Boutersem, Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Kwade Molen, Kwademolen
- Ligging
- Leuvensesteenweg 248
3370 Boutersem
Tiensesteenweg
bij het Kasteel van Boutersem
700 m O v.d. kerk
kadasterperceel B199
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.838146, 4.842536 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- voor 1686
- Type
- Bovenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Bakstenen gebouw
- Gevlucht/Rad
- Metalen bovenslagrad
- Inrichting
- Nog gedeeltelijk
- Toestand
- Goed
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 1374
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Kwademolen is gelegen aan de Leuvensesteenweg nr. 248, op 700 meter ten oosten van de kerk van Boutersem, op 57 m boven de zeespiegel.
Cijnsroerig schijnt de molen vrij geweest te zijn. Als eigendom van de Heer van Boutersem is hij maar opgegeven vanaf 1618 (dat is dan de nieuwe molen), want in 1760 bekende de Heer dat hij de molen tevoren (dat is de oude molen) verkregen had van Seretius Adonia (Leuvenaar die veel gronden bezat te Vertrijk en omliggende).
De molen werd door de heer van Egmont-Nuyenberg afgestaan aan Rombout Van der Hulst en Anne Van Doren, afkomstig van Kampenhout. De akte werd opgemaakt op 30 oktober 1724 mits betaling van 400 gulden en een jaarlijkse rente van 75 gulden. De kopers verbonden zich tevens gratis het graan te malen voor de heer wanneer deze op het kasteel verbleef; deze moest daarentegen de maalinrichting bedrijfsklaar maken.
Ook als de molen in vreemde handen was, kon de Heer van Boutersem de molenaar naar zijn hand zetten want de molenbemt en de molenvijver waren allebei leengoederen die van de Heer afhingen. In 1760 was de molen in erfpacht gegeven door de Heer aan Peeter Janssens. Kort daarna werden molenvijver en molenbemt verkocht. Het overige gedeelte grond tussen molen, nieuwe weg en herbana was ook een leen van Boutersem, vermoedelijk ook in erfpacht uitgegeven want de Heer trok er jaarlijks 16 rynsguldens van binnen.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Janssens Louis François, te Boutersem
- 19.05.1838, erfenis: a) Janssens Jean-Baptist, molenaar te Boutersem en b) Janssens Anne Marie, rentenierster te Boutersem (overlijden van Louis Janssens)
- 1865, verkoop: Janssens-Simons Josephus, suikerfabrikant te Tienen
- 21.03.1866, erfenis: a) Janssens-Simons Jean Joseph, de weduwe, rentenierster te Tienen en b) Bertrand-Janssens Henri, eigenaar te Tienen (overlijden van Jean Joseph Janssens)
- 1875, uitbater: Larock T.
- 29.05.1890, deling: Bertrand Charles Joseph Charles Henri, eigenaar te Tienen (notaris Swinnen)
- 02.12.1897, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Charles Bertrand)
- later, erfenis: de kinderen
- 12.07.1911, deling: Bertrand Henri Marie Leon Joseph, eigenaar te Elsene (notaris Pierret)
- 03.08.1911, verkoop: Van den Broeck-Mues August, molenaar te Boutersem (notaris Janssens)
- 08.07.1919, verkoop: Mues-Ausloos Edmond, molenaar te Boutersem (notaris Delacroix)
- 1945, erfenis: de weduwe en kinderen
- 26.10.1954, verkoop: Michaux-Van den Broeck Guillelmus, zonder beroep te Boutersem (notaris Springer)
De molen werd in 1875 uitgebaat door T. Larock en in 1930 door Edmond Mues.
In 1910 werd een motor geplaatst, maar er werd nog steeds ook met het waterrad gemalen.
Sinds 1960 is de molen ingeschreven als huis.
De molen bezit nog steeds zijn metalen bovenslagrad. Er is een verval van ongeveer 2 m. Voor een eventuele bypass is het mogelijk om gebruik te maken van de Grote Vondelbeek, zodanig dat het verval wordt weggewerkt.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Paul KEMPENEERS
Aanvullende informatie
Aanbesteding voor de aanleg van vistrappen
Intekendatum: 17.03.2010, 11 u.
Molen: Boutersem (Vl.-Brab.), Kwade Molen - watermolen met metalen bovenslagrad; Kerkom (Boutersem), Bijvoordemolen, Breisemmolen, molen Kemels, watermolen met Girard-turbine; Vertrijk (Boutersem), Molen van Kwabeek - watermolen met (verwijderde) turbine
Bouwheer & ontwerper: Provincie Vlaams-Brabant, directie infrastructuur, dienst waterlopen, Leuven (ir. Mieke Dewilde)
Opdracht: Opmaken ontwerp voor het oplossen van een aantal vismigratieknelpunten bij watermolens op de Velpe; openbare aanbesteding; 250 kalenderdagen; raming: €134.600 (excl. btw)
Plaats aanbesteding: Provinciehuis Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven
--------------------------
De watermolens van Boutersem op de Velpe, door Paul Kempeneers
Dit artikel zou ik willen wijden aan de Molenhoek van Boutersem in verband met het juiste tracé van een oude Romeinse baan en de watermolens.
