Nieuwrode (Holsbeek), Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Naam
- Blauwmolen
- Ligging
- Blauwmolenstraat 16
3221 Nieuwrode (Holsbeek)
op de Winge of Molenbeek
2,6 km ZW v.d. kerk
kadasterperceel E145
Vlaanderen - Vlaams-Brabant
- Geo positie
- 50.939182, 4.803468 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Frans De Visscher, Wemmel
- Gebouwd
- Voor 1655 / 1904
- Type
- Middenslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Rieten zijwand van het radgebouwtje
- Gevlucht/Rad
- Middenslagrad (verwijderd)
- Inrichting
- Nog grotendeels aanwezig
- Toestand
- Ingericht als huis en caf?
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op afspraak, tel. 02 460 36 10 (F. De Visscher), e-mail: devisscherfrans@pandora.be
- Database nummer
- 1364
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Blauwmolen is een watermolen met een verdwenen middenslagrad, in de Blauwmolenstraat 16, op de Winge of Molenbeek, op 2,6 kilometer ten zuidwesten van de kerk van Nieuwrode.
De benaming Blauwmolen is afkomstig van zijn vroegere functie als een wedemolen was, waar wede werd gemalen, een plant die de zo belangrijke blauwe kleurstof leverde aan de Middeleeuwse lakenververs.
De beroemde Mechelse plantkundige Rembert Dodoens (1517-1585) schrijft over de wede "tot vele plaetsen in Vlaenderen op goede vette akkers ghesayet". In de Limburgse leemstreek moet de teelt in de middeleeuwen belangrijk geweest zijn. Zij staat in de 13de eeuw vermeld in de boeken van de abdij van Sint-Truiden. In een scheidsrechterlijke uitspraak betreffende het heffen van tiende in 1230 in de heerlijkheid Diepenbeek werd bepaald hoe de wedetienden in geld konden afgelost worden.
Op de eigendomsatlas van de Parkabdij uit 1655 wordt 'den blouwen molen' ook aangeduid als 's Graven molen. E. Van Ermen heeft duidelijk gemaakt dat Maria-Anna van den Tympel ook de titel van het Graafschap Hautreppe mocht voeren door haar huwelijk. De Blauwmolen hoorde dus bij Horst. Andere wedemolens stonden in Lovenjoel, Hoeleden, Hakendover, Tienen en Zoutleeuw.
Voor 1668 veranderde de functie van de Blauwmolen veranderde in een korenmolen. De benaming Blauwmolen bleef overeind tot op heden.
Op 8 april 1668 liet de molenaar Adrianus Janssens, echtgenoot van Maria de Keyser, zijn dochter Maria-Anna in de Leuvense parochie Sint-Geertrui dopen. Enige tijd na de gezinsuitbreiding vestigde de familie zich, tegen een jaarlijks huurgeld van 82 gulden, in de Blauwmolen te Nieuwrode. Het was hier dat Maria-Anna geconfronteerd werd met het plotse overlijden van haar beide ouders in 1676.
Gezien haar minderjarigheid stelde de Leuvense weeskamer de achtergebleven dochter onder de voogdij van twee ooms: Jan Jansssens en Wouter de Keyser. Het ambt van de voogdij eindigde in theorie met de meerderjarigheid (dit was toen 25 jaar) van hun pupil. Wettelijk gezien was het de eerste taak van de momboren het opmaken van een inventaris van alle roerende en onroerende bezittingen verbondenn aan het sterfhuis. Deze beschrijving diende in het bijzijn van één of meer getuigen te gebeuren. Aldus beschikten de momboren over en bais om een rationeel beher van het patrimonium te verzekern. Dit beheer vindt zijn neerslag in de rekeningen die de momboren op geregelde tijdstippen voor onderzoek en goedkeuring aan de weesmeesters voorlegden.
Vader Adrianus Janssens, molenaar te Nieuwrode, huurde te Leuven bij Adriaan Montens, een zoldertje. Tussen het aldaar opgeslagen graan vond Wouter de Keyser, deels in een kist deels los, in totaal 691 gulden 4 stuivers. In het sterfhuis te Nieuwrode werd nog 5 gulden 14 stuivers in contanten ontdekt. Dus damen in "gereed geld" 696 gulden 18 stuivers. De verhuurde en verkochte onroerende bezittingen lagen verspreid over de dorpen Wezemaal, Nieuwrode en Gelrode. We kunen dus stellen dat de familie over meer dan redelijk vermogen beschikte.
