Molenechos's Homepage Molenechos.org

Zwijnaarde (Gent), Vlaanderen - Oost-Vlaanderen

Bestaande molen

Karakteristiek

Naam
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen
Ligging

Heerweg-Noord 33


9052 Zwijnaarde (Gent)
westzijde
hoek met Tramstraat
500 m N v.d. kerk
kadasterperceel B176
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Geo positie
51.004784, 3.714773 (Google Streetview)
Eigenaar
nv Steurki (Koen Steurbaut)
Gebouwd
voor 1818
Type
Stenen bergmolen
Functie
Korenmolen
Kenmerken
Vroeger oliemolen en graanmolen
Gevlucht/Rad
Verwijderd. Was geklinknageld en verzinkt, fabr. Verhaeghe (Ruddervoorde) uit 1971, ca. 24,40 m
Inrichting
2 koppels maalstenen, haverpletter
Toestand
Wiekenkruis weggenomen, buitenlaag van de romp brokkelt af
Bescherming
M: monument,
30 april 1945
Molenaar
Geen
Openingstijden
Op aanvraag (naastgelegen feestzaal, tel. 09.222.80.60, e-mail: info@feestzaalmolenhof.be)
Database nummer
12
Ten Bruggencatenummer
04169  
© Denis Van Cronenburg,10.09.2023

Beschrijving / geschiedenis

De Stenen Molen of Molen Sonneville is een stenen bergmolen aan de westzijde van de Heerweg- Noord 33, op de hoek met de Tramstraat, op een halve kilometer ten noorden van de kerk van Zwijnaarde,

De windmolen werd opgericht voor 1818. Oorspronkelijk diende hij enkel om olie te slaan, later werd er ook graan gemalen tot in 1932.

We zien hem aangeduid:
- in de Altas der Buurtwegen (1844) met het rond grondoppervlak van een stenen windmolen
- op de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de aanduiding "M(oul)in"
- op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met een tekening van een stenen windmolen.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Zwijnaarde in 1818:
"il existe deux moulins à vent, servant l'un à moudre des grains et l'autre à moudre et à tordre l'huile. Ils sont situés dans le centre de la commune. L'expert estime qu'à raison de leur situation et en proportion du loyer des autres moulins dans les communes voisines, il y a lieu de les évaluer à 480 F. Déduction faite d'un tiers (160 F) pour réparations et entretien, donne un revenu net de 120 F."
De windmolen werd in 1834 ingedeeld in de eerste klas, met een kadastraal inkomen van 266 frank.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Stevens Josephus, olieslager te Zwijnaarde
- 28.03.1846, erfenis: (volgens testament) Stevens-Deman Francis, olieslager te Zwijnaarde (overlijden van Joseph Stevens)
- 29.06.1887, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Francis Stevens)
- 14.11.1887, deling: Stevens Eugenie, zonder beroep te Gent (notaris Beyst)
- 08.09.1922, verkoop: Sonneville-De Wilde Camiel, molenaar te Zwijnaarde (notaris Van Huffel)
- 2015, eigenaar: Steurbaut Koen & Sierens Sabine

De oliemolen werd uitgebaat door de familie Sonneville. Eén van de olieslagersgasten was August Sieron. Na zijn huwelijk in 1870 werd hij herbergier op de Zwijnaardsesteenweg te Gent.

In 1943 werd op het gelijkvloers een elektriche maalderij geplaatst. Deze bleef in werking tot in 1963. In 1971 onderging de molen een uitwendige restauratie. Helaas werd de molen niet in werking gebracht. Ook de dan aangebrachte betonnen sokkels waarop de moerbalken nu rusten, worden niet als origineel beschouwd. De molen heeft twee verzinkte Verhaegheroeden, die in 1971 geplaatst werden. Dit waren (voorlopig) de laatste roeden die deze firma maakte.  Naast de molen is feestzaal 't Molenhof gelegen. De huidige eigenaar liet de buitenmuur, die fel afbrokkelde, herstellen in eigen beheer.

In februari 2008 startte een 1ste fase van herstelling (assenkopwiggen aanbrengen, vangbalk optrekken, zwambestrijding) aan de molen en het is eigenlijk de bedoeling om de molen in de toekomst maalvaardig te maken indien dit mogelijk zou zijn.
De 2de fase van herstelling zouden ook op korte termijn gebeuren, zoals: duivenuitwerpselen verwijderen, kippengaas in de stellinggaten aanbrengen, dak dichten, lek in de kuip opzoeken en dichten aan de zuidkant.
De 3de fase behelst het volledig herstel en eventueel maalvaardig maken indien dit  financieel haalbaar is.

In 2005 werd een bouwaanvraag ingediend voor een appartement op de weide naast de molen. Er werden bezwaarschriften ingediend (zie hierna in bijlage) en er is toen een negatief advies gekomen van zowel het college van burgemeester en schepenen als de bestendige deputatie van Oost-Vlaanderen. Eind 2007 kwam er een tweede bouwaanvraag voor een licht gewijzigd plan: de gebouwen zouden een beetje lager en iets verder van de straat komen te staan. Er werden wederom bezwaarschriften ingediend en is er opnieuw  negatief advies gekomen van Gent. In maart 2011 hing er een brief uit (6 A4-vellen in lettertype 12), waaruit blijkt dat de bouwmaatschappij toch met de bouw mag starten, op basis van een beslissing van Vlaams minister Muyters, bevoegd voor ruimtelijke ordening. 

De romp vertoont thans grote uitstulpingen ("steenpuisten"), als gevolg van het vastvriezen van het opgenomen regenwater in de buitenmantel (poreuze steensoort), tijdens de natte en koude winter 2010-2011. Toch zou de binnenmantel, waarop de balken rusten, nog stevig genoeg zijn zodat er geen inwendig instortingsgevaar zou bestaan. De eigenaar zal tot herstel van de beschadigde buitenmuur overgaan.

Het wiekenkruis (geklinknageld en verzinkt, fabr. Verhaeghe (Ruddervoorde) uit 1971, ca. 24,40 m) werd in juli 2019 verwijderd door molenbouwer Boers & Peusens bvba uit Munte (Merelbeke).