Twee auteurs hebben deskundig geschreven over Romeinse wegen in ons gewest.
Vooreerst Schayes-Van Dessel in 1877: als doortocht van baan XIV geeft hij op "Leuven - Roosbeek - Vertrijk - Kumtich - Tienen"; dus geen vermelding van Boutersem en vermelding van Vertrijk op de verkeerde plaats.
Verder hebben we Gauchez in 1882: "Leuven - Korbeek Lo (een zijbaan) Lovenjoel (de Roomse Baan, dikwijls onderbroken), Boutersem (over de Velpe) , Roosbeek (de Oude Baan)...
Ge ziet het: als pasklare oplossing is het niet af! Spijts plaatsnamen in de volksmond en in oude geschriften blijft elke, verdere uitleg als een weddenschap, die men aangaat, en als een optie waarvoor men zich uitspreekt met een zeker percentage kansen de nagel op de kop te tikken.
Hier wil ik het vraagstuk niet oprakelen van een dubbele Romeinse baan Leuven - Tienen, laat ons zeggen één over Vertrijk en één over Boutersem. Het stel dubbelbanen bestond immers bij de Romeinen: een hoge en een lage baan, één voor dé handel en één voor militaire acties.
Ik wil het vandaag enkel hebben over de Romeinse baan langs Boutersem aan de Molenhoek! Waar lag daar juist " het weid of de voort ", de doorwaadbare plaats waar een zo oude baan de Velpe kruiste?
De huidige grote baan Tienen - Leuven, aangelegd in 1715, vormt een tamelijk rechte lijn. De Romeinse baan valt er zelden mee samen maar dwaalt links en rechts omwille van de nattere bodem hier en daar.
Bij voorbeeld, vanaf de jongensschool te Roosbeek volgen we, in verlenging van de Oude Baan, de Valkenweg tot aan de Groenstraat; daar komen we aan een zeer vochtig terrein; we keren naar links, gaan over de huidige steenweg rechtdoor de Kolemstraat in; achter de Vavantas nemen we daar de scherpe bocht naar rechts tot op de steenweg ( voorbij garage Michiels ).
Deze bocht weze ons een verwittiging! Immers een goede 50 m vallen oude en moderne baan samen. Maar dan, vanaf de poort van het pachthof "de Kerkhove" tot aan het huis "Vanhaesendonck" hebben we iets eigenaardigs: de moderne baan van 1715 valt er samen met een stuk straat geheten, minstens vanaf 1337, "nova via, néuwege, nieuwenweg" zoals blijkt uit het Luikse kapittelarchief van St.Lambertus en uit de cynsboeken van de Heren van Boutersem.
Daarom ook werd het verder bergop liggende veld toen geheten "het Neuwegenblok of het Nieuwerwegenblok".
Waarom zoveel beslag maken over een nieuwe weg (het was toch maar een stuk van 220 meter) tenzij dit stuk een verlegging was; van een oudere baan ernaast, waarschijnlijk een rechttrekken van een bocht (weer eens!) in de oude Romeinse baan. Noordwaarts moeten we die bocht niet zoeken, want die kant lag veel te laag! Maar kijk eens op een oude kadasterkaart, wat een grillige bocht er daar zit in de grens Vertrijk Boutersem.
Als die grens steunde op het bestaan van een oude baan aldaar als afpaling, dan overschreed die baan de Velpe juist 80 meters stroomopwaarts, ongeveer waar nu de binnenbrug van het domein "de Kerkhove" ligt.
Als we dit aanvaarden dan wordt ons veel duidelijk: onder andere de kwestie van de twee watermolens te Boutersem. In het cynsboek van Boutersem van 1618 worden ze allebei toevallig gelijk vermeld:
"-1) de nieuwe molen met blokske grond eraan, gelegen aan den nieuwenweghe (huidige ligging);
-2) een bemdeken bij den ouden molen bij den damme ( dijk ) aan de colke van den groten vijver."
De colke is de plaats waar het overtollige vijverwater kolkte of afliep in de Vondelbeek, volgens een oude kaart.
Het 2de deel der vermelding wil niet zeggen dat de 2 molens gelijk werkten, maar is simpel een zinspeling op de plaats, de juiste plaats waar de oude molen gestaan had.
