Malderen (Londerzeel), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Herbodinnemolen, Herbodinnenmolen, Molen ten Broecke
- Ligging
- Herbodin 3-5
1840 Malderen (Londerzeel)
oostzijde
op de Grote Molenbeek
kadasterpercelen D214 (Malderen)
A401 (Londerzeel)
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 51.015411, 4.263150 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- Voor 1321 / voor 1500 / voor 1745
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Koren- en oliemolen
- Kenmerken
- Dubbelmolen
- Gevlucht/Rad
- Onderslagraderen, verwijderd in 1907 en 1955
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Goed (als gebouwen)
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel vastgesteld bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 1487
- Internet bron
- Herbodinnemolen, Herbodinnenmolen, Molen ten Broecke
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Herbodinne(n)molen is een dubbelwatermolen (koren- en oliemolen) met verwijderde onderslagraderen op de Grote Molenbeek, aan de oostzijde van Herbodin (nr. 3-5). Het is een dubbelmolen: het westelijk gebouw (de korenmolen) bevindt zich in Malderen, het oostelijk gebouw (de oliemolen) in Londerzeel.
In het eerste cijnsboek van 1321 is Egidius Van Nursen vermeld als eigenaar van de molen. Deze molen, het "Hof ten Broke" en "'t Hof mitten walle", de windmolen op de Malderheide, 45 bunder akkerland en weiden, een leenhof van 20 manschappen en 30 cynsmannen, wonende bij Marselaer, vormden vroeger één leen, gehouden van het Feodale Leenhof van Brabant. Daarvoor werd het verhef gedaan (= officiële overdracht) door de verschillende Van Nursen, opvolgers van Egidius.
De heide van Malderen werd in 1232 door Hendrik, hertog van Brabant, en door Arnold, heer van Grimbergen, in cijns gegeven aan al de ingezetenen van Malderen, die haar willen bebouwen. Hier begint dus de ontginning van "de Malreheide".
Er wordt nog geen nota gemaakt van een windmolen, maar voor het gewonnen graan aldaar moest er weldra een molen komen. In de 14de eeuw maakt men echter reeds melding van de windmolen. De Heidemolen (een banmolen), twee kastelen, 't Hof ten Broek en 't hof met den Walle, de watermolen van ten Broek, bekend onder de benaming van "Herbodinnemolen"; 45 bunder grond en weiland, een leenhof met 20 leenhuldigingen en 30 cijnsplichtigen, die nabij Marselaar woonden, vormden reeds in de 14de eeuw een leen, dat door de heren van Groenhoven gehouden werd van het leenhof van Brabant. In 1434 deed Bouchard van Munte het verhef.
In de 15e eeuw vormde de Herbodinnemolen een afzonderlijk leen. Hij bestond toen al uit een korenmolen in Malderen en een stampmolen voor olie in Londerzeel. Later kwam hij in het bezit van de heren van Marselaer, o.a. van de Frambach.Het testament van Jan van Marselaer, heer van Opdorp, en Joanna's Jongen, zijn gemalin, gedagtekend 17 maart 1475, behelst een bepaling waarbij zij aan hun zoon Gillis twee molens, de Heidemolen en de Herbodinnemolen, schonken. Er is een aangifte op 14 oktober 1536 van Jan Oemens, in naam van Adolf Herdinck, raadsheer van keizer Karel V, zijn ontvanger voor Zeeland enz. voor het leen genaamd " 't hof ten Broecke, met zijn dependentiën en zijn achterleenen, alles in Malderen gelegen, "item de voorseyde wijlen Adolf heeft nog te leene gehouden van de keyserlijcken nu eenen wintmolen, staende in de prochie van Malre, opte Malre heye, welcken moelen jaarlijckx gelt de pachte XIX sacken Rockx mechels". In het Algemeen denombrement van Brabant, meyer van Merchtem: "Hier is eenen watermolen (Herbodinnemolen) ende eenen wintmolen (Heidemolen) die t' saemen in huere t' sjaers renderen ter somme van ....275 (Brabants)."
Tijdens de geuzentijd (rond 1578) werd de molen verwoest. Rond 1600 werd de ruïne door Le Cocq van Groenhove verkocht aan Willem Verhagen en diens vrouw Odilla Geerts, die de molen heropbouwden. Daarna werd hij achtereenvolgens eigendom van: - Louis Bastaert, getrouwd met een dochter van Verhagen, - Guilliam Bastaert de oude en zijn vrouw Elisabeth Verheyden (door erfenis vanaf ca 1650 tot 1690), - Guilliam Bastaert de jonge (tot 1693). Bij de dood van zijn vader in 1690 zat Guilliam junior al zwaar in de financiële problemen. Waarschijnlijk had dat met de oorlogsomstandigheden te maken. We weten dat Niclaes van Buggenhout, molenaar op de Koevoetmolen, voor het jaar 1690 vrijstelling van pacht verkreeg omdat hij erg te lijden had gehad van foeragerende soldaten. Als eigenaars hadden de Bastaerts het verlies zelf moeten dragen. Moeder Elisabeth Verheyden stierf in 1692 en in 1693 werd de molen te koop gezet. Pas in vond hij er een koper voor in de persoon van Martin Frambach, die kort voordien al het Hof van Marselaer (zonder de Koevoetmolen) had gekocht. Guilliam Bastaert huurde als molenaar de molen nog tot 1698 en toen werd hij wegens onbetaalde huur door Frambach opgezegd 11. Enkele jaren lang heeft Guilliam zich voor zijn shuldeisers verborgen kunnen houdcen. Later is hij als tavernier (herbergier) naar Malderen teruggekeerd. - Martin Frambach, Mechelse wijnhandelaar, had Hof van Marselaer gekocht (vanaf 1695), - Maria Frambach, getrouwd met Guilliam Willems (door erfenis), - Catharina Willems, getrouwd met Mathias Mom (door erfenis), - Maria Petronilla Mom, getrouwd met Philip Reynaerts (tot 1775).