Bewoner in 1749 was Jan Francis de Bruyn. Hij verhuurde de Heilig-Geestmolen te Nieuwrode (met vijver, boomgaard en beemd) aan zijn broer Guilliam per drie jaar voor 82 gulden per jaar (akte notaris Franciscus Liekens, Leuven, huurvernieuwing 28 april 1749 - zie bijlage). Zes jaar later ging tussen beide broers Guilliam en Jan Francis de Bruyn een wissel door tussen de beide molens, die toen in nog steeds in het bezit was van de prins van Rubempré (akte notaris Franciscus Liekens, Leuven, 18 juni 1755 - zie bijlage).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Bruyn-Deckers Marcus, molenaar te Nieuwrode
- 13.09.1842, erfenis: de weduwe en de kinderen van De Bruyn Pierre François (overlijden van Marcus De Bruyn)
- 24.09.1864, deling: a) Deckers Serafien, weduwe De Bruyn Marcus, thans echtgenote Nijs Ferdinandus, landbouwer te Nieuwrode en b) De Bruyn-Van Cleynenbreugel Petrus Franciscus, landbouwer te Nieuwrode (notaris Dumont)
- 07.06.1890, verkoop: De Bruyn-Smets Germain, landbouwer te Kortrijk-Dutsel (notaris Dumont)
- later, verkoop: Stas-Peeters Jan Marcel, eigenaar te Kortrijk-Dutsel
- 1920, erfenis: de weduwe (ovelrijden van Jan Stas)
- 23.06.1932, deling: Janssens-Stas Mattheus, bouwkundige te Hasselt (notaris Cappuyns)
- 19.10.1934, verkoop: Van den Bergh-Van den Broeck Victor Emmanuel, molenaar te Nieuwrode (notaris Roberti)
- 2016, eigenaar: De Visscher Frans, Wemmel
Op het uittreksel van de gemeentelijke Atlas der Waterlopen zien we stroomafwaarts van de watermolen de natuurlijke Wingeloop met zijn eindeloze rij regelmatige kronkels, die door de stroming van het water zo volmaakt zijn aangelegd en meanders genoemd worden. Stroomopwaarts heeft de Winge een rechte loop: ze werd niet alleen rechtgetrokken en verlegd op de rand van haar overstromingsvlakte, maar tussen dijken omhooggestuwd. Zo verkreeg men aan de molen de nodige waterval die het molenrad kon aandrijven. Om een waterval van 2 meter te verkrijgen bij een verval van 1 meter op 1 kilometer, moest de beek over 2 kilometer verlegd worden. In principe zou met dergelijk verval om de 2 kilometer een watermolen kunnen worden geïnstalleerd. Als we dat voor de Winge toepassen dan zou tussen het 'Pismoleken' te Lubbeek en de molen van Vrouwenperk te Wezemaal nog wel 8 andere molens kunnen worden geïnstalleerd. Er zijn er inderdaad 5 bekend. We zien dus maar dat onze voorouders die belangrijke bron van energie van in de Middeleeuwen al grondig hadden uitgebaat.
Omdat de Winge buiten de regentijd maar een klein debiet heeft moest een voorraad water worden aangelegd in een molenvijver die bij iedere maalbeurt kon worden aangesproken. Zo konden trouwens de opeenvolgende molens onafhankelijk van mekaar werken naar eigen behoefte. Bij de Blauwmolen werd de molenvijver aanzienlijk uitgebreid tot de nu bekende visvijvers.
De watermolen werd in 1904 herbouwd. Bij de inval van de Duitsers in 1914 werden de raderen weggenomen.
De Provinciale Waterdienst heeft de Winge nu grotendeels rechtgetrokken en de overgebleven meanderende trajecten teniet gedaan. Stroomafwaarts van de Blauwmolen is de kronkelende droge bedding van de oude Winge echter mooi bewaard gebleven in het bos. Hierin zou zeer gemakkelijk de onbevuilde, vis- en plantenrijke Kleine Leibeek kunnen worden afgeleid. Een stukje vroegere Winge zou aldus in eer hersteld zijn en toegankelijk voor kennismaking door de jeugd. Hiervan zou dan een prachtig leerparkje kunnen gemaakt worden om dit verleden levend te maken. Een perceeltje aangeplant met wede en misschien enkele andere oude nutsplanten en kruiden zou het geheel zeer didactisch maken.
