Naast het in 1863 gebouwde woonhuis staat een kleine vierzijdige rosmolen uit 1867 die buitenwerks 3,90 x 3,90 m meet. De molen deed dienst als korenmolen. De bakstenen voet is ca. 70 cm hoog en gemetseld met 19de-eeuwse gele bakstenen van 21 x 10 x 6 cm waarmede ook het huis gebouwd is. Op de bakstenen voet is een stijlwerk geplaatst waartegen een beplanking (planken van ca. 22 cm breed) genageld is. In de nok van het dak komen acht kepers samen tegen het vierkantig eindstuk waarop het kransstuk gevestigd is.
In de twee zijwanden staat een zware stijl die ongeveer op halve hoogte een ankerbalk draagt waarvan de uitstekende pen door een wig verankerd is. In de ankerbalk is een taatspot ingewerkt waarin de ijzeren pen draait die in de onderkant van de spil (30 x 30 cm) bevestigd was. Ter hoogte van het kransstuk was de spil verstevigd met ingewerkte ijzeren staven teneinde sleet te voorkomen. In de boven het dak uitkomende spil stak het boveneinde van de schuin neerwaarts lopende staartbalk; deze staart stak door de spil en was er daarboven met twee horizontale balkjes aan bevestigd. Een kapje dekte dit alles af.

De rosmolen - waarin sinds jaren enkel een cylinder (pletten en breken) aangedreven werd - heeft gewerkt tot in 1928, toen een mechanische maalderij geplaatst werd. Er was één paard nodig dat onbegeleid met de zon meeliep. De binneninrichting van de rosmolen is niet meer aanwezig.

Luc Devliegher

Luc Devliegher, "Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek", in: Biekorf, LXXVI, 1975-1976, p. 257-360; ook verschenen als monografie (Brugge, 1977, 110 p. en 1983, 154 p. - 2de herziene uitgave: Provinciaal Museum van het Bulskampveld te Beernem, Katalogen en Bijdragen, 2), p. 129-134.
MMA, "Vakantiehuisjes", Het Nieuwsblad, 17.04.2009.