Oordegem (Lede), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Naam
- Watermolen
- Ligging
Grote Steenweg 2
9340 Oordegem (Lede)
(tussen de Fauconniersmolen en de grens met Westrem)
kadasterperceel E260
op de Molenbeek
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Geo positie
- 50.967640, 3.879682 (Google Streetview)
- Eigenaar
- De Rop Germain
- Gebouwd
- Voor 1435
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Dwars t.o.v. de waterloop
- Gevlucht/Rad
- Metalen bovenslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Matig; voorgevel gerenoveerd; watergevel nog oorspronkelijk
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel in vastgestelde inventaris onroerend erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag (tel. 09 369 95 05, Germain De Rop)
- Database nummer
- 1441
- Ten Bruggencatenummer
- 03414
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De oudste vermelding van deze molen dateert uit 1435 toen hij deel uitmaakte van de heerlijkheid van Landegem te Oordegem. Meer dan eens, onder andere in 1530, hadden er tussen de dorpsheren (bezitters van de heerlijkheid Oordegem, Smetlede en Ottergem) en de heren van Landergem betwistingen plaats. Waren de dorpsheren meester van de wind te Oordegem, met andere woorden, waren zij eigenaar van de windmolen; de heren van Landegem waren eigenaar van de watermolen. Hier maalde men niet alleen het graan van de ingezetenen van de heerlijkheid van Landegem maar hier konden tevens - volgens een vonnis van de Raad van Vlaanderen - de ingezetenen van Oordegem, Smetlede en Ottergem hun graan laten malen.
Tot 1836 was de molen eigendom van de familie Maelcamp de Landeghem, die tevens eigenaar was van het hof te Landegem, de vroegere zetel van de heerlijkheid van Landegem. Rond 1830 was Pierre Fauconnier pachter van deze watermolen. Na zijn overlijden in 1831 ging de pacht over op zijn weduwe, Maria Amalia De Boever, die de nog bestaande windmolen Fauconniersmolen te Oordegem liet bouwen (zie aldaar). Hierna werd de molen, eigendom van de familie Maelcamp de Landeghem, verkocht aan Jan-Baptist Blondeel, die op 11 mei 1844 aan de gemeente Oordegem machtiging vroeg om naast de molen een huis te mogen bouwen, wat hem werd toegestaan.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Maelcamp de Landeghem, de weduwe te Gent
- 1836, verkoop: Blondeel-Meuleman Jan-Baptist
- 28.02.1848, deling: Matthijs-Blondeel Serafien, brouwer te Lede (notaris Limpens)
- 26.02.1877, deling: De Smet-Matthijs Armand, de weduwe, zonder beroep te Lede (notaris De Windt)
- 03.05.1912, deling: a) De Smet Jules, onderpastoor te Leupegem, b) Jooris Jozef, zonder beroep te Sint-Gillis en c) Jooris Marguérite, religieuse te Mechelen (notaris Maertens)
- 28.06.1920, verkoop: De Deurwaerdere Constant, landbouwer te Oordegem (notaris Walravens)
- 21.12.1928, gift: a) De Deurwaerder Zulma, b) De Deurwaerder Marie en c) De Deurwaerder Jules (notaris Meert)
- 25.10.1933, deling: a) De Deurwaerder-Van der Stuyft Augustin Jules, molenaar te Oordegem en b) De Deurwaerder Zulma, zonder beroep te Oordegem (notaris Van der Mijnsbrugghe)
- 2014: De Rop Germain, eigenaar
In 1897 werd een stoommachine geplaatst, maar er werd ook nog met waterkracht gemalen. De stoomkracht werd in 1903 verhoogd. Rond 1935 kwam er een dieselmotor en in 1948 werd een cilindermaalderij uitgebouwd. De laatste molenaar was Jules De Deurwaerder-Van Der Stuyft. In 1943 vonden er verbouwingen plaats en werd de molen in het kadaster omschreven als een "graanmaalderij met watermolen en motor".
In het begin van de jaren 1960 verdween het metalen bovenslagrad en werd enkel nog op motorkracht gemalen. Kort daarna was er een olielek in de molen rond de motor, waardoor een brand ontstond. Binnen zijn de brandplekken daarvan nog steeds aanwezig, Daarop werd het malen stilgelegd en werd al het binnenwerk rond 1962 uitgebroken. In de jaren 1970 werden alle vloerbalken vervangen en werd een garage ingericht in de molen. Het bakstenen gebouw werd gecementeerd en heeft een afgewolfd zadeldak, bedekt met cementpannen.
De stuw is nog aanwezig en veroorzaakt een verval van 1,2 meter. Er is geen bypass aanwezig. Op de rechteroever is er bebouwing; op de linkeroever weiland. De straatgevel kreeg een nieuwe buitenste baksteenlaag; de watergevel is nog oorspronkelijk. Het gebouw wordt nu als stapelplaats gebruikt.