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (52-53).
Nu nog, in begin 1930, draaien twee molens op Zwijnaarde. (...)
Op de Steenen Molen, staande ten Noorden van't dorp, langs den steenwneg die naar Gent leidt, woont Kamiel Sonneville.
In den tijd van den heer Stevens was het alleenlijk Stampkot, maar toen Kamiel Sonneville 't gedoe als pachter betrok, zijn er maalsteenen bij geplaatst.
Heden is de gebruiker eigenaar geworden en waarschijnlijk zal de molen nog veel zuur en zoet te verduren hebben.

Geert Goethals, "Steenpuist opengebarsten", De Kiosk, Dorpskrant door en voor inwoners van Zwijnaarde, jg. 6, nr. 23, sept. 2012, p. 2.

De windmolen van Zwijnaarde, gelegen aan het kruispunt Heerweg-Noord en Tramstraat, is door iedereen gekend. De oorsprong zou in de 18de eeuw liggen. Eerst als oliewindmolen voor het malen van lijnzaad tot olie, later werd hij gebruikt als graanmolen, initieel als windmolen, daarna met dieselaandrijving. In 1943 werd hij omgevormd tot een elektrische maalderij.

Deze maalderij bleef in werking tot 1963. In 1971 werd een grondige restauratie uitgevoerd. Daarvan getuigt een gedenkplaat op het gelijkvloers van de molen: "Geopend op 6 augustus 1972 door Baron Etienne della Faille en schepenen Vlerick, in aanwezigheid van de eigenaar Kamiel Sonneville". De molen werd op 30 april 1945 geklasseerd als monument.

Sinds de harde en natte winter 2010/2011 vertoonde de windmolen op de oostkant een grote bult. De buitenmantel van de molen is opgetrokken in poreuze steen en absorbeert bij regen en sneeuw vocht. Tijdens zware vrieskou bevriest het water in de stenen, met uitzetting als gevolg. Dit fenomeen leidde tot "de steenpuist" die door velen werd opgemerkt en vraagtekens opwierp! De stabiliteit van de molen komt hierdoor echter niet in gevaar daar de molen een gemetste binnenmantel heeft die volledig intact is. In de lente van 2012 is de steenpuist opengebarsten en zijn de stenen naar beneden gekomen. Eigenaar Koen Steurbaut wil de schade herstellen. Er werd reeds contact genomen met Monumentenzorg om een voorstel uit te werken voor een volledige opknapbeurt. Die wordt voor een groot deel (80%) gesubsidieerd daar de molen geklasseerd is. Tot op heden heeft Monumentenzorg nog niet geantwoord. Het gelijkvloers en de eerste verdieping zouden, na opkuis, een mooie tentoonstellingsruimte kunnen zijn. De huidige eigenaar Koen Steurbaut en echtgenote Sabine Sierens zijn eigenaar van de ganse site, inclusief brasserie "De Mythe" die verhuurd wordt. Zelf baten zij de moderne feestzaal "Het Molenhof" uit.

Arthur De Decker, "Windmolen wordt eindelijk hersteld", De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 10, nr. 37, maart 2016, p. 6.

Het meest beeldbepalend gebouw in Zwijnaarde is zeker de stenen windmolen in de Heerweg-Noord, op de hoek met de Tramstraat. Deze molen met molenaarshuis en hoevegebouwen werd reeds op 30 april 1945 beschermd als monument, het eerste monument in het dorp. Deze ronde beltmolen met zetelkap werd in 1818 gebouwd als lijnoliewindmolen. Van 1954 tot 1965 werkte hij nog uitsluitend elektrisch als korenmolen. Een grondige restauratie in 1971-1972, waarbij kap, wieken, raderwerk, ramen en deuren werden vernieuwd en het metselwerk werd hervoegd, was niet gericht op het herstellen van de maalvaardigheid.

15 jaar terug kocht Koen Steurbaut (NV Steurki) de molen en de
daarbij horende feestzaal ’t Molenhof. Zoals reeds eerder gemeld
in De Kiosk 23 vertoonde de flank van de molen een alarmerende
grote bult. Deze z.g. steenpuist, veroorzaakt door water en vorst,
is ondertussen open gebarsten met een groot gat tot gevolg. Een dringende herstelling drong zich dus op. Voor beschermde mo-
lens gelden heel specifieke voorschriften. Daar een volledige res-
tauratie met het oog op het terug maalvaardig maken € 600.000 zou kosten en dus onbetaalbaar is, besliste de eigenaar enkel een
onderhoudspremie aan te vragen. Deze worden door Onroerend
Erfgoed betoelaagd aan 80% op een geplafonneerd bedrag. Voor
de volgende onderhoudswerken werden premies toegekend:
exterieur (dak, molenromp, kruiwerk) ca. € 20.000 en interieur
(schoren, opkuis, binnenmuren, beplanking vloer) ca. € 28.000.
Als alles verloopt zoals gepland zal de molen dus binnenkort
weer in al zijn glorie te bewonderen zijn. 

De Redactie, "En de molen maalde verder...", De Kiosk, Dorpskrant door en voor inwoners van Zwijnaarde, jg. 13, nr. 51, september 2019, p. 1.

En de molen maalde verder ...
Ook de zomer van 2019 zal worden herinnerd als bloedheet. Nog warmer dan vorig jaar, en het was toen al puffen en blazen.
Hittegolven van veertig graden en geen zuchtje verkoelende wind. De blaadjes vielen eind juli al van de dorstige bomen, evenals de
wieken van de Zwijnaardse oliemolen. Dat laatste had gelukkig niets te maken met de hitte, maar met het vergelijk dat de eigenaar van
de molen met het Vlaams Agentschap voor Onroerend Erfgoed beoogt. Als beschermd monument moet de oliemolen worden hersteld en zelfs opnieuw maalvaardig zijn. Het afhalen van de wieken en herstellen van de kap zijn een eerste stap. Of de molen ooit weer artisanaal zal malen, is zeer de vraag, maar daar malen ze bij de Vlaamse overheid niet om. Als hij maar kan draaien! Het zullen trouwens niet de enige draaiende molens zijn, want er liggen plannen op tafel voor windmolens in de Zuidrand van Gent. Groene energie staat nu eenmaal hoog aangeschreven in het Gentse bestuursakkoord.
Gelukkig is er in Zwijnaarde steeds verkoeling op de terrasjes van de cafeetjes en aan de zijarmen van de schelde, waar opnieuw
volop vis wordt bovengehaald. Fietsers komen dan ook van heinde en verre over de geregulariseerde parkbosbruggen gereden om in
de Bovenschelde te vissen, net zoals de wegpolitie hier automobilisten vist die sneller dan 30 durven te rijden. Blijkbaar een lucratieve bezigheid! We wensen u alvast een aangename en boetevrije nazomer.

