Borgloon, Vlaanderen - Limburg
- Naam
- Nieuwmolen, Nieuwe Molen, Rullingenmolen
- Ligging
- Nieuwmolen 1
3840 Borgloon
op de Herk
Rullingenveld
kadasterperceel A100
Vlaanderen - Limburg
- Geo positie
- 50.811184, 5.306023 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Rik Rappé - Maria Vanhoutte
- Gebouwd
- Voor 1300 / eerste helft 17de eeuw
- Type
- Onderslag watermolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Natuur- en bakstenen gebouw, schaliebedekking op bovenhelft watergevel
- Gevlucht/Rad
- Houten onderslagrad met ijzeren hoepel in twee helften (verwijderd)
- Inrichting
- Nog aanwezig; wateras, mechanisme, twee steenkoppels
- Toestand
- In gebruik als bergruimte, restauratie wenselijk
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd, wel in inventaris bouwkundig erfgoed - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag (tel. 012 74 35 46, Rik Rappé & Maria Vanhoutte)
- Database nummer
- 1219
- Ten Bruggencatenummer
- 51219
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Nieuwmolen of Rullingenmolen is een graanwatermolen met houten onderslagrad op de Herk. Hier stond al voor 1300 een molen. De Nieuwmolen was, samen met de Oude Molen te Berlingen, de banmolen voor de inwoners van Borgloon, Berlingen en Graethem vanaf 1582; de voormalige verbindingsweg tussen beide molens is nog herkenbaar als een talud in het landschap.
De molen is aangegeven op de Bundergeldkaart van Herkenrode (1669-1685), de Ferrariskaart (1771-77) en in de Atlas van de Buurtwegen (1844).
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg keurde op 12 november 1847 de vastgestelde pegelhoogte van 1,604 m goed. De toenmalige eigenaar was de weduwe van François Bolkaers.
In 1841 werd de molen, die eigendom was van de weduwe van Frans Bolckaerts, "molderse" te Borgloon als volgt beschreven: "Deze molen is oud, tamelijk groot, meestendeels steenen met stroo gedekt gebouw, hij heeft een groot buitenrad of draaiwerk, een paar molensteenen om allerlei soort van graan te malen, eenen goeden houten voorslag, goeden val en aftrek, en omdat hij de vereenigde waters van de beeken van Houppertingen en Gothem heeft, ontbreekt het hem er bijna nooit aan, hij is daarenboven voordeelig tgelegen en heeft eenen gemakkelijken toegang, zoodat niets anders hem tegengaat dan de mededinging van 3 à 4 andere nabij staande molens".
Weduwe Bolckaerts en kinderen hielden de molen in eigendom tot 1858. Dan werd de molen verkocht aan Lucas Coenegrachts, landbouwer te Hoeperingen.
De Bestendige Deputatie van de provincie Limburg gaf op 29 juni 1877 de toestemming aan eigenaar Jean van Sicken om o.a. een afwaterings-sluisdeur te vervangen.
In de periode 1894-1931 was Gaspard-Joseph Crols-Croughs molenaar op de Nieuwe Molen. Hieronuymus Ghijsens-Drossin was dit vanaf 1931.
Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: Bolkaers Frans, de weduwe, molenaar te Borgloon
- 1846: de kinderen
- 1855, erfenis: Bolkaers Willem en zus, molenaar te Borgloon
- 1858, verkoop: Coenegrachts Lucas, landbouwer te Hoepertingen
- 1862, verkoop: Van Sicken-Daris Jan, molenaar te Borgloon
- 1893: de weduwe en kinderen
- 1894, verkoop: Croes-Croughs Gaspard Joseph, molenaar te Borgloon
- 1922: en kinderen
- 1931, verkoop: Ghyssens-Drossin Hieronimus, molenaar te Borgloon
- voor 1983, verkoop: Rik en Marijke Rappé
- 2014, eigenaar: Rik Rappé & Maria Vanhoutte
Rond de tweede wereldoorlog is het houten sluiswerk vervangen door beton. Op een gevelsteen achter de voorzetmuur staat de naam J. Croes. De laatste molenaar was Hieronimus Ghyssens.
Het onderslagrad was gemaakt in hout (spaken, schoepen) maar uitgerust met een uit twee helften bestaande ijzeren hoepel. Het werd in de jaren 1980 gedemonteerd. Rond het uiteinde van de wateras is nog de aanzet van de houten spaken overgebleven. In 1986 ondergingen de gebouwen schade naar aanleiding van de aardbeving bij Luik.
Het interieur is nog grotendeels bewaard gebleven, met twee (thans beschadigde) steenkoppels. Het schot van de stuw is weggehaald. Het verval van de Herk bij de molen bedraagt slechts 20 cm. Er is veel overlast door water van het ontkavelde land. Bij hevige regenbuien staat de binnenplaats onder water. In de winter wordt het een schaatsbaan. De gemeente verplicht nu dat er ter plekke een waterzuivering aangelegd wordt. Deze extra omstandigheden bemoeilijken de nodige restauratie.
Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Will URSELMANN
Bouwkundige beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)
Het woon- en molenhuis onder zadeldak, heeft een kern uit de eerste helft van de 17de eeuw of ouder. Het parament van de voorgevel is vernieuwd. In de rechter zijgevel en een gedeelte van de achtergevel, mergelstenen banden en hoekbanden; S-vormige ankers. De geveltop van de watergevel heeft een leien beschieting op houten beplanking. Er zijn twee vensters in een kalkstenen omlijsting.
Vooraan op het erf staat een verwaarloosde St.-Antoniuskapel in baksteen, onder overstekend zadeldak, uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Sporen van bepleistering met toevoeging van blauwsel.
Literatuur
Werken
Lieven Denewet, "Inventaris van de Limburgse watermolens met hun pegelhoogtes (1846-1849)", Molenecho's, 39, 2011, nr. 2
Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996, p. 30
W. Driesen e.a., "Molens in Sint-Truiden - Gingelom - Borgloon", Tongeren, Werkgroep Molenzorg Zuid-Limburg, 1983
J. Stevens (ed.), "Landschapswandeling Rullingen", Rekem, 1987, p. 69-71.