De oude molen bij de vijver stond dus op hetzelfde perceel als de nieuwe maar dan tussen de 80 en de 100 meters meer stroomopwaarts, dus vlakbij de oude jurisdiktiegrens Vertrijk - Boutersem. Als we dus zoeken naar de juiste plaats van de "Velpe-voort" onder Boutersem moeten we die daar zoeken, vlak bij de oude molen.
Want evengoed als we vaststellen dat de nieuwe molen gebouwd werd bij de nieuwe weg, kunnen we zeggen dat de oude molen stond bij de oude weg, dus de Romeinse baan. In Vertrijk droegen de 2 "Velpe-voorten" een eigen naam: "Voort bij de Plaetse" (tussen Honsemse straat en bovenste Kerkweg) en "Lo - Voort" (verdwenen gedeelte van de Coninklijke weg van Vertrijk naar Boutersem).
Ik zie niet in waarom de voort onder Boutersem geen eigen naam zou gedragen hebben. Maar het is begrijpelijk dat die eigen naam al vroeg is verloren gegaan, juist omdat men bij die plaats heel vroeg (dat kan rond 800 geweest zijn) de oude molen bouwde en bijgevolg de voort vervangen werd door een houten of stenen brug.
Anders viel er niet meer over te steken vermits de molensluis automatisch waterpeilverhoging betekende.
0m te besluiten in termen van nu: de Oude Baan vormde hier dus een bocht "vanaf de inrijpoort van het pachthof "de Kerkhove" naar de binnenbrug ( oude voortplaats ); dan westwaarts van het huidige kasteel "de Kerkhove", dan dan dwars over de huidige Statiestraat, achter huis en tuin der erfgenamen Mues - Dehennin, schuin over de huidige grote Baan om dan met de Oude Baan ( overlaatst omgedoopt tot Nieuwstraat ) verder Leuvenwaarts te winkelen en te wenden!"
De Vondelbeek vormt in haar benedenloop de parochiegrens Vertrijk - Boutersem. De oude Romeinse baan zal op die plaats de kronkelingen van die beek wel gevolgd hebben tot aan de Velpe: in een moerassig gebied is de baan nog het droogst vlak naast de beek!
Bij de aanleg van de molenvijver werd de afvoer (de colke) van het overtollige vijverwater door de Vondelbeek opgenomen, juist voor de oude molen.
Toen de nieuwe molen er kwam moest deze afvoer verlegd worden en verlengd meer stroomafwaarts.
Rond 1890 pas, bij het ommuren van het nieuwe domein Bertrand, werd de benedenloop van de Vondelbeek rechtgetrokken naast de Grote Baan en gerioleerd.
Vondelbeek doet me denken aan "beek met de vlonder of het houten bruggetje"! Als dat zo is, dan heeft die houten brug gelegen ofwel op de Velpe bij de oude molen, waar oorspronkelijk de Vondelbeek in de Velpe stroomde, ofwel hoger westwaarts, waar deze beek onder de oude Coninklijk Weg ( nu Brugstraat ) van Boutersem naar Vertrijk doorstroomde.
Het deel van de Statiestraat tussen de telefooncabine en de lichten is pas ontstaan na aanleg van de spoorweg rond 1840. Vroeger liep die straat onder de naam "weg van Bost naar molen van Boutersem" rechtdoor eerst naar de oude baan en oude molen en werd later verlengd tot aan de nieuwe molen en de nieuwe weg.
Nog een wetenswaardigheid! Als ge in het goed "de Kerkhove" staat bij de binnenbrug merkt ge 20 meters stroomopwaarts een gemetselde dubbele karelenwal aan de Velpe. Dit is geen overschot van een brug maar een soort dijkbescherming van de Velpe juist boven de oude molensluis juist waar de overloop van de Velpe afgeleid werd rond de vroegere molenbemt om terug uit te monden beneden de nieuwe weg in de Velpe.
Van wie was de molen van Boutersem??
Cijnsroerig schijnt de molen vrij geweest te zijn. Als eigendom van de Heer van Boutersem is hij maar opgegeven vanaf 1618 (dat is dan de nieuwe molen), want in 1760 bekent de Heer dat hij de molen tevoren (dat is de oude molen) verkregen had van Seretius Adonia (Leuvenaar die veel gronden bezat te Vertrijk en omliggende).
Maar zelfs als de molen in vreemde handen was, kon de Heer van Boutersem de molenaar naar zijn hand zetten want de molenbemt en de molenvijver waren allebei leengoederen die van de Heer afhingen.
In 1760 was de molen in erfpacht gegeven door de Heer aan Peeter Janssens. Kort daarna werden molenvijver en molenbemt verkocht. Het overige gedeelte grond tussen molen, nieuwe weg en herbana was ook een leen van Boutersem, vermoedelijk ook in erfpacht uitgegeven want de Heer trok er jaarlijks 16 rynsguldens van binnen.