Sabine Matthijs, "De Molen" (gedicht), De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 13, nr. 51, sept. 2019, p. 2.

Ooit draaide hij het brood op onze tafel.
De wieken dansten op de deunen van de wind.
Vogels maakten er hun nest
en pikten een graantje mee.
Ook al toont hij de vele jaren,
zijn hemd wat versleten,
zijn broek gelapt,
hij prijkt fier op zijn hoek.
De Zwijnaardse molen ademt mijn thuis.
Dit unicum in Gent wacht dankbaar
op zijn nieuwe zondagse pak.
Jan met de pet groet hem met zijn klak.

Tom Van Wynsberge, "Restauratie van 'Molen Sonneville', De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 13, sept. 2019, p. 2.

In Zwijnaarde staat nog de enige resterende windmolen van Gent: de “Molen Sonneville” (zie De Kiosk nrs. 22 en 23). De herstelwerken aan de molen zijn deze zomer van start gegaan.
Zoals op de coverfoto te zien is, werden de wieken reeds van de molen gehaald.

Deze stenen bergmolen diende oorspronkelijk enkel voor het slaan van olie, maar werd nadien ook gebruikt voor het malen van graan. Bij regentbesluit van Prins Karel van 30 april 1945 werd de molen als monument beschermd, doch dit kon niet verhinderen dat de molen zich in zorgwekkende toestand bevindt. Onder meer een steenpuist heeft de wand aangetast en het dak is dringend aan vervanging toe.
Het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed Vlaanderen vordert
van de eigenaar de volledige herstelling van de windmolen, maar
weigerde ons verdere details.
Maar dat het een zeer prijzige zaak wordt, is duidelijk. Koen Steurbaut en zijn dochter Kim van de NV Steurki, eigenaars
van de molen, ramen de kosten van de totale restauratie op liefst
730.000 €, waarvan slechts 40% wordt gesubsidieerd.
De hoog oplopende kosten zijn volgens hen te wijten aan een slechte uitvoering van de renovatiewerken die in de jaren ‘70 werden gerealiseerd.

Daarom organiseert de eigenaar ook activiteiten voor een financiële ondersteuning. Op 29 september volgt alvast een Zwijntjesontbijt.

Tom Van Wynsberge, "Restauratie molen "Sonneville", De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 16, nr. 62, juni 2022, p. 4.

In 2019 werd voor de stenen oliewindmolen “Sonneville” aan
de Heerweg-Noord 33 een beheersplan opgesteld (zie De Kiosk
nr. 51).
Pas op 15 december 2021 werd voor de notaris een akte van minnelijke schikking verleden tussen het agentschap Inspectie onroerend erfgoed en de huidige eigenaars voor de verplichte restauratie van het beschermde onroerende goed.

In de eerste fase (uiterlijk 1 juli 2022) moet een restauratiedossier voor het volledige herstel worden opgemaakt en goedgekeurd. In de tweede fase (uiterlijk 31 december 2024) worden alle werken aan het bouwtechnische gedeelte uitgevoerd (molenromp en buitenschrijnwerk). Tenslotte volgt in de derde fase (uiterlijk 31 december 2026) het molentechnische gedeelte (o.m. de molenkap en -as en de mechanische maalderij).
Opmerkelijk is de keuze om de molen opnieuw draaivaardig, maar niet maalvaardig te maken, met maximaal herstel van de erfgoedwaarden. Aangezien er in Zwijnaarde geen actieve molengilde is en de molen al sinds de jaren ’30 van de vorige eeuw niet meer gebruikt werd, lijkt dat een verdedigbare keuze.

Zwijnaarde zal dus tegen eind 2026 opnieuw een pittoresk mo-
lenzicht hebben, dat herinnert aan lang vervlogen tijden waarin met windkracht olie uit zaden en noten werd geslagen en graan werd gemalen.

Marc (Careel), "De molen ingepakt", De Kiosk. Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 17, nr. 66, juni 2023, p. 7.

Op het eerste gezicht zou je denken aan een kunstwerk van Chris-
to maar niets is minder waar. De renovatiewerken van de Molen Sonneville zijn nu echt gestart. De molenkap werd er reeds begin maart afgehaald en overgebracht naar een Nederlandse gespecialiseerde firma voor totaalrenovatie. Momenteel wordt het metselwerk van de molenromp zowel binnen als buiten hersteld.
Tegen 2025 zou onze molen weer in volle glorie kunnen draaien
maar hij zal wel niet maalvaardig zijn.

Chris Meerschaut, "Restauratie molen", De Kiosk. Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 17, nr. 68, dec. 2023, p. 7.

De totale restauratie van de stenen molen van Zwijnaarde wordt
geraamd op ruim € 730.000. Architectenbureau Sabine Okkerse
uit Oudenaarde maakte het restauratiebestek op. De Vlaamse
minister voor erfgoed kende op 9 maart 2023 een erfgoedpremie toe van € 110.950 voor de herstelling van de gehavende molen-
romp en op 17 april 2023 een premie van € 150.000 voor de molentechnische restauratie. Molenbouw Boers & Peusens uit Munte verwijderde in juli 2019 de geklinknagelde roeden. Molenbouw de Jongh bv uit Veldhoven verwijderde op 2 maart 2023 de molenkap en staat in voor het molenwerk. Thans voert de firma Aquastra uit Lauwe de romprestauratie uit waarbij de romp geheel werd ingepakt. Het einde van de werken wordt voorzien in 2026.

Tom Van Wynsberge, "Studeren met molenzicht", De kiosk. Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 18, nr. 69, maart 2024, p. 3.

De restauratie van de stenen oliemolen van Zwijnaarde staat voorlopig op pauze. De renovatiekosten lopen immers hoog op (zie De Kiosk nr. 68). Een plan dat zowel een financieel als in-
houdelijk perspectief voor de molen biedt, lijkt meer dan ooit noodzakelijk.