Merkwaardig is de rieten zijwand van het radgebouwtje, maar het riet is vrijwel verdwenen. Het rad verdweeb na de inrichting in 1956 als huis. De laatste molenaar was Victor Van den Bergh. Er is een verval van ca. 2 meter, gevormd door een hellend vlak (verval ca. 1 m) waarop een schuif werd geplaatst (verval ca. 1 m). De stuw en de overkapping van het rad zijn nog aanezig.
In het radgebouwtje is een steen aangebracht met jaartal 1994; dit wijst op werkzaamheden.
Het gebouw is thans ingericht als Café Visvijver De Blauwmolen. De vroegere spaarvijver is thans een bekende visvijver geworden.
Lieven DENEWET, Frans GULLENTOPS, Urbain RADELET
Aanvullende informatie
Rijksarchief Leuven, Notarisakten - register 19 # 27. Acte Notariael. Notaris Franciscus Liekens tot Loven. Huurvernieuwing van de Heilige Geestmolen te Nieuwrode, 28.04.1749 (transcriptie Herman Swinnen, Overijse).
Compareerde op heden achtentwintighsten april 1700 negen en viertigh voor mij als openbaer notaris … tot Leuven residerende present die getuijgen naer te noemen Jan Francis de Bruijn molder wonende op de Blauwmolen, den genen heeft bij desen verclaert verhuert te hebben aen Guilliam de Bruijn sijnen broeder woonende onder Nieuw Rode op den h: Geestmolen alhier mede comparerenden ende in huere accepterende dats te weten den voors[chreve] h: Geestmolen met sijne appendentie ende dependentien met den vijver boomgaert ende bemdeken daer aen liggende gelijck hij acceptant het selve actuelijck in huere is besittende, ende is dese verhueringe geschiedt voor eenen termeijn van drij jaeren vervolgende, soo nochtans
…
waer voor hij acceptant jaerlijckx aenden voors[chreve] sijnen broeder verhuerder gelooft te betaelen twee en tachtentigh guldens courant gelt,
-------------
Rijksarchief Leuven, Notarisakten – register 25 # 12. Notaris Franciscus Liekens tot Loven. Acte Notariael, 18 juni 1755. Molens van Nieuwrode - wissel tussen broers de Bruijn (transcriptie Herman Swinnen, Overijse)
Alsoo Guilliam de Bruijn in huer heeft gehadt den h Geestmolen van Jan francis de Bruijn sijnen broedere, ende welcken Guill: de Bruijn alsnu in huere heeft aengenomen den blauwmolen competerende sijne exie den heere prince van rubempré, ende aengesien de huere vanden voors[chreve] h: geestmolen sal verschijnen ende den termeijn dijenaen gaende uijt sal gaen st Jan naestcomende ende dat den termeijn van den voors[chreve] blauwmolen sal expireren te half maert naest comende als wanneer den nieuwen termeijn vanden blauwmolen ten regarde van Guill de Bruijn sal beginnen te halff meert als voors[chreve] ende om alle difficulteijten onder hun te weten tusschen den voors[chreve] Guilliam ende den voors[chreve] Jan Francois de Bruijn te eviteren die onder hun in toecomende souden connen voorvallen soo in ’t verwisselen ende affgaen der voors[chreve] twee molens,
Soo is’t dat op heden achthienden junij 1700 vijfen vijftigh voor mij onderges openbaer Notaris … ter presentie der getuijghen naer te noemen in propere persoonen sijn gecompareert den voors[chreve] Guilliam de Bruijn ten eenre ende den voors[chreve] Jan Francis de Bruijn ter tweedere beijde woonende onder heerelijckheidt van Nieuw Rhode mij notario bekent, welcke comparanten dijen aengaende als voorgemelt hebben verclaert overeen gecomen gecontracteert ende getransigeert te hebben het naerbeschreven, dats te weten dat hij tweeden comparant [Jan Francis] van nu aff is desisterende in faveur en ten behoeve van den eersten comparant aen sijne huer van den blauwmolen die hij tweeden comparant alnoch is hebbende tot halff meert naestcomende, op bespraeck dat hij eersten comparant die huere daer van sijnde van st Jan naest comende tot half meert naestcomende proportioneel a rate van teijde sal betaelen ende raekende de coninckx en dorpslasten geexigeert ende noch te exigeren voor den jaere 1755 op die voors[chreve] molen te weten op den h: geest molen ende blauwmolen,
op welcken h: geest molen te St Jan naestcomende sal comen woonen den voors[chreve] tweeden comparant, dat ider van hun van sijnen molen waer op sij te St Jan naestcomende sullen comen, sal betalen de lasten als voors[chreve]eijt,
Dat den voors[chreve] eersten comparant sal proffiteren de hellight vanden oost ofte vruchten van de goederen annex aen den voors[chreve] blauwmolen competerende ..
Item noch geconditioneet dat hij tweeden comparant op sijnen cost moet transporteren oft vervoeren sekeren nieuwen molen.. sijnde nu op den h: geest molen tot aen den blauwmolen ten behoeve van den eersten comparant
Voorders soo verclaert hij eersten comparant aenden voors[chreve] tweeden comparant verhuert te hebben voor eenen termeijn van negen jaeren … seker bunder landts gelegehen op het .. onder St Peeters Rhode …
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Leuven, Notarisakten - register 19 # 27. Acte Notariael. Notaris Franciscus Liekens tot Loven. Huurvernieuwing van de Heilige Geestmolen te Nieuwrode, 28.04.1749 (transcriptie Herman Swinnen, Overijse).
Rijksarchief Leuven, Notarisakten – register 25 # 12. Notaris Franciscus Liekens tot Loven. Acte Notariael, 18 juni 1755. Molens van Nieuwrode - wissel tussen broers de Bruijn (transcriptie Herman Swinnen, Overijse)
Stadsarchief Leuven, nr. 2432 (overlijden 1676)
Stadsarchief Leuven, Tabellen op doopregisters 1620-1629, nr. 2068 (doopakte 8 april 1668)
Werken
M.A. Duwaerts e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
Herman Holemans, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 5: arrondissement Leuven (M-Z)", Kinrooi, Studiekring 'Ons Molenheem', 1994. p. 16-17.
D. Van De Gaer, "Een sterfgeval in de Blauwmolen", in: "Oost-Brabant", Heemkundig tijdschrift voor het Hageland en omgeving, Tielt-Winge, Oost-Brabants Werkgemeenschap, jg.32, 1995, nr. 2, juni, p. 58-62.
Frans Gullentops & Urbain Radelet, "De Blauwmolen", in: Mededeling Holsbeekse Werkgroep Heemkunde, 13 (De Holsbeek, 14de jaargang, 1996, nr. 56, p. 17-18, oktober - november - december 1996).
Dr. Henri Vannoppen, citaat in zijn Verslag over de Provinciale vergadering van Heemkunde Vlaams-Brabant, zondag 7 mei 2006.
C. Wolfs, F. Scheys en L. Bayens, "Het stroomgebied van de Winge", in Oost, VII.1, 1970, blz. 1-15.
L. Baeyens en F. Scheys, "De Winge", in Jaarbulletin 1973 van de Vrienden van Heverleebos en Meerdalwoud, p. 45-63.
St. Van Gelder, "De Wingevallei", Rotselaar, Beatrijsgezelschap, 1978, 68 p.
L. Baeyens, "De Molenbeek te Lubbeek", in Oost-Brabant, XIX.4, 1982, blz. 160-166.
B. Buyse, "Malen met molens", maart 1986, v.z.w. TSAP.
Ons Molenheem - Wind- en Watermolens in de provincie Brabant (Werkdocument). studiekring Nieuw, Kerke-Waas.
D. Spruyt en P. Boutes, "De meest voorkomende molentypes in Oost-Brabant", juni 1986, Samengesteld door opbouwwerk Interleuven en v.z.w. Levende Molens.
Van Ermen E., "Documenten over de heerlijkheid Horst te Sint-Pieters-Rode in de 14de en de 15de eeuw", Oostbrabantse historische teksten, 1987, nr 5
Post M., "Beschrijving der Parochie van Nieuw-Rhode", 1901, Aartsbisschoppelijk Archief, Mechelen
Tijdschrift Hona, 1988 nr.2
Brochure "Wandelen in Holsbeek, De wingevallei met de 3 watermolens", Raad voor Leefmilieu, november 1986
"Molenfietstocht" in Het groene spook van de raad voor leefmilieu Holsbeek, juni 1986.
Robert Desart, "Les moulins à eau de Belgique", Grimbergen, 1960, p. 100.
Mailberichten
John Verpaalen, Roosendaal, 19.08.2010, 27.12.2014, 01.05.2016.