Asse, Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Watermolen van Asbeek, Onderste Watermolen, Campomolen, Compomolen
- Ligging
- Asbeekstraat 12
1730 Asse
op de Asbeek
2,2 km W v.d. kerk
kadasterperceel H7
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.906479, 4.169815 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Erven Kaat Tilley (te koop in 2013)
- Gebouwd
- Voor 1160 / 17de eeuw / 2de helft 18de eeuw
- Type
- Turbine watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bakstenen gebouw, steile dakhelling
- Gevlucht/Rad
- Girard-turbine, merk Hercule-Progr?s
- Inrichting
- Twee maalstoelen, buil, ...
- Toestand
- Thans woning
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
24.01.1985 / 07.07.1998 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Niet toegankelijk
- Database nummer
- 1433
- Ten Bruggencatenummer
- 51433
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Watermolen van Asbeek of Campomolen is een graanwatermolen op de Asbeek, in de Asbeekstraat nr. 12, op 2,2 kilometer ten westen van het centrum van Asse.
Deze molen was vroeger de Onderste Watermolen, vermoedelijk gebouwd ter vervanging van de Overste Watermolen. Laatstgenoemde was een leen van de hertogen van Brabant, gehouden door Macharius de Bracna en zijn drie zonen met hun neef, die hem later schonken aan de abdij van Affligem. Hertog Godfried bevestigde in 1160 de schenking van de molen "apud Hasbeca cum duobus domistratiis et curtulibus".
Op 13 september 1568 verhuurde Mr. Willem van Overbeke, “secretaris ordinaris ons genedichs heeren des Conincs in sijnen Grooten Raede van Mechelen”, uit naam van zijn moeder, “Jouffrouwe Margriete van Selleke, weduwe van wijlen Mr. Jaspar van Overbeke”, zijn watermolen gelegen te Asbeek, geheten te Asseliers, aan “Nicolaes Smet sone wijlen Merttens” en dezes huisvrouw, Wouburge Verburcch, voor een termijn van negen jaar. Huurvoorwaarden: 40 karolusgulden per jaar en “te Bamesse, een vercken van 6 kar. guld., te leveren te Mechelen”.
Na de godsdiensttroebelen (1614) kwam de onderste watermolen in handen van de familie de Cotereau, heren van Asse.
Markiezin Catharina liet de lemen bijgebouwen verstenen in de loop van de tweede helft van de achttiende eeuw. Op het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende werd de molen uitgebaat door Simon Orinx, die behoorde tot een in de regio belangrijke molenaarsfamilie.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Vander Noot comte Maximilien Louis, te Asse
- 04.09.1848, deling: Vander Noot Théodore Charles Antoine, eigenaar te Brussel (notaris Mataigne)
- 19.10.1850, verkoop: Debolster Frans Benedictus, huidevetter te Asse (notaris Hamerijckx)
- 15.11.1852, deling: De Lantsheere Josephus Emmanuel, de vrouw, geneesheer te Asse (notaris Crick)
- 04.09.1886, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Joseph Emmanuel De Landtsheere)
- 08.03.1894, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe van Joseph Emmanuel De Landtsheere)
- 07.06.1895, deling: De Lantsheere-Beeckman Theophiel Charles André, eigenaar te BRussel (notaris Richir)
- 1919, erfenis: de kinderen
- 15.03.1920, deling: De Lantsheere-Baeyens August Marie, eigenaar te Brussel (notaris De Brabant)
- 02.05.1934? verkoop: Demeure-Rolin ridder Jacques Emmanuel Albert Marie Joseph, ingenieur te Elsene (notaris Englebert)
- 24.12.1940, maatschappij: Naamloze Maatschappij "ENtreprises immobilières et de pisciculture", te Brussel
- 2000, eigenaar: Tilley Kaat (1959-2012), modeontwerpster te Asse
- 2013, erfenis: kinderen Tilley Kaat (overlijden van Kaat Tilly)
- 2013-2015: te koop aangeboden
In 1861 ontstond een ruzie tussen notaris Crick en Joseph Emmanuel De Lantsheere (twee gemeenteraadsleden van Asse) over het wel of niet ruimen van de beek, die water aanvoerde voor de watermolen te Asbeek, eigendom van De Lantsheere. De twist kreeg zijn uiteindelijk beslag voor de Bestendige Deputatie van Brabant in 1868.