Op 1 februari presenteerden Paul Van Audenhove (van projectontwikkelaar “Coutre”) en architect Paul Lievevrouw (SumPro-
ject) aan bewoners en geïnteresseerden een nieuw plan voor de huidige site. Beide heren hebben veel ervaring met het renoveren
en herbestemmen van cultuurhistorisch erfgoed. Het plan richt
zich op de (beschermde) molen en bijgebouwen, de huidige
parking, horeca (De Mythe) en feestzaal Molenhof.
De belangrijkste zaken van het plan zijn:
• het herstel van de molen met een herbestemming van de grote ruimte in de sokkel, die ook een socio-culturele invul-
ling zou kunnen krijgen;

• de renovatie van de brasserie, met op de bovenverdieping een conciërgewoning;
• het loskoppelen en herbestemmen van de huidige feestzaal, waarbij alle sinds 2020 bijgebouwde delen zullen worden
gesloopt;
• het ontharden en vergroenen van de huidige grindverharding
rondom de molen (de parkeerplaatsen zullen er grotendeels
verdwijnen);

• een nieuw gebouw, bestaande uit drie bouwlagen met nokhoogte op 10 meter, dat dwars op de Heerweg-Noord wordt ingepland en aan 50 studenten huisvesting zal bieden.
Het plan wil ook het zicht op de gerenoveerde molen vrijwaren en de omliggende ruimte omtoveren tot een aangename en  groene belevingsplek voor de buurt. De projectontwikkelaars hopen hun concept nu samen met de bewoners invulling te kunnen geven, onder meer wat betreft een socio-culturele invulling van de nieuwe groene plek.
Toch lieten heel wat aanwezigen op de infovergadering hun bezorgdheden noteren, in het bijzonder wat betreft de studentenhuisvesting en de impact voor de onmiddellijke buren. Ook vroeg men zich af of met de huidige voorgestelde hoogte van de
nieuwbouw de windvang voor de molen voldoende zou zijn. De
ontwikkelaars gaan verder met de feedback aan de slag en willen
ook een werkgroep met de bewoners opstarten.

Denewet Lieven, "Dreigende bouw van appartementen naast de Stenen Molen van Zwijnaarde", Molenecho's, jg. 36, 2008, 1, p. 15-17.

Net als in 2005 wordt de molensite van Zwijnaarde opnieuw bedreigd door een bouwaanvraag voor appartementen (nokhoogte 9 meter) in de aangrenzende westelijke schapenweide.

Gelukkig is er een alerte buurtwerking en dienden verschillende personen de molenverenigingen Molenzorg Vlaanderen vzw en Levende Oost-Vlaamse Molens vzw verzetschriften in.

De huidige aanvraag verschilt slechts licht van de afgewezen aanvraag van 2005. Zelfs al volgt er opnieuw een weigering, toch beklijft ons een onzeker gevoel: blijkbaar is een carrousel ingezet en kunnen inde toekost nieuwe bouwinitiatieven volgen. Alert blijven is en blijft de boodschap.

Anderzijds vedient de Molen van Zwijnaarde, die er uiterlijk nog vrij behoorlijk uitziet, opnieuw maalvaardig gemaakt te worden. Met de geplande hoogbouw aan de westzijde zou hem daartoe alle kansen worden ontnomen.

--------------------

Bezwaarschrift tegen het optrekken van een appartement naast het beschermd monument “molen van Zwijnaarde”, afdeling 24, sectie B nr. 175 H

Zwijnaarde, 4 april 2005
Geachte,
Sinds kort hangt een bekendmaking uit voor een aanvraag tot stedebouwkundige vergunning voor de oprichting van 10 appartementen of kantoorruimte met 8 appartementen + ondergrondse garages (totaal 4768 m3) voor het perceel Tramstraat ZN, 9052 Zwijnaarde, met als kadastrale omschrijving afdeling 24, sectie B nr. 175 H.
Dit perceel maakt deel uit van de site van de molen van Zwijnaarde, geklasseerd als monument bij Koninklijk Besluit van 30 april 1945.
Als omwonenden zijn wij zeer bezorgd om die plannen en zien wij niet graag gebeuren dat de historische site rond de molen van Zwijnaarde volledig verdwijnt.
Vandaar dat wij wensen bezwaar aan te tekenen voor deze plannen op grond van de volgende zaken:
· Het appartementsgebouw waar sprake van is, wordt gepland op het perceel grond (momenteel gebruikt als schapenweide) onmiddellijk grenzend aan het beschermd monument “molen van Zwijnaarde”.
De nota bij de bouwaanvraag vermeldt niets over de intergratie van dergelijke bouwwerken t.o.v.de unieke en reeds minimale open ruimte rond de molen.
De molen zal door de aanleg van het appartement volledig zijn sfeer en ziel kwijt zijn en de aanleg van het appartementsgebouw zal voor de molen al de mogelijkheden wegnemen om ooit nog te kunnen in bedrijf gesteld worden wegens onvoldoende windvang, vooral omdat het gebouw zich bevindt te westen van de molen.
· Het perceel is op een kadastraal plan aangeduid als een perceel waarnaar bijzondere aandacht moet gaan overeenkomstig het natuurdecreet van 21 oktober 1997 (de "zorgplicht" in art. 14 en 16 van dit decreet). Helaas is in de afgelopen jaren een deel van de boomgaard vernietigd alsook een meidoornhaag aan de westkant van het perceel.
Eveneens worden de randen met herbiciden behandeld. In de nota bij de bouwaanvraag wordt niets vermeld over de toepassing van het natuurdecreet.
Ons insziens moet er advies gevraagd worden bij de afdeling natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap omdat de schapenweide met boomgaard en resterende houtkant/haag een biologische waarde heeft en hier de zorgplicht uit het natuurdecreet op van toepassing is.
· Het perceel waar sprake van is, is ingetekend als woonzone. In een woonzone dient echter ook plaats voorzien te worden voor groene ruimten; een woonzone volgens het gewestplan Gentse en Kanaalzone staat niet gelijk met een bouwzone.(art.5 van het K.B. 28 december 1972 betreffende de toepassing van de gewestplannen). Het perceel naast de molen is het laatste beetje groen dat resteert in dat gedeelte van de Tramstraat.
· In de nota bij de bouwaanvraag wordt geen melding gemaakt over de verenigbaarheid van het appartementsgebouw met de omgeving qua bouwstijl en schaal. We zijn echter van mening daar hier sprake is van “schaalbreuk” door de wanverhouding tussen de aangevraagde constructie enerzijds en de bescheiden woningen aan de Tramstraat en de molen anderzijds.
Door de ligging van het appartementsgebouw (centraal op het perceel, 17,90m breed, bouwdiepte 54m) zullen een aantal aanpalende woningen veel zon en licht verliezen. Daarnaast betekent de hoogte (10m40) van het appartement (gelijkvloers, 2 verdiepingen en een verdiep onder de pannen) verlies van privacy van veel omwonenden; aan de zijgevel rechts (gericht op de tuinen van de woningen uit de Tramstraat en de Mantelhof) bevinden zich een 14-tal grote vensters en deuren die volledige inkijk veroorzaken in deze tuinen.
Op basis van al deze bezwaren vragen wij deze bouwaanvraag geheel te weigeren en de historische site rond de molen van Zwijnaarde te bewaren zoals ze vandaag is.