Lieven DENEWET,, Herman HOLEMANS & Maarten OSSTYN
Aanvullende informatie
Gazette van Gend, 17 december 1787
Oordegem - Korenwatermolen te huur
Op 20 december 1787 wordt in het “Barrier-Huys” te Oordegem, bewoond door sieur van der Stuyft, publiek aan de meestbiedende verpacht: een wel beklante korenwatermolen te Oordegem, gelegen “dicht aen desselfs barrière”. Te betrekken vanaf kerstdag a.s. Ook worden tegelijk mee verpacht: acht bunderen land en meers.
------------------------
Richard De Gendt, "Oordegem nederzetting, heerlijkheid, gemeente", 1987, p. 244-246.
De watermolen
De watermolen, een bovenslagmolen met volledig ijzeren rad, was gelegen aan de hoek van het Meutestraatje en de Molenbeek. Het Meulestraatje kwam van de richting Wijde Wereld en ging over de beek verder naar Westrem en heette verder Ezelstraat.
a. Ligging
Volgens het kadaster op Schootlochting, Sie E, nr. 250, 15m boven de zeespiegel, nabij de Grote Steenweg.
b. Geschiedenis
Het is niet geweten wanneer hij werd opgericht. In 1541 behoorde hij en werd uitgebaat door het hof te Landegem. De heer van Landegem had er zijn rechten op.
Het moet in die tijd een hele onderneming geweest zijn om van aan het hof te Landegem een nieuwe beek te graven om op een hoger niveau het nodige verval te bekomen. Deze nieuwe beek is zeker meer dan 500 m lang en moest uitgegraven worden met de spade. De uitgedolven aarde diende als dijk langs weerszijden van de beek.
De oude beek, onderbeek genaamd, diende om het overtollige water weg te voeren. Voorbij de watermolen kwamen beide beken weer samen.
c. Molenaars
De eigendom ging in principe mee met de eigenaar van het hof te La ndegem en waarschijnlijk waren de pachters van het hof ook pachters van de molen. Dit zeker tot de familie Maelcamp de Landegem.
- Voor 1832: in pacht aan Pieter Fauconnier-De Boever.
- In 1832: in pacht aan de wed. P. Fauconnier-De Boever.
- In 1844: eigendom van Jan-Baptist Blondeel die op 11 mei 1844 machtiging vraagt aan de gemeente Oordegem om er naast een huis te mogen bouwen, machtiging die hem wordt toegestaan.
- In 1848: geërfd door Serafien Matthijs, brouwer te Lede, in een verdeling.
- In 1877: eigendom van Armand De Smet van Lede, door verdeling.
- In 1879: is de eigenaar V.J. Matthijs. Hij doet aanvraag aan de gemeente om peilen te mogen plaatsen.
- In 1896: is Amandus Van De Velde mulder en eigenaar. Hij doet aanvraag om een stoomketel te mogen plaatsen in de watermolen. A. Van De Velde is afkomstig uit Wichelen en gehuwd met Florentina Hilven. Haar man overlijdt in 1901 en zij zal zorgen dat de stoomketel er komt op 2 september 1901.
- In 1913: gaat de molen in eigendom over aan Jozef Jooris, bijzondere te St.-Gillis.
- In 1920: wordt de molen verkocht aan Constant De Deurwaerder, landbouwer te Oordegem, die in de gemeenteraad van 16 april 1923, wordt vernoemd als molenaar.
- In 1929 komt de molen bij schenking aan Zulma, Marie en Jules De Deurwaerder, landbouwers te Oordegem.
- In 1933 gaat hij bij verdeling naar Jules De Deurwaerder-Van Der Stuyft, mulder te Oordegem.
- In 1943 luidt de naam van de molen: ''Graanmaalderij met watermolen en motor''.
- In 1959 was hij nog in gebruik, maar een paar jaren later werd de activiteit volledig stopgezet.
- In de zestiger jaren verdween, spijtig genoeg, het molenrad.
Literatuur
Gazette van Gend, 17 december 1787
Bart Van Langenhoven, "Wind- en watermolens te groot-Lede", in: Ken uw Dorp, Jaarboek van de heemkundige kring Heemschut-Lede", nr. 18, 1991, p. 19-53;
F. De Potter & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Gent (1900), reeks V, dl. III.
Richard De Gendt, "Oordegem nederzetting, heerlijkheid, gemeente", 1987, 688 p.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962);
Robert Desart, "Les Moulins à Eau du Hainaut et des Flandres", Soignies, Lemaire, 1968, p. 98.
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten 0-R", Opwijk, 2006.
D'Huyvetter C., de Longie B. & Eeman M. m.m.v. Linters A., "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5N2 (H-Z)", Brussel - Gent, 1978.
Persberichten
Rudi De Koker, "Zondag 22 mei Vlaamse Molendag. Fauconniersmolen is bezoekje waard", Het Nieuwsblad, 20.05.2011.