Rond 1880 - andere bronnen melden het begin van de 20ste eeuw - werd een Girard-turbine (merk Hercule-Progrès) geplaatst: heel zeldzaam in Vlaanderen. Kenmerkend voor deze turbine zijn de aanvoerbuis die 1000 liter per seconde aanvoert, de waterkamer in gietijzer en plaatstaal, het ingebouwd regelmechanisme en de gietijzeren stator en rotor. Het verval bij de molen bedraagt ongeveer 5 meter.
Rond 1900 werd de molen voorzien van een gietijzeren raderwerk. Er werd een elektromotor van Heemaf uit Hengelo (NL) geplaatst.
Tijdens de tweede wereldoorlog verscholen enkele jonge mannen uit Asbeek zich op het domein, op de vlucht voor de Duitse bezetter. Ze werden verraden, want op een dag stonden de Duitsers op het erf. Terwijl de mannen het achterliggende bos opzochten, waar nu de grote vijvers liggen, en een Duitse officier zijn wapen trok, kwam de stalknecht, opgeschrikt door het kabaal, uit de paardenstallen met een riek: "Schiet en deze gaat los door je lijf". De officier stak zijn wapen weg en ze verdwenen in alle stilte. Er werd gevreesd dat ze zouden terugkeren om wraak te nemen, maar dat gebeurde gelukkig niet.
Tot in het begin van de jaren 1980 bewoonde de familie Van Overstraeten de molen en het grote pachthof. Zij breidden ook de vijvers uit en exploiteerden die als visvijvers. Victor Van Overstraeten en zijn kinderen waren de laatste molenaars. Nadien werd het domein nog verhuurd aan een man die er alleen woonde.
De watermolen met inbegrip van het molengebouw, de volledige uitrusting, het woonhuis, het bakhuis, de bypass met toebehoren inzonderheid de verdeel- en sluiswerken werden als monument beschermd bij (Vlaams) Ministerieel Besluit van 7 juli 1998. De site was al eerder, op 24 januari 1985, als dorpsgezicht beschermd.
Het domein werd in 2000 gekocht door de bekende modeontwerpster Kaat Tilley (1959-2012). De eigenlijke watermolen werd geïntegreerd in het woonhuis. Andere gebouwen werden als atelier ingericht. De beekbedding bezijden het huis werd omgeleid doch de waterkering bleef behouden.
De erven Tilley boden de gehele molensite in 2013 te koop aan. De vraagprijs bedroeg 2.595.000 euro.
De makelaar is Engel & Völkers EV Mechelen EV Keerbergen bvba
Blijven nog bewaard: twee maalstoelen, een buil, elektromotor van Heemaf (Hengelo, NL), gietijzeren raderwerk. Het gebouw vertoont nog zijn uiterlijke kenmerken als watermolengebouw.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
-------------------
Bouwkundige beschrijving (Hilde Kennes, Agentschap Onroerend Erfgoed, 2005)
Voormalige watermolen, later boerderij en thans woonhuis met gebouwen van baksteen onder zadeldaken (pannen), uit 19de-20ste eeuw, opgesteld rondom een geplaveid erf; slechts het voormalig molenaarshuis, vergroot met bijgebouwen tegen de langsgevels, behoudt een oudere traditionele kern (17de-18de eeuw), aangegeven door de steile dakhelling en door de zijpuntgevel met vlechtingen, top- en schouderstuk.
Thans bestaat het complex uit een ten dele gekasseid erf met ten zuiden het haaks ingeplante, voormalige woonhuis met aansluitend molenhuis achteraan en vergroot met negentiende-eeuwse bijgebouwen tegen de langsgevels, ten westen de tot atelier ingerichte stal, uitgebreid in de loop van de twintigste eeuw, cf. bouwnaden; de schuur ligt ten noordoosten en een ruim bakhuis ligt ten zuidwesten van het woon- en molenhuis; de beekbedding ten zuiden werd gedeeltelijk omgeleid maar de waterkering, verdeel- en sluiswerk bleven behouden.