--------------------------

Ministerieel besluit houdende inwilliging van het beroep van het College van burgemeester en schepenen van de stad Gent, om het perceel naast de windmolen te bebouwen

SV/B 4071.6812
- IL -
VLAAMSE REGERING
MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE INWILLIGING VAN HET BEROEP VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN. VLAAMS MINISTER VAN FINANCIËN, BEGROTING, WERK, RUIMTELIJKE ORDENING EN SPORT

Gelet op het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 en zijn latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en zijn latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering op 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, en de latere wijzigingen;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
Gelet op de beslissing van 2 oktober 2008 van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen waarbij het beroep door de heer Cattoir, architect namens Bouquet NV op 23 mei 2008 ingesteld tegen de beslissing van 24 april 2008 van het college van burgemeester en schepenen van Gent tot weigering van de vergunning voor het oprichten van 8 appartementen en bijhorende ondergrondse garage aan de Tramstraat te Gent, kadastraal bekend afdeling 24, sie B nr. 175 h, ingewilligd wordt;
Gelet op het beroep van 24 oktober 2008 van het college van burgemeester en schepenen tegen de beslissing van de deputatie;
Gelet op de redenen tot beroepsinstelling zoals vervat in voornoemd schrijven;
Gelet op de door de deputatie ontwikkelde motieven tot inwilliging van het beroep van de particulier;

Overwegende dat de betekening van de beslissing van de deputatie gebeurde op 8 oktober 2008; dat het beroep van het college van burgemeester en schepenen ingesteld werd binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing; dat het dienvolgens ontvankelijk is;
Overwegende dat artikel 4.3.3. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening de beoordelingsgronden van vergunningsaanvragen vastlegt; dat deze hieronder worden behandeld;
Overwegende dat inzake de verenigbaarheid met stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften het volgende kan worden gesteld;
Overwegende dat het ontwerp volgens het gewestplan Gentse en Kanaalzone gelegen is in woongebied; dat overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen de woongebieden bestemd zijn voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, vooragrarische bedrijven; dat deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen echter maar mogen worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving;
Overwegende dat kwestieuze grond niet gelegen is binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling;
Overwegende dat de aanvraag ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Afbakening grootstedelijk gebied Gent", definitief vastgesteld door de Vlaamse regering op 16 december 2005. In dit uitvoeringsplan werd geen specifieke bestemming toegekend aan het perceel, zodat de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan van kracht blijven;
Overwegende dat het Algemeen Bouwreglement van de stad Gent van toepassing is; dat de aanvraag in strijd is met de artikelen 14 en 26 met het Algemeen Bouwreg-lement;
Volgens artikel 14 moet bij projecten waarvan de verharde oppervlakte (inclusief dakoppervlakte) meer dan 300 m² bedraagt, de afvoer van het hemelwater naar het openbaar domein beperkt en vertraagd worden. Hiervoor dienen bijkomende maatregelen genomen te worden zoals het plaatsen van groendaken, het voorzien van vijvers en grachten, het plaatsen van buffertanks en dergelijke.
Conform artikel 26 moeten alle gemeenschappelijke gangen, sassen en overlopen over een minimale vrije doorgangsbreedte van 1,50m beschikken. Hierbij wordt de slingerkromme van de deuren niet meegerekend. Op het gelijkvloers wordt ter hoogte van de inkomdeur en de deur naar de traphal slechts een vrije doorgangsbreedte genoteerd van respectievelijk 1,15m en 0,65m. Dit wordt opgelost door de volgende voorwaarden op te leggen bij de stedenbouwkundige vergunning:
- de deur naar de traphal op het gelijkvloers moet verwijderd worden.
- de inkomdeur moet aangepast worden zodat een vrije doorgangsbreedte van 1,50 meter wordt gegarandeerd;
Overwegende dat omtrent de aanvraag een openbaar onderzoek werd gehouden en daarbij 3 bezwaren en 2 petitielijsten werden ingediend; dat de bezwaren als volgt kunnen worden samengevat:
1. De oprichting van een appartementsgebouw betekent een visuele aantasting van de molenbiotoop en een vermindering van de windvang van de molen.
2. Door de nieuwbouw gaat het zicht op de molen verloren.
3. De hoogte en de omvang van het appartementsgebouw zorgen voor een schending van privacy en een verlies van zon en licht voor de aanpalende woningen gelegen in de Tramstraat en Mantelhof.
4. De stijl en omvang van het gebouw passen niet in de omgeving. Er is sprake van een schaalbreuk met de woningen langs de Tramstraat rond de beschermde molen.
5. Het perceel is biologisch waardevol. Er moet rekening gehouden worden met de zorgplicht uit het natuurdecreet.
Deze bezwaren worden weerlegd in de verdere motivering van dit besluit. De verwijzing naar de beweerde zorgplicht uit het natuurdecreet kan weerlegd worden door de vaststelling dat het perceel in kwestie niet in biologisch waardevol gebied gelegen is, noch zijn er andere regels, zoals het VEN en Natura 2000 van toepassing;
Overwegende dat over de aanvraag de volgende adviezen werden ingewonnen:
- Het Agentschap Infrastructuur, Wegen en Verkeer verleende op 22 januari 2008 gunstig advies.
- Het Agentschap R-O Oost-Vlaanderen Onroerend Erfgoed gaf op 18 januari 2008 het volgende advies:
"De bouwaanvraag is gelegen naast de als monument beschermde windmolen "De Oliemolen". De bescherming kan niet verhinderen dat het perceel 175h bebouwd wordt. Hierdoor wordt uiteraard het zicht op de molen en de potentiële windvang sterk gehypothekeerd en vermindert de erfgoedwaarde van dit nog landelijk restgebied.
Indien bebouwing niet kan verhinderd worden is de inplanting en het volume van deze aanvraag een betere optie dan het verder aanbouwen langs de rooilijn, temeer daar het voorgestelde bouwvolume gekrompen is ten aanzien van de aanvraag van 2005.
Het zicht op de molen wordt hierdoor minder belast."
Overwegende dat de deputatie in haar beslissing oplegde dat er advies moest gevraagd worden aan de brandweer en dit diende nageleefd te worden zo het voorwaarden zou opleggen of ongunstig zou zijn; dat dergelijke voorwaarde onwettig is wegens strijdigheid met artikel 4.2.19, § 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, waarin bepaald wordt dat voorwaarden moeten kunnen worden verwezenlijkt door enig toedoen van de aanvrager; dat er geen verplichte adviesvraag voorzien is in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waardoor de toetsing aan de brandveiligheid mogelijk wordt gemaakt; dat bij de raadsman van de aanvrager meermaals is aangedrongen op een advies van de brandweer zonder resultaat; dat hieromtrent, zoals vermeld, geen voorwaarde kan opgelegd worden, dit anderzijds ook niet kan beletten dat de stedenbouwkundige vergunning wordt verleend; dat dit enkel tot gevolg kan hebben dat bij het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning deze onuitvoerbaar is.
Overwegende dat de aanvraag moet getoetst worden aan de decretale beoordelingselementen, vermeld in artikel 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; dat hieromtrent het volgende kan worden gesteld:
1° de aanvraag is gelegen langs een voldoende uitgeruste weg. Aan artikel 4.3.5.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is voldaan;
2° Artikel 4.3.6. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake het maximale volume van bedrijfsgebouwen, is op deze aanvraag niet van toepassing;
3° Artikel 4.3.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake toegankelijkheid tot openbare wegen en tot voor het publiek toegankelijke onroerende goederen, is op deze aanvraag niet van toepassing;
4° Artikel 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake het bouwen op door een rooilijn of een reservatiestrook belaste gronden, is op deze aanvraag niet van toepassing;
Overwegende dat inzake de watertoets het volgende kan worden opgemerkt: het terrein ligt niet in een recent overstroomd gebied of is (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied zodat in alle redelijkheid moet geoordeeld worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt in de plaatselijke waterhuishouding, noch dat dit mag verwacht worden ten aanzien van het eigendom van de aanvraag. De aanvraag heeft de watertoets doorstaan.
Er wordt voldaan aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater door het plaatsen van een regenwaterput van 17.000 liter met hergebruik;
Overwegende dat bij de afweging tot het toekennen van een vergunning het aangevraagde verenigbaar dient te zijn met een goede ruimtelijke ordening overeenkomstig artikel 4.3.1. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; dat de overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld overeenkomstig artikel 4.3.1. §2 van de Codex; dat de toetsing in casu uit volgende overwegingen blijkt:
1° de bouwplaats situeert zich in de bebouwde kom van Zwijnaarde, langsheen een belangrijke invalsweg, waar een meergezinswoning in principe toelaatbaar is. In 2005 werd reeds een aanvraag ingediend op deze plaats voor de bouw van 10 appartementen met ondergrondse garage. Deze werd geweigerd door de stad Gent. Het ontwerp bestond destijds uit 3 bovengrondse bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 8,20m en een nokhoogte van 10,62 m. De breedte van het gebouw bedroeg 1,90m en de diepte 29,30m. In de rechter zijgevel bevonden er zich op elk niveau terrassen. De deputatie besliste op 29 september 2006 het beroep van de aanvrager niet in te willigen.
2° gelet op de ligging van het perceel naast een beschermd monument, dient het ontwerp hiermee voldoende rekening te houden. Het perceel onbebouwd laten zoals de bezwaarindieners vragen, kan echter onmogelijk verplicht worden, aangezien het perceel in woonzone gelegen is.
3° onderhavige aanvraag voorziet het gebouw op 10,65 m van de rooilijn, wat het zicht op de molen en de rooilijn ten goede komt Dit is ook de optie die in het advies van het Agentschap R-O Oost-Vlaanderen Onroerend Erfgoed naar voren komt.
Ten opzichte van de aanvraag van 2005 is het gebouw bovendien ingeperkt, zowel qua breedte, diepte als hoogte. Het ontwerp voorziet twee bovengrondse bouwlagen onder de kroonlijst, waardoor het zich beter integreert in de omgeving, gekenmerkt door woonhuizen van twee bouwlagen. Door gebruik te maken van een gebogen dak, wordt een overgang gecreëerd tussen de rechte aanpalende woningen en de molen.
4° het perceel is voldoende groot om een kwalitatieve meergezinswoning toe te laten. Er blijft voldoende groenzone over en het gebouw kan op voldoende afstand van de perceelsgrenzen worden opgericht. Ten opzichte van de rechte aanpalende woningen wordt een bouwvrije zijstrook van minimum 6m aangehouden, de kroonlijsthoogte langs deze kant bedraagt 5,09m, zodat het verlies van licht en zon voor de aanpalende woningen en tuinen wordt beperkt. In tegenstelling tot het ontwerp van 2005, bevinden er zich in de rechter zijgevel geen terrassen meer, zodat de privacy van de aanpalende woningen en ander gerespecteerd wordt.
Het ontwerp heeft een eigentijdse vormgeving, welke een mooi contrast vormt met de historische molen.
Overwegende dat om bovenvermelde redenen het beroep van het college van burgemeester en schepenen ingewilligd wordt, doch evenwel de stedenbouwkundige vergunning wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
- de deur naar de traphal op het gelijkvloers verwijderen;
- de inkomdeur aan te passen zodat een vrije doorgangsbreedte van 1,50 meter wordt gegarandeerd.
Overwegende dat mevrouw S. Kempinaire, raadsman van de stad Gent de wens heeft uitgedrukt om gehoord te worden, dat alle partijen werden opgeroepen; dat op het onderhoud d.d. 14 juli 2009 de her P. Cattoir, architect en mevrouw I. Vandeschoor, advocaat, beiden namens de aanvrager en mevrouw S. Kempinaire, namens de stad Gent zijn verschenen;

BESLUIT:
Artikel 1. Het beroep van het college van burgemeester en schepenen wordt ingewilligd. Bijgevolg wordt de beslissing van 2 oktober 2008 van de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, houdende toekenning van een vergunning aan de heer Cattoir, architect namens Bouquet NV, vernietigd.
Art. 2. Evenwel wordt de stedenbouwkundige vergunning verleend op basis van het door de deputatie beoordeelde aanvraagdossier, onder de volgende voorwaarden:
- de deur naar de traphal op het gelijkvloers moet verwijderd worden;
- de inkomdeur moet aangepast worden zodat een vrije doorgangsbreedte van 1,50 meter wordt gegarandeerd.
Art. 3. Van dit besluit zal kennis gegeven worden aan de heer Cattoir, architect, aan de deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen, aan de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar voor de provincie Oost-Vlaanderen en aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Gent.

28 AUG. 2011
Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport
(Get.) PHILIPPE MUYTERS
VOOR NOTIFICATIE
(Get.) Inge LEENDERS

- B(auters) P(aul), "Oostvlaams molennieuws", Levende Molens, jg. 12, 1990, 4 (april), p. 28-29.

Nog steeds komen nare gevolgen van de laatste winterorkanen aan het licht. (...)

Ook de molen te Zwijnaarde is zwaar toegetakeld. Door het slan van de roeden - die hier ook nog onvoldoende opgewigd waren - is een stuk uit de askop gebroken en binnenin is er ook heel wat schade. Overigens was deze molen, in het begin van de jaren '70 "hersteld", maar op een schabouwelijke wijze. Architekt Paul Gevers werd ook hier belast met een restauratieopdracht. He is de bedoeling er weer een behoorlijke en malende molen van te maken. Een gelukkige beslissing alvast die echter inzet van heel wat middelen zal vergen.

(De Kinderen Els), "Overplaatsing van de molen van Geel-Elsum door minister Waltniel goedgekeurd", Levende Molens, jg. 13, 1991, 7 (juli), p. 52.

Dit bericht vernamen we van architect Paul Gevers die nog meer positief nieuws wist te melden. (...)

De dossiers van de windmolen van Zwijnaarde, de watermolens van Dilbeek en Hundelgem zijn administratief nog niet rond. Maar ook in deze sprak Pal Gevers de hoop uit dat de zaken in orde zouden komen.

Positieve geluiden waarover wij ons verheugen, en warvan wij hopen dat ze in de realiteit worden omgezet.

- Goublomme Alain, "Hoge concentratie van molenmakers in Oost-Vlaanderen", Levende Molens, jg. 14, 1992, 12 (december), p. 92-93.

De restauratie van de Zwijnaardse molen daarentegen heeft wat vertraging opgelopen. Ook deze molen heeft zich als het ware nooit 'hersteld' van een vroegere restauratie. Omdat de eerste kostenraming onredelijk hoog was, zal een nieuwe aanbesteding worden uitgeschreven.

- Cauwels Johan, "Zware, natte winter doet poreuze steen zwellen. Steenpuist verminkt De Windmolen", Het Nieuwsblad, 31.05.2011.
Geert Steurbaut bij De Windmolen (met puist). Foto Frederiek Vande Velde
Zwijnaarde - Op de stenen flanken van de Windmolen in het dorpscentrum van Zwijnaarde staat een grote bult. De misvorming springt enorm in het oog, zo erg zelfs dat bij enkele stadsdiensten en de eigenaar vragen binnenkwamen over het feit of de molen niet op instorten stond. Eigenaar Koen Steurbaut stelt echter gerust.
‘Onze puist valt inderdaad nogal op', lacht Koen Steurbaut. Tien jaar geleden kocht hij De Windmolen en de daarbij horende feestzaal 't Molenhof.
‘Het ziet er erg uit, maar het valt nogal mee. De buitenwand van de molen bestaat uit poreuze steen. Door de vele regen en sneeuw afgelopen winter zogen de stenen enorm veel vocht op. Toen kregen we zware vrieskou en het ijs is in de stenen gaan zwellen. Daardoor gingen de stenen uitzetten en zitten we nu dus met een steenpuist op de molen. De warme dagen hebben er natuurlijk niet voor gezorgd dat de stenen weer zijn gaan krimpen in hun originele vorm', stelt Steurbaut.
Maar de stabiliteit van de molen is, volgens Steurbaut, niet in gevaar. ‘De molen is dubbelwandig en de binnenmuur is gaaf en meer dan stevig genoeg om het gewicht te dragen. De molen is zo sterk als een bunker', klinkt het.
‘Natuurlijk wil ik het wel herstellen. Maar dat zal een flinke som kosten en is niet voor binnenkort. Ik kan maar een beperkt aantal molenbouwers inschakelen. Die zijn zeer duur. Bovendien zal ik ook moeten overleggen met Monumentenzorg, daar kruipt ook heel wat tijd in', stelt Steurbaut.
De stenen bergmolen werd opgericht in 1818, oorspronkelijk om olie te slaan. Later diende de molen om graan te malen. In de jaren veertig werd de molen elektrisch en verdwenen de wieken. In 1971 werd de molen een eerste maal gerestaureerd.
‘Het is de bedoeling dat uiteindelijk de hele molen gerestaureerd wordt', stelt Steurbaut.
‘De fundering van de molen werd onlangs nog wit gekaleid. Toen ik enkele jaren geleden informeerde om het binnenwerk van de molen terug te installeren zodat de molen weer zou kunnen werken, werd me voorspeld dat het 600.000 euro zou kosten. Dus daar begin ik niet aan, maar die buitenmuur moet worden hersteld, want zo is het geen zicht natuurlijk.'

- Weemaes F.D.M., de Kramer I.J., Goeminne L., "De ontwikkeling van de ijzeren en stalen molenroeden in Nederland en België", Molenecho's, jg. 12, 1984, 3, p. 36, 42.

Met de levering (door Verhaeghe, Ruddervoorde) van de roeden voor de molen te Zwijnaarde, werd het tijdperk van de levering van geklonken roeden (voorlopig) afgesloten. (p. 36)

In 1971 werden nog twee nieuwe gemetalliseerde roeden geklonken voor de molen te Zwijnaarde O.Vl. Merkwaardiger wijze betreft het hier ongebiljoende roeden van het model 1897-1908.

Literatuur

Landkaarten
- Ferrariskaart (ca. 1775)(niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken
- Bauters Paul, Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985, p. 346-348.
- Bauters Paul, Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986, p. 140 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25).

- B(auters) P(aul), "Oostvlaams molennieuws", Levende Molens, jg. 12, 1990, 4 (april), p. 28-29.

- (Careel) Marc, "De molen ingepakt", De Kiosk. Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 17, nr. 66, juni 2023, p. 7.

- Cauwels Johan, Zware, natte winter doet poreuze steen zwellen. Steenpuist verminkt De Windmolen, Het Nieuwsblad, 31.05.2011 (overgenomen in: West-Vlaams Molenblad, jg. 28, 2012, herfst, p. 90).

- De Baets Herman, "De verkoop van de houten windmolen van Zwijnaarde", Heemkring Scheldeveld. Jaarboek XX, 1991, p. 107-129.

- De Clercq René, De inwoners van Zwijnaarde in de commerciële repertoria van de 19de eeuw", Heemkring Scheldeveld, Jaarboek XXVI, 1997, p. 75-141.

- De Decker Arhtur,, "De verdwenen houten molen", De Kiosk. Dorpskrant door en voor bewoners van Zwijnaarde, jg. 5, nr. 20, dec. 2020, p. 2.

- De Decker Arthur, "Windmolen wordt eindelijk hersteld", De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 10, nr. 37, maart 2016, p. 6.

- De Keyser Eric, "De bezetting van Gent. Zwijnaarde tijdens de oorlog 1914-1918, Gent, OCMW, 2014.

- De Keyer Eric, "Zwijnaarde: een boeiend en leerrijk verhaal over een Vlaams dorp, door de tijd getekend en door zijn bevolking gekleurd. Zijn geschiedenis, zijn verhalen... en legenden", Zwijnaarde, De Keyser, 2005.

- De Keyser Eric, "Zwijnaarde: een kijk op het leven in ons dorp na de Tweede Wereldoorlog 1945-1960", Zwijnaarde, Porcaera, 2015.

- (De Kinderen Els), "Overplaatsing van de molen van Geel-Elsum door minister Waltniel goedgekeurd", Levende Molens, jg. 13, 1991, 7 (juli), p. 52 (ook over de molen van Zwijnaarde)

- Denewet Lieven, "Dreigende bouw van appartementen naast de Stenen Molen van Zwijnaarde", Molenecho's, jg. 36, 2008, 1, p. 15-17.

- De Potter Frans & Broeckaert Jan, "Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Arrondissement Gent. (...) Zwijnaarde", Gent, C. Annoot-Braeckman, 1864-1870 (overgenomen in: Heemkring Scheldeveld, Jaarboek III, 1972, p. 85-102; herdruk: Roeselare, Familia et Patria, 1993).

- De Redactie, "En de molen maalde verder...", De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 13, nr. 51, september 2019, p. 1.

- Goethals Geert, "Steenpuist opengebarsten", De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 6, nr. 23, sept. 2012, p. 2.

- Goublomme Alain, "Hoge concentratie van molenmakers in Oost-Vlaanderen", Levende Molens, jg. 14, 1992, 12 (december), p. 92-93.

- Holemans Herman, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten U-Z, Opwijk, Studiekring "Ons Molenheem", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2008, p. 95.

- Huys Paul, "Een herstelling aan de abdijmolen te Zwijnaarde (1397-98)", Molenecho's, jg. 13, 1985, 3, p. 133.

- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962), p. 193.

- Kerckhaert Noël, "Levend dorp in een grootstad: Zwijnaarde", Toerisme oost-Vlaanderne, jg. 33, 1984, 3, p. 73-79.

- Marichal Nicolas & Verstraete Lukas, "Zwijnaarde. Een half dagske", Gent, Erfgoedcel Gent, 2022 (reeks Erfgoedwandelplannen).

- Matthijs Sabine, "De Molen" (gedicht), De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 13, nr. 51, sept. 2019, p. 2.

- Meerschaut Chris, "Restauratie molen", De Kiosk. Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 17, nr. 68, dec. 2023, p. 7.

- Moerman Bart, “Dure restauratie om molen van Zwijnaarde weer te laten draaien”, Het Nieuwblad, 02.07.2019.
- Mulders Torie (pseudoniem van Hector Vindevogel), De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (52-53).

- Sonneville Antoine, "Zwijnaarde eertijds en nu. Deel 2", Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1995.

- Sonneville Antoine & De Ley Herman, "Beelden van Zwijnaardes verleden en heden", Heemkring Scheldeveld, Jaarboek VII, 1977, p. 67-98.
- Sonneville Antoine & De Ley Herman, Zwijnaarde eertijds, Nieuwkerken-Waas, Het Streekboek, 1992.

- Van Wynsberge Tom, "Restauratie molen "Sonneville", De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 16, nr. 62, juni 2022, p. 4.

- Van Wynsberge Tom, "Restauratie van 'Molen Sonneville', De Kiosk, Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 13, sept. 2019, p. 2.

- Van Wynsberge Tom, "Studeren met molenzicht", De kiosk. Dorpskrant voor en door inwoners van Zwijnaarde, jg. 18, nr. 69, maart 2024, p. 3.

- Weemaes F.D.M., de Kramer I.J., Goeminne L., "De ontwikkeling van de ijzeren en stalen molenroeden in Nederland en België", Molenecho's, jg. 12, 1984, 3, p. 36, 42.

Mailberichten

- Lampaert Hans & Sonneville Marleen aan Denewet Lieven, 10.03.2012.

- Sieron Nicole, achterkleindochter van olieslagersgast August Sieron, aan Denewet Lieven, 11.07.2012.

Overige foto's

Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Denis Van Cronenburg, 19.04.2020 | Database Belgische molens
© Denis Van Cronenburg, 19.04.2020
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Foto: Koen Steurbaut, Zwijnaarde, 10.02.2008 | Database Belgische molens
© Foto: Koen Steurbaut, Zwijnaarde, 10.02.2008
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Foto: Donald Vandenbulcke, Staden | Database Belgische molens
© Foto: Donald Vandenbulcke, Staden
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Foto: Danny De Baets, aug. 2007 | Database Belgische molens
© Foto: Danny De Baets, aug. 2007
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Verzameling Ons Molenheem | Database Belgische molens
© Verzameling Ons Molenheem
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Prentkaart jaren 1970 (coll. R. Simons, Sint-Huibrechts-Lille) | Database Belgische molens
© Prentkaart jaren 1970 (coll. R. Simons, Sint-Huibrechts-Lille)
Stenen Molen, Molen Sonneville, Oliemolen, Zwijnaarde (Gent), Prentkaart jaren 1950 (coll. D. Vandenbulcke, Staden) | Database Belgische molens
© Prentkaart jaren 1950 (coll. D. Vandenbulcke, Staden)