In 1775 kocht Balthazar Joos heel het Herbodinnecomplex met zijn aanhorigheden op Londerzeel gelegen. Kort tevoren was de korenmolen herbouwd. Het molenhuis, later verbouwd, dateert vermoedelijk ook uit deze periode. Let vooral op de bouwstijl en de ankers. De stampmolen dateert van vroeger.
We zien de molen aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748) met de benaming: "Moulin de Herverdinen"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met de benaming "Moulin Herrebodinnen"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1841) als "Herbodinnen"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Herborden Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) als "Herbodiner M(oul)in à Eau en "Herbordinnen Molen"
In de Gazette van Gend van 24 november 1823 verscheen de volgende advertentie: "Door sterf-geval bied men uyt'er hand te koopen den wyd- en oud-vermaerden Herbodinnen-molen, hebbende zeer schoon spacieus Huys, Graen-, Olie-, Water-molens, Boekwey- en Olie-peirde molen, met alle hunne staende en draeyende werken, en wanof ider olie-molen noch een paer steenen heeft tot het breken van het lynzaed, olie-vallen, schoone vyvers, hof, boomgaerd, schuere, stallingen en Wey-land (...), te saemen groot 2 bunderen 73 roeden 85 ellen, gelegen op en aen eene groote en goede beke, onder de gemeenten Malderen en Londerzele, ar. Brussel. Zig aenbieden tot bezichtigen der goederen aen d'heer P.C. Joos, het gemeld huys bewoonende, en voor de conditien van verkoopinge by d'heer de Bock, agent van affairens te Opdorp, kanton Dendermonde".
Blijkens deze advertentie, was er in 1823 ook een boekweit- en olierosmolen aanwezig.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Slachmuylders Henri, de weduwe
- 27.10.1859, deling: Slachmuylders-Slachmuylders Joseph, de weduwe, molenarin te Malderen (notaris Bocklandt)
- 12.12.1870, gift: Slachmuylders-Mistiaen Charles Joseph Désiré, moelnaar te Malderen (nnotaris Kips-
- 04.04.1888, erfenis: en de kinderen (overlijden van voruw Mestiaen)
Rond 1900 was hij in het bezit van de familie Slachmuylders, die toen aanzien genoot in Malderen en omgeving. Eén van hun zonen werd gezant in China. Een zeer gekende molenaarsfamilie op deze molen waren de Van Hoeijmissen.
De oliemolen (watermolengebouw op A401, te Londerzeel) werd in 1907 ontmandeld en omgevormd in een pakhuis. In 1955 werd ook de graanmolen (op de oever te Malderen) ontmanteld en het waterrad werd op last van de provincie weggenomen. De kracht van het water haalde mettertijd de schuiven weg en de steunmuren brokkelden af en vielen in de beek. Men ziet ze vandaag nog liggen. De bedding is er een halve meter door verhoogd. Alleen de ronde cirkel op de gevel op de korenmolen geeft nog aan dat hier ooit lang een rad draaide.
De watertoevoer onderging in de loop der tijden belangrijke wijzigingen. Wat eens een getijdenmolen was, werd later een onderstromer met een grote capaciteit. De Molenbeek werd ingedamd en de oude spaarvijver, gelegen tussen de dam, de toegangsweg naar de molen en de Herbodin, thans beplant met populieren, is nu dichtgeslibd.
Alfons MOEYERSONS & Lieven DENEWET
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1841)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Gedrukte bronnen
- "Gazette van Gend", nr. 1246 van 24.11.1823 (verkoopsadvertentie)
Werken
- "Een watermolendossier: de Koevoetmolen te Londerzeel", in: Molenecho's, XV, 1987, nr. 1, p.5-16;
- Alfons Moeyersons, "De Molens van Londerzeel", in: Tijdschrift van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Londerzeel, 2004, nr. 1, p. 3-18.
Marcel Slachmuylders, "De Koevoetmolen (1390-1920)", Tijdschrift van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Londerzeel, 1991, 4, p. 3 e.v.
- Frans Vranckaert, "Voor water werden vroeger vele en lange processen gevoerd", Tijdschrift van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Londerzeel, 1996, 1, p. 42 e.v.; 2, p. 94 e.v.; 4, p. 199 e.v.; 1997, 2, p. 83; 3, p. 110.
- Sabine Okkerse bvba, "Watermolen 'Koevoet' te Londerzeel", Tijdschrift van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Londerzeel, 2009, 1, p. 40.
- M. Sacré, "Toponymie van Londerzeel met historische aanteekeningen", in: Eigen Schoon en de Brabander, XVI, 1933, p. 55-62, 113-121, 250-256 en 335-342;
- M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
- Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993;
- Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
- M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Mailberichten
- John Verpaalen, Roosendaal, 02.05.2016.