Verankerde bakstenen gebouwen, met uitzondering van de schuur volledig okerkleurig beschilderd, onder pannen zadeldaken. Enkel het haaks op het erf ingeplante woon- en molenhuis van één à twee bouwlagen heeft een traditionele kern uit de zeventiende of de achttiende eeuw, cf. de steile dakhelling met aandak, verweerd topstuk, vlechtingen en schouderstuk aan erfzijde. Overwegend aangepaste, rechthoekige muuropeningen onder houten lateien en voorzien van vernieuwd schrijnwerk. De puntgevel aan erfzijde vertoont links een lage steunbeer. De zwaar verankerde travee achteraan, het eigenlijke molenhuis op de plaats waar voorheen het bovenslagrad lag, is het resultaat van een verbouwing uit het begin van de twintigste eeuw toen de molen werd omgebouwd tot turbinemolen en vertoont, in tegenstelling tot elders, getraliede steekboogvensters, ten dele met bewaard schrijnwerk met ijzeren roeden. De verbouwing werd kadastraal ingetekend in 1906.
Inwendig omvat dit gedeelte de turbinemolen, uitgerust met een supplementaire electrische aandrijving en andere hulpwerktuigen.
Rechts aansluitend een parallelle negentiende-eeuwse uitbreiding van twee en vier traveeën en twee bouwlagen; voorheen gewitte baksteenbouw op gepikte plint, thans eveneens okerkleurig beschilderd en voorzien van rechthoekige vensters onder houten latei met vernieuwd schrijnwerk.
Rechthoekige deur in sobere omlijsting van blauwe hardsteen aan erfzijde.
Haaks aangebouwde kleine stal aan de oostzijde, kadastraal ingetekend in 1871.
De tot atelier omgebouwde negentiende-eeuwse stal vertoont overwegend rechthoekige, deels aangepaste muuropeningen en nieuwe dakkapellen; inwendig gemarkeerd door troggewelfjes op gietijzeren zuiltjes.
Negentiende-eeuwse, tweebeukige langsschuur opgetrokken uit baksteen, mogelijk als resultaat van de verstening van een oorspronkelijke vakwerkschuur, cf. ouder gebint. Constructie van drie traveeën, aan erfzijde gemarkeerd door een okerkleurig beschilderde gevel met centraal heiligennisje in een omlijsting van gesinterde baksteen met dito bekronend kruisje. Rechthoekige muuropeningen onder houten latei. Bewaard ouder gebint en graffiti met initialen en negentiende-eeuwse jaartallen waaronder onder meer "1806".
Ruim bakhuis van drie traveeën met lagere oven aan zuidwestzijde, minstens opklimmend tot het begin van de negentiende eeuw; rechthoekige deur en venster onder houten latei.
Aanvullende informatie
"Uit Oude Papieren. Verhuring van den watermolen te Asseliers, te Assche (1568)", in: Eigen Schoon en De Brabander", jg. 26 (nieuwe reeks: 18), 1943, nr. 1-2.
Op 13 september 1568 verhuurde Mr. Willem van Overbeke, "secretaris ordinaris ons genedichs heeren des Conincs in sijnen Grooten Raede van Mechelen", uit naam van zijn moeder, "Jouffrouwe Margriete van Selleke, weduwe wijlen Mr. Jaspar van Overbeke", zijn watermolen gelegen te Aschbeek, geheeten te Asseliers, aan "Nicolaes Smet sone wijlen Merttens" en dezes huisvrouw, Wouburge Verburch, voor een termijn van negen jaar. Huurvoorwaarden: 40 kar. gulden 's jaars en "te Bamesse, een vercken van 6 kar. guld., te leveren te Mechelen" (Schepengriffie Assche, nr. 213, f° 190.)
