Vinkem (Veurne), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Rosmolen Dewaele
- Ligging
- Zomerweg 7
8630 Vinkem (Veurne)
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Geo positie
- 51.012745, 2.669094 (Google Streetview)
- Eigenaar
- R. Dewaele
- Gebouwd
- Rond 1896
- Type
- Buitenrosmolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Vierzijdig houten gebouw (wanden thans in metselwerk)
- Gevlucht/Rad
- Verwijderd
- Inrichting
- Verwijderd
- Toestand
- Goed onderhouden
- Bescherming
- niet,
Niet beschermd - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag (tel. 058 299334, R. Dewaele)
- Database nummer
- 1199
- Ten Bruggencatenummer
- 51199
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
Midden op het erf staat een vierzijdige houten rosmolen, waarvan de wanden thans door metselwerk (rode baksteen) vervangen zijn. Het gebouw meet buitenwerks 4,60 x 4,60 meter en wordt als bergplaats gebruikt. De molen werd rond 1896 gebouwd door Petrus Dewaele en bleef in werking tot rond 1928.
De vroegere houten wanden bestonden uit een bakstenen voet met daarop een stijlwerk met beplanking. In het midden van elk van beide zijwanden werd, naast de stijl van 9 cm breedte, een tweede stijl in de muur- en stijlplaten ingelaten teneinde zo een zwaardere steun te bekomen voor de - nu verdwenen - ankerbalk die met een dubbele doorstekende pen in de gekoppelde stijl opgelegd en met twee wiggen verankerd was. Op de door twee korbelen geschoorde ankerbalk draaide de spil die doorheen het vierzijdig eindstuk en het daar met vier bouten op bevestigde (niet meer aanwezige) kransstuk boven het dak uitstak. Aan de centrale spil was het kroonwiel bevestigd; de kammenw aren van bukshout. Als men om één of andere reden kammen moest vervangen, gebruikte men appelaarhout. Het kroonwiel dreef niet rechtstreeks de schijfloop boven de twee maalstenen aan, maar wel via een transmissie-werk. Dit was eveneens het geval met de aanwezige haverpletter. Per uur werd 50-60 kg graan gemalen.
Het oplichten van de bovensteen om deze te kunnen scherpen, gebeurde bij middel van een koord die over een balk geworpen werd. Eén molensteen (diameter 110 cm) ligt in een voetpad ingemetseld; een kleinere molensteen (diameter 90 cm en 10 cm dik) werd ergens aangekocht, maar is nooit in de molen gebruikt geworden.
Twee paarden brachten de spil in beweging: ze liepen alleen, tegen de zon in. Er was geen leistok aan de staartbalk bevestigd; het gebeurde soms dat de paarden rechtdoor liepen zodat aan de bovenkant van de staart een verbindingsbalkje losgetrokken werd waardoor de staartbalk verzakte.
Literatuur
Luc Devliegher, "Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek", in: Biekorf, LXXVI, 1975-1976, p. 257-360; ook verschenen als monografie (Brugge, 1977, 110 p. en 1983, 154 p. - 2de herziene uitgave: Provinciaal Museum van het Bulskampveld te Beernem, Katalogen en Bijdragen, 2), p. 140-142.