te houden kwam ook de uitbreiding voldoende hoog boven de beek liggen.
De grotere ruimte werd uit de molen weggetrokken; de kleinere nevenruimtes werden ook buiten de molen gehouden, zodat het molengebouw niet ontsierd werd door technische ballast en andere kleinere
invullingen. Met aangepaste invulling blijft de molen voor iedereen bezoekbaar en krijgt het geheel toch een semi-publieke functie.
De uitbreiding werd duidelijk hedendaags vormgegeven zodat het zich duidelijk onderscheidt van de oude originele bebouwing. Om echter het witte metselwerk gebouw in zijn eer te laten bestaat het bijgebouw vooral uit glas waarbij de verschillende vlakken sober en ontdaan van verdere franje
uitgevoerd werden. Net als in het monument wordt in de nieuwe bebouwing gebruikt gemaakt van eerlijke materialen.
Vanuit de uitbreiding is het molenhuis goed zichtbaar via de grote glasvlakken. Het sluit er zo transparant mogelijk op aan, en dit op voldoende afstand. Ook sluit het met een lager deel aan zodat het niet overweldigd wordt.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844: Beelen Maria, weduwe Cornelissen Jacob, landbouwster te Gerdingen
- 1878, erfenis: Cornelissen-Erens Jan (en compagnie), landbouwer te Opoeteren
- 1908, verkoop: Indekeu-Nulens Jacob, brouwer te Neeroeteren
- 1919, verkoop: Cuppens-Flipkens Leonard, molenaar te Opoeteren
- 1965: de weduwe en kinderen
- 1965, verkoop: Cuppens Jacob Henri, Gertrudis Elisabeth, Maria Catharina, Marie Theodora, Josephina Maria, Helena Mathilda, Antonius Lambertus en Albertina Gertrudis
- 1966, verkoop: Geurts-Jans, landbouwer te Neeroeteren
- 1992, verkoop: Meurs Gert
- 2016, verkoop: Ceyssens-Vandersteegen, Maaseik
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Rijksarchief Hasselt, "Opoeteren, schepenbank", gicht 8bis (afsluiten van een lening door voller Thijs de volder in 1533).
- Rijksarchief Maastricht, "Frans Archief", nr. 2808. "Etat des moulins, tordoirs ou pressoirs situés dans l'arrondissement de Ruremonde", 1807.
- Ferrariskaart, ca. 1775
- Primitief Kadasterplan Opoeteren, 1834.
- Atlas der Buurtwegen, 1845
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen, ca. 1850
- Atlas van de Waterlopen, 1950
- Archief van het Kadaster, Opoeteren, kadastermutaties 1854, 1876, 1892, 1911, 1924, 1938, 1968, 1974, 1975, 1976.
Gedrukte bronnen
- Ch. Meerts, p. 568.
- Ph. Vander Maelen, ... Limbourg, p. 81.
Werken
- Achitectuur Depot cvba, "Beheersplan Volmolen - Opoeteren", Maasmechelen, 2016.
- Cuppens E., 2005.
- Jo Corstjens , E. Cuppens , Ch. Lecocq e.a., "Opoeteren: een dorp aan de Oeter: 100 jaar negotische St.- Dionysiuskerk (1908-2008), Opoeteren, Geschied- en Heemkundige Kring Utersjank, 2009, 566 p. Zie laatste deel van hoofdstuk 1: "Economische bedrijvigheden".
- Denewet Lieven, "Volmolens voor wol en zeemleder in Vlaanderen en Waals-Brabant. Deel 1. Geografische en chronologische inventaris", Molenecho's, jg. 15, 1987, nrs. 2-3, 158 p. (themanummer), p. 93, 155.
- Denewet Lieven, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
- Holemans Herman & Smet Werner, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985, p. 63.
- Van Doorslaer Bart, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996, p. 41.
- Delbroek J. & Hilven M., "Opoeteren door de jaren heen .. waarin afbeeldingen van Opoeteren en Dorne", 1978, p. 50.
- "Op weg naar de watermolens in het Oeterdal", Neeroeteren, V.V.V. Oeterdal, s.d.
- Geschied- en Heemkundig Tijdschrift Utersjank van Opoeteren.
- Cuppens H. & Smet W., "Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek en Itterbeek", Sint-Niklaas, 1980.
- Grauwels J., ... Noorder-Kempen, p. 263.
- Grauvels J., Rpertorium, p. 187.
- Linters Adriaan, Molens in Limburg, p. 10.
- A. Remans, Volmolens, p. 279.
- J. Venken, p. 175.
- A. Theuninck, p. 187, 189.
- H. Holemans, Werkdocument Limburg, p. 24
- Schlusmans Frieda, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19N1, Brussel - Turnhout, 2005.
Persberichten
- Peter Costermans, "Manegehouder wacht al 15 jaar op uitspraak over afbraak", in: Het Belang van Limburg, 11.10.2008.
- Philip Pergens & Raf Vanmechelen, "Storm zorgt vooral voor omgevallen bomen en weggewaaide dakpannen. Beperkte schade in Limburg", Het Nieuwsblad, 29.10.2013.
- Peter De Bruyn, "Maaseik. Volmolen in stukjes", Het Belang van Limburg, 03.02.2016.
- PPN, "Manege De Volmolen wordt openbaar vekocht", Het Nieuwsblad, 04.02.2017.
- Philip Pergens, "Neeroeteren. Beschermde volmolen drooggelegd voor restauratie", Het Belang van Limburg, 29 september 2017.
- BVDH, "Manege Volmolen opent weer de deuren", Het Laatste Nieuws, 15.06.2018.
- "Danshuis Volmolen geopend", invlaanderen.be (29.04.2018).
- "De Volmolen draait weer. Beschermd monument in ere hersteld", Het Belang van Limburg, 18.09.2018.
- Philip Pergens, “Sluis door beverdam moet Bosbeek meer water geven”, Het Belang van Limburg, 09.06.2020.
Mailberichten
- Urbain Radelet, Holsbeek, 15.09.2018.