Literatuur
D. De Grave, "Geschiedenis der gemeente Assche", Gent 1900, p. 330;
Jaak Ockeley, Historiek der straten van Asse, Asse, 1967.
Jaak Ockeley, Leven aan de bron. Een inleiding tot de geschiedenis van Asse, Asse, 1965.
De watermolens van Asse, in Ons Molenheem, 1997, nr. 4, p. 109-115.
Jan Lindemans, "Toponymie van Asse", Brussel, 1952.
P. Viaene, Industriële archeologie in België, Gent, 1990;
J. Van der Hameyde, "Het Landschap onder Asse", in: Eigen Schoon en de Brabander, XI, 1928, p. 88-96;
J. Van Overstraeten, "De watermolens van Asse", in: De Galm, 1 en 8 februari 1947;
J. Verbesselt, "Het ontstaan en de ontwikkeling van Asse", Pittem, 1966;
"Asse in oude prentkaarten waarin tevens afbeeldingen uit Asbeek, Asse-Terheiden, Terlinden, Waarbeek en Walfergem", Zaltbommel, 1973;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 2: arrondissement Halle-Vilvoorde (A-L)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1991;
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
F. Ringoot, "Wind- en Watermolens te Asse (Brabant)", in: Ons Molenheem, jg. 6 (1986), nr. 1 (maart), p. 17-18;
home.tiscali.be/pajottenland/orinx/molen/molen.htm (in 2004)
[Jozef van Overstraeten], "De molens uit onze streek; de molens van Assche [door] Jozef van der Meulen", in: De Galm, weekblad voor West-Brabant, Asse, II, 5, 1.2.1947; II, 6, 8.2.1947; II, 7, 15.2.1947 en II, 8, 22.2.1947. [Geschiedenis, beschrijving en iconografie van alle molens die in Asse staan of stonden].
Joris Spanhove, "De molen van Pissote te Asbeek", in Ascania, Tijdschrift over Asse, zijn streek en zijn mensen, Asse, Heemkring Ascania, jg. 37, 1994, nr. 2, p. 74-75.
(Aimé Smeyers, Alsemberg)
P. Sablon, "Over hoeven en molens", in: Ascania, XXIII, 1980, 3, p. 75-79.
C. De Maegd & S. Van Aerschot, "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2N", Gent, 1975.
H. Kennes, "Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik. Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6", 2005.
Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Asse, afdeling I, 1868/18, 1871/33, 1906/36.
"Asse: verleden in woord, heden in beeld", Asse, 1978, p. 144-145.
"De watermolens van Asse", in Ons Molenheem, 1997, nr. 4, p. 109-112.
"Uit Oude Papieren. Verhuring van den watermolen te Asseliers, te Assche (1568)", in: Eigen Schoon en De Brabander", jg. 26 (nieuwe reeks: 18), 1943, nr. 1-2.
Persberichten
Julie Huon, "La patte de Kaat. Mode. La styliste Kaat Tilley ouvre les portes de son atelier", Le Soir, 07.06.2007, p. 36.
Claire Coljon, "Au velours et au moulin Créatrice de mode pour fées urbaines, la styliste belge Kaat Tilley hante, au coeur du Pajotteland, un moulin à eau aux lumineux tons d'ocre et de terre", Le Soir, 30.11.2001.
"La nuit, quand tout est silencieux, la maison craque de partout", Le Soir, 19.06.2010.
"Photos Kaat Tilley", Le Soir, 19.06.2010.
"Waar dromen realiteit worden ... Kaat Tilley" (www. engelvoelkers.com)
Joost Van Liefferinge, “Te koop: domein van Kaat Tilley te Asbeek”, persinfo.org, 05.05.2015.
Rudy De Saedeleir, “Het historische domein de Campomolen in Asbeek (Asse) van de in juni 2012 overleden modeontwerpster Kaat Tilley staat te koop”, goeiedag.be, 05.05.2015.
Mailberichten
A. Smeyers, Alsemberg, 15.02.2012.
Tijl Vereenooghe (Etwie), 13.07.2013.
Raphaël Van Overstraeten, 05.02.2016.