Stalhille (Jabbeke), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Rosmolen Lootens
- Ligging
- Cathilleweg 6
8490 Stalhille (Jabbeke)
oostzijde
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Geo positie
- 51.206978, 3.079966 (Google Streetview)
- Eigenaar
- Privaat
- Gebouwd
- 1862
- Type
- Buitenrosmolen
- Functie
- Korenmolen
- Kenmerken
- Achtzijdig bakstenen gebouw, destijds met strodak
- Gevlucht/Rad
- Bovenkapje nog aanwezig, staartbalk verdwenen
- Inrichting
- Koningsspil, 1 steenkoppel, wielen met drijfriemen
- Toestand
- Gerenoveerd
- Bescherming
- M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
03.02.1983 - Molenaar
- Geen
- Openingstijden
- Op aanvraag
- Database nummer
- 1195
- Ten Bruggencatenummer
- 51195
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De rosmolen Lootens (naar de uitbater) staat op het erf van de boerderij aan de oostzijde van de Cathilleweg (nr. 6). De hofstede komt immers reeds in 1478 in de documenten voor en werd in 1610 herbouwd (zie hierna).
De rosmolen werd gebouwd in 1862 ten noorden van de schuur en bezit nog een groot deel van het binnenwerk.
Het is een achtzijdige bakstenen rosmolen in gele baksteen (21-22 x 10 x 5,5 cm), buitenwerks 6,20 meter doorsnede. Oorspronkelijk afgedekt met stro, heeft de rosmolen nu een pannen dak. De molen heeft een ingang en vier luikopeningen met diefijzers. De zoldering wordt gedragen door vier evenwijdig gelegen balken. De dakkepers lopen in de nok samen tegen een vierzijdig eindstuk waarop vroeger het kransstuk bevestigd was.
In het midden staat de achtzijdige spil; van onder draait de taats in een taatspot die in een natuursteen ligt. Onder de zoldering was het - niet meer aanwezige - kroonwiel bevestigd tegen de spil die op die plaats een vierzijdige doorsnede heeft. Op de zolder wordt de achtzijdige spil driemaal vierzijdig teneinde op die plaatsen ijzeren beugels te kunnen aanspannen. Ter hoogte van het nu verdwenen kransstuk is de spil met ijzeren staven versterkt. Aan het boveneinde van de spil was de schuin naar beneden lopende staartbalk bevestigd.
Achteraan rechts staat de stoel waarop de steenkuip en de twee molenstenen (diameter 110 cm, dikte 16 cm - loper - en 19 cm - legger - liggen). Het oorspronkelijke aandrijfwerk met kamwielen en schijflopen werd rond 1945-1946 vervangen door wielen met drijfriemen. Een hefboomsysteem met draaikruk en schroef brengt de maalstenen op de gewenste afstand van elkaar. De galg is voorzien van een schroef met twee haken, waaraan twee beugels hangen waarmede men de loper kon oplichten als de stenen gescherpt moesten worden.
De rosmolen, die enkel één koppel maalstenen had, heeft gewerkt tot kort na de tweede wereldoorlog toen een motor geplaatst werd. Er werd gewerkt met drie paarden die naast elkaar liepen in de richting van de zon. Aan de achterkant van de rosmolen gekomen durfden ze wel vertragen, maar ze verdapperden als ze voorbij de ingang kwamen, waar ze soms met de zweep aangepord werden.
De molen werd eerst door de paarden in gang getrokken, dan werden de stenen dichter bij elkaar gebracht waarna men het graan tussen de stenen liet lopen. Per uur kon met 250-350 kg graan grof malen voor dierenvoeder. Er werd niet gemalen voor huishoudelijk gebruik.
Rond 1945 werd een motor geplaatst. De rosmolen van Stalhille was hiermee een van de laatste rosmolens in West-Vlaanderen die met een motor uitgerust werd. Uitzonderlijk is dat behalve het molengebouwtje ook de steