Molenechos's Homepage Molenechos.org

Ophasselt (Geraardsbergen), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Watermolen Berlengée
Ligging
Vrijheid 52
9500 Ophasselt (Geraardsbergen)
weg N42c
op de Ophasseltbeek
kadasterperceel A222
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Geo positie
50.814480, 3.883257 (Google Streetview)
Eigenaar
Privaat
Gebouwd
Voor 1571 / voor 1661
Type
Bovenslag watermolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Kenmerken
Thans opwekking van groene stroom
Gevlucht/Rad
Bovenslagrad (verwijderd)
Inrichting
Grotendeels verwijderd
Toestand
Gerenoveerde gebouwen
Bescherming
niet,
Niet beschermd, wel in vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed
Molenaar
Geen
Openingstijden
Niet toegankelijk
Database nummer
1354
Ten Bruggencatenummer
51354  
© Foto: Maarten Osstyn, Adegem, 04.05.2014

Beschrijving / geschiedenis

De Watermolen Berlengée (naar de laatste molenaarsfamilie) is een watermolen met (verwijderd) bovenslagrad op de Ophasseltbeek (Watermolenbeek) in Vrijheid 52.

In het midden van de 11de eeuw werd er bij een goederenruil tussen de graaf van Vlaanderen en het klooster van Verdun drie watermolens genoemd, die volgens F. De Chou vermoedelijk behoorden bij de drie (latere) heerlijkheden in Ophasselt: Hasselt ter poort, het Vrije en Moorenbroek. De twee laatstgenoemde molens worden ook geciteerd in de penningkohieren van 1571.

Volgens de penningkohieren van 1571 (f° 7 v°) behoorde de Watermolen Berlengée toe aan de Heer van Ophasselt: Matheus Van Eerdenboyeghem bringt over de watermuelen binnen Vrijen ter Hasselt door hem gecocht (van Joos vanden Broucke en verpacht aan Adriaan Van Cauwenberghe) met drie dachwant groen waerde, samen 24 ponden: éAdriaen van Cauwenberghe houdt in pachte van Joos vanden Brouek de watermuelen binnen Vrijen te Hasselt met drie dachw. groen swaerde voer 4 p. gr. tsiaers in ghelde ende 43 vaten ehoorns die hij boven dien betalen moet aen den heere van hasselt. In randnota: "dese proprietijt dehoorde nu toe bij coope aen Matteus van Eerdenboyeghem".

Dezelfde molen werd volgens een renteboek uit 1624, dat zich in het archief van de Sint-Pieters-bandenparochie van Ophasselt bevindt, uitgebaat door Gillis van Lierde, want hij es schuldich eene rente van viere mokenen cooren tsiaers bezet up zyne water Meulene ende erfachtichede vandien gheleghen buyten ende binnen der vryhede deser prochien…

In de 18de eeuw werd de watermolen bewoond (en geëxploiteerd) door een telg van de familie De Clippele uit Steenhuize. De oudst bekende was Jan De Clippele (°1664), vanaf 1712 echtgenoot van Josefa De Braekeleer (†1758) uit Ophasselt. Hun dochter Joanna De Clippele (1724-1787) bewoonde eveneens de molen, zij huwde in 1763 met Martinus Matthys († 1777) uit Sint-Maria-Lierde.

In 1773-75 was er enige beroering ontstaan in de gemeente, toen oud-burgemeester Joannes Vander Biest van Zarlardinge een verzoekschrift had ingediend bij de Rekenkamer tot het bekomen van een octrooi voor de oprichting van een koren- en oliewindmolen op de plaats Cruysvelt. De gravin-douairiére de Lannoy, vrouwe van Ophasselt, had zich verbeten verzet tegen dergelijk plan want ze vond dat de gemeentenaeren der selve prochie meer als om ghenoeghen ende seer commodieuselyck connen worden bedient door de graenmolens de welcke hun in deselve prochie bevinden, te weten eenen waetermolen ghecitueert op eene considerabele beke ende den anderen wesende eenen wintmolen. Zij beweerde tevens dat zij in het bezit was van het exclusif recht van waeter ende windt mitsgaeders maelderye binnen de ghedeelde prochie van Ophasselt ter exclusie van de majesteydt, wat Vander Biest meteen trachtte te weerleggen. De toelating zou er hoe dan ook nooit komen.

Anna Maria Matthys (1764-1797), dochter uit de echtverbintenis de Clippele-Matthys, bewoonde vanaf 1782 met haar man Joannes De Cooman (1756-1825) de molen aan de Watermolenbeek. Uit deze periode bleef een fragment van een figuratieve kaart bewaard, vermoedelijk van de hand van landmeter Bartholomeus Van Damme. Daarop werd de watermolen naast andere in de omgeving geschetst.

We vinden de watermolen aangeduid op:
- Ferrariskaart (ca. 1775) op de "Roelant Beeck"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de aanduiding "M(oul)in", op de "Molen Beek"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) op de "Watermolen Beek"

Volgens de eerste kadastergegevens (20 augustus 1834) blijkt dat de site toebehoorde aan molenaar Petrus Joannes Van Eesbeek (1801-1883), afkomstig uit Denderwindeke en gehuwd met Anna Maria De Cooman (1774-1856). Het betrof een graanwatermolen (Enige Sectie, vanaf 1857: Sectie A 222, 90 m²) en een woonhuis (vermoedelijk met schuren, stallingen en landerijen, gezien de aanzienlijke perceelsoppervlakte: Enige Sectie 223, 1.200 m²). De mutatieschets toont ons een beeld van twee L-vormige gebouwen langs de beek tegenover elkaar gelegen en die zo een rechthoekige binnenkoer vormen met twee doorgangen. Naast het malen, werd door de bewoners ook het land bewerkt en werden hoevedieren vetgemest.

Charles-Louis De Brauwer (1825-1873) uit Ophasselt nam door zijn huwelijk in 1844 met Sofie Van Eesbeek (1833-1887) de taak van zijn schoonvader over. Hun dochter, Hortense-Marie De Brauwer (1866-1955) was pas 21 jaar toen zij in 1887 de zware taak van haar overleden moeder op zich nam. Met de hulp van molenaarsknechten slaagde zij erin het familiebedrijfje verder te runnen. Vanaf 1902 werd zij bijgestaan door haar echtgenoot, Charles-François Berlengée (1860-1944) uit Ophasselt. De familie Berlengée was sinds de Hollandse periode geen onbekende in het bestuur van deze gemeente. Zo bekleedde de grootvader van Charles-François, Charles-Louis Berlengée (1803-1866) het schepenambt van Ophasselt van 1825 tot 1830. In laatst vermelde jaar leverde zijn patriottisme hem de burgemeesterssjerp op, die hij behield tot 1866. Charles-François zelf was schepen in Ophasselt in 1908-1921 en burgemeester in 1912-1921.

Opmerkelijk is dat de molensite gedurende de hele 19de eeuw gevrijwaard bleef van elke technologische innovatie. Alleen in 1874 werd een deel van de agrarische gebouwen vergroot. De molen werd op de drijfkracht van het water verder uitgebaat. Tegenover het bovenslagrad, aan de overzijde van de beek, stond een klein "stampkot"?, deels opgetrokken in hout, maar niet opgetekend in opmetingsschetsen van het Kadaster. Dit gebouwtje verdween vergoed rond 1975.

De laatste molenaar was Jules-Jean-Marie Berlengée (1904-1969), hij huwde in 1935 Jeanne Schriels (°1909) uit Galmaarden. Laatstgenoemde bewoonde in 2003 nog met haar zoon Albert Berlengée (°1939) het molenhuis. Daarna kwam de hoeve tijdelijk leeg te staan.

In 1931 viel de watermolen voorgoed stil. Het bovenslagrad werd in 1940 verwijderd en de stalen wateras werd gerecupereerd voor de Driscartmolen (een nog bestaande watermolen) in Galmaarden. De technische installatie werd grotendeels uitgebroken, maar o.m. het luiwerk is nog aanwezig. Het woonhuis (molenhuis) werd in 1946 met één bouwlaag verhoogd en van een nieuwe gevelsteen voorzien. De achterliggende hoevegebouwen wer-den vergroot tot 1.380 m² grondoppervlakte en vormen vandaag nog een gesloten geheel met binnenplein.

Het overgebleven binnenwerk is spijtig genoeg verdwenen. De molen kreeg in 2013 een nieuw waterrad voor de opwekking van groene stroom. Het is ingeplant op de andere oever, waar vroeger het gebouw van de oliemolen stond. Het waterrad is in 2015 wederom weggenomen.

Jacques DE RO, Gent

Aanvullende informatie

Voorgestelde bescherming en motivatie (vzw Molenzorg Vlaanderen)

De vierkantshoeve (agrarisch erfgoed), waar het watermolengebouw deel van uitmaakt. Alhoewel molens op zich een industrieel-archeologische waarde hebben, overheerst hier dus vooral het gegeven dat de molen een (belangrijk) component vormt van de gaaf bewaarde vierkantshoeve. In 2009 werden de gebouwen, incl. het watermolengebouw, grondig gerenoveerd.

Samenvatting

Deze watermolen aan de weg Vrijheid nr. 52 op de Ophasseltbeek staat al vermeld in de penningkohieren van 1571. Hij behoorde dan toe aan de heer van Ophasselt. Het huidig gebouw werd opgetrokken in de 19de eeuw. In 1931 werd de molen buiten gebruik genomen en werd een gebouw voor landbouwdoeleinden. Het waterrad werd in 1940 verwijderd. De stalen as werd gerecupereerd voor de watermolen van Galmaarden. Het molenhuis werd in 1946 met één bouwlaag verhoogd en van een nieuwe gevelsteen voorzien. Het molengebouw zelf bleef zijn oorspronkelijk uitzicht behouden.Het sluiswerk is nog gedeeltelijk aanwezig. Er is een verval van ongeveer een meter. Het molenhuis bevindt zich op de linkeroever; op de rechteroever is er grasland.

Sage (heksensage)

Op een boerderij zaten allemaal ratten op de zolder. De boerin kon de ratten verjagen door een bepaald gebed te bidden. De vrouw moest zeggen: “Ratten en muizen, zullen hier verhuizen recht door hun hol vanwaar ze gekomen zijn, daar naartoe�. De boerin zond de ratten dan maar naar de watermolen. Daarna moest ze de ratten daar gaan verjagen. Die ratten waren door iemand gezonden, want de dieren waren helemaal niet bang.

Bron: M. Van Der Linden, Thesis KULeuven (Seminarie Volkskunde), 1964

 

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren van Ophasselt, 1571, f° 7v°.
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855

Werken
- Jacques De Ro, "Waterkracht versus mechanische drijfkracht. Evolutie van de watermolens in Geraardsbergen en deelgemeenten", in: Gerardimontium, nr. 196, 2004, p. 8-22
- "Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962).
- H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten 0-R", Opwijk, 2006, p. 31-32.
- J. De Ro & Molenzorg vzw, "Pleidooi voor de bescherming van vier watermolens in vier dorpen van Geraardsbergen", Molenecho's, XXXIV, 2006, 4, p. 249-271.
- F. De Potter & J. Broeckaert, "Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Gent (1900), reeks V, deel IV.

Mailberichten
- Maarten Osstyn, Adegem, 14.05.2013.

Overige foto's

Watermolen Berlengée, Ophasselt (Geraardsbergen), Foto: Maarten Osstyn, 04.05.2014 | Database Belgische molens
© Foto: Maarten Osstyn, 04.05.2014
Watermolen Berlengée, Ophasselt (Geraardsbergen), Voor de laatste renovatie. Foto: Lieven Denewet | Database Belgische molens
© Voor de laatste renovatie. Foto: Lieven Denewet
Watermolen Berlengée, Ophasselt (Geraardsbergen), Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Prentkaart. Verzameling Ons Molenheem
Watermolen Berlengée, Ophasselt (Geraardsbergen), Prentkaart van ca. 1940. Coll. Herman Herpelinck, Ternat | Database Belgische molens
© Prentkaart van ca. 1940. Coll. Herman Herpelinck, Ternat
Watermolen Berlengée, Ophasselt (Geraardsbergen), Prentkaart voor 1946. Coll. Herman Herpelinck, Ternat | Database Belgische molens
© Prentkaart voor 1946. Coll. Herman Herpelinck, Ternat