Vliermaal (Kortessem), Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Croesmolen
- Ligging
- Oude-Hoevestraat 29
3724 Vliermaal (Kortessem)
op de Mombeek
kadasterperceel D19
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 50.845055, 5.419397 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- Voor 1380
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Gebouw in vakwerk
- Gevlucht/Rad
- Houten onderslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Als gebouw
- Bescherming
- M: monument,
14.11.2002 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 1471
- Ten Bruggencatenummer
- 51471
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Te Vliermaal, aan de doodlopende Oude Hoevestraat, vlakbij de meanderende Mombeek, liggen enkele gebouwen in vakwerk en steen. In de streek staan zij bekend onder de naam "Croesmolen". Hoog in de witgeverfde voorgevel van het eerste gebouw aan de rechterkant verwijst een arduinen gevelsteen met een gekroond en van een staf met een vaantje voorzien ruitvormig blazoen, jaartal 1688 en de initialen "C.D.M.", naar een der voormalige beziters van het complex, de abdij van Herkenrode te Kuringen. In de rechtopstaande steunblok tegen de muur van het laatste gebouw aan de linkerkant herkent men het fragment van een molensteen. In de muur palend aan de beekzijde is nog het asgat van de molenboom of wateras te zien: dat gat is omzoomd door natuursteen.
Tijdens de Franse Revolutie en het daaropvolgend Bewind werden in onze gewesten verscheidene bezittingen van kerkelijke instellingen als zogenaamd "zwart goed" aangeslagen en verkocht. Ook de abdij van Herkenrode ontsnapte daarnaan niet. Zo viel uit de Registres des Ventes des Domaines Nationaux van het departement van Nedermaas, in het Rijksarchief te Maastricht, volgende verkoop te noteren: Hoeve van Vliermaal, bevattend alle gebouwen, de molen geheten Croesmolen, tuin en boomgaard. 1ha 66a 74ca. met 10 ha 44ca land en weide, verpacht aan Mathieu Hechtermans, mits 400 Luikse gulden jaarlijkse pacht verkocht aan Paul Bonhomme van Maastricht, aan de prijs van 10.500 frank. Register 18, affiche 35, art. 21, 13 PLuviose jaar VI." (1 februari 1798).
Uit deze affiche blijkt dat de molen op het einde van de 18de eeuw Croesmolen heet. Omtrent de verklaring van deze naam zijn er twee hypothesen. Een eerste ligt in associatie met de familienaam Croughs, een naam die te Vliermaal veelvuldig voorkwam en tegenwoordig nog voorkomt. Ook in rekeningen uit een Memorieboek van de familie de Copis, bewoners van het kasteel te Gorsleeuw en eigenaars van deze molen, worden de schrijfwijzen "Crougsmolen" en "Croughsmolen" aangetroffen. De oudste bevolkingsregisters van de gemeente Vliermaal spreken in 1829, onder Hollands bewind, van "Crougsmolen". De gemeentesecretaris schrijft tussen 1847 en 1856 "Kroughsmolen". Nochtans hebben we tot op heden nog een persoon Crougs als eigenaar of als pachter van deze molen aangetroffen.
De tweede hypothese voor de benaming Croesmolen ligt in het oude Vlaamse woord "croos" in de betekenis van aanwas, vermeerdering, bepaaldelijk intrest, rente. Vandaar Croesmolen in de betekenis van opbrengstmolen, een door de abdij van Herkenrode verworven molen die door verhuring en pacht een zeker inkomen verschafte.
Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van rond 1775 wordt de molen als "Moulin de Vliermael" aangegeven.
Door de Bestendige Deputatie van Limburg wordt, naar aanleiding van een omzendbrief door gouverneur baron de Schiervel aan de gemeentebesturen gericht, een staat opgemaakt met alle bestaande watermolens in de provincie. De molen van Vliermaal wordt er in 1850 als "Croesmolen" op vermeld. De vastgestelde pegelhoogte bedroeg 0,850 meter. De molen is steeds geïntegreerd gebleven in een hoevecomplex.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: de Copis baron Constantinus, te Gors-Opleeuw (hij bezat tevens de Slagmolen van Vliermaal en de watermolen van Gors-Opleeuw)
- 1858, deling: de Copis barones Louisa, echtgenote d'Oultremont de Duras graaf Adrien, rentenier te Maillard (Liège)
- 1869, registratie: d'Oultremont de Duras graaf Adrien, de weduwe, rentenierster te Maillard (later te Brussel)
- 1880, verkoop: de Blancart baron Charles, rentenier te Horion-Hozémont
De laatste molenaar was Lambert Rubens. Aanvankelijk gedomicilieerd in de Boschelstraat, bewoont de familie Rubens-Copis vanaf 1857 de molengebouwen gelegen in het Molenbroek nr. 8 Vliermaal. Deze plaats wordt reeds in 1392 geciteerd als "Molenbroeke" en "Molenbroick". Bij het overlijden van haar echtgenoot in 1863, zet Marie Josephine Copis de uitbating van deze molen verder. Zij overlijdt op 25 december 1873. Met haar verdween de laatste molenaar(ster) op Croesmolen, die al in 1881 onttakeld werd. Het molengebouw bestaat echter nog en in de watergevel bemerken we het met zandsteen omzoomde asgat.
Op 14 november 2002 werd het hoevecomplex met het molengebouw beschermd als monument.
D. Bogaerts, E. Valgaerts & L. Denewet
Literatuur
D. Bogaerts & E. Valgaerts, "Kortessem, een rijk molenverleden", Kortessem, 1990, p. 137-144;
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
J. Mertens, “De veiling van de refugehuizen, de hoeven en de molens van Herkenrodeâ€, in M. Van der Eycken, Herkenrode, ‘abdij en levend monument’ (Deurne, 2002) p. 140;
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985.