Het huis dat er op stond, waarschijnlijk een afspanning, heette "Sint Joris". Was het misschien ook het feesthuis van een boogschuttersgilde van Sint Joris? Alleszins een hoekje van het erf droeg steeds de geheimzinnige naam "de Spille"! Deze naam kan wijzen op de smalle vorm van het perceeltje, op de aanwezigheid van een lange mast, waaraan de boogschutters hun koningschieting hielden ( in Butsel heette men zoiets "de fikse" ) of is het eenvoudigweg de eigennaam van het kleine stenen paviljoentje net puntdak, dat er nu nog staat, niet verre ven de molen?
Op de Spille had de Heer een vast jaarrecht van 3 capuinen (of vette haantjes) en één enkele penning.
De bewoner van St. Joris was rond 1500 een zekere Arnold Vakaerts, later Niklaas Masborch. In 1722 was het huis verdwenen en werd het goed, onbehuisd en een half bunder groot, verkocht aan Gaspar Wolfs. In 1790 was Henri Huens eigenaar.
Tezelfdertijd kocht zijn verwant, Jan Huens, het huis van Frans Brugeau, meesterchirurgijn van Vertrijk, dat naast de molenvijver op 't Vertrijks Keyserijk stond. Hij kocht tezelfdertijd van de erfgenamen Jb. Verlaenen "sekere brouwerije met een helf bunder land, gelegen op Vertrijk tegen de steenweg en de Vondelbeek".
Deze brouwerij teerde op een vijvertje ( kaart van 1850 ) dat gelegen was in de hoving der huidige woningen van René en Jozef Mues.
Bijna gans de Molenhoek onder Boutersem en onder Vertrijk kwam in handen rond 1890 van een zekere heer Bertrand, die er zijn kasteel bouwde.
Langs zijn opvolger Baudouin kwam dit uitgestrekte goed in handen van de familie de Kerkhove d' Exaerde.
Ontwerp tot oplossing vismigratieknelpunt Kwade Molen
OMSCHRIJVING
Nummer spoor: 6
Nummer actie: 5
Titel Oplossen van vismigratieknelpunt aan de Kwade Molen te Boutersem (Velpe 2de categorie). Vismigratieknelpunt 7155160 (databank vismigratieknelpunten).
Omschrijving
Watermolen te Boutersem, Tiensesteenweg (Kwade Molen). Rad van de watermolen is nog aanwezig. Er is een verval van ongeveer 2 m. De molen ligt in een stedelijke kern hetgeen de mogelijkheden voor een omleidingskanaal sterk beperkt. De nabije duiker onder de Leuvensesteenweg maakt herstel van het natuurlijk lengteprofiel onmogelijk. Er bestaat eventueel een mogelijkheid om de Grote Vondelbeek te gebruiken als omleidingskanaal. De capaciteit ervan is momenteel te beperkt om een voldoende debiet en lokstroom te creëren. De Grote Vondelbeek heeft bovendien een duiker onder de spoorlijn met een beperkte capaciteit. Deze oplossing moet afgewogen worden tegen andere mogelijke oplossingen.
Resultaat: Vrije vismigratie.
Initiatiefnemer: Watering Het Velpedal.
Betrokken actoren:
Gemeente Boutersem
Provinciebestuur Vlaams-Brabant (toezichthoudende overheid) - IBW
Provinciale Visserijcommissie.
Locatie: Watermolen te Boutersem, Tiensesteenweg (Kwade Molen).
Instrumenten: Subsidiebesluit Polders en Wateringen
Afhankelijkheid: Eigendomsverwerving gronden (omleiding)
PLANNING & BUDGET
Termijn: Korte termijn
Budget 350.000 €
Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Watering Het Velpedal. "Waterhuishoudingsplan Deelbekken Velpe (VHA-zones 640, 641 en 642). Definitief ontwerp november 2005", opgemaakt door Technum n.v., Hasselt-Leuven
Literatuur
"De molens van Vlaams-Brabant", Velpeleven, XXXII, 2005, 3, p. 51.
Geysens Robert, "Molens. Water- en windmolens van Boutersem", Velpeleven (Heemkundige kring Velpeleven - Boutersem), 2011, 4, p. 138-153.
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961;
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 4: arrondissement Leuven (A-L)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1993;
Frans Ringoot, "De Kwademolen te Boutersem", in: "Ons Molenheem", jg. 31, 2006, nr. 2, april-juni, p.44-46, ill.
P. Kempeneers, "Wandelend langs de Velpe - deel 9", in: Velpeleven, jg. 1977, nr. 3.
Mailbericht Ton Slings, 06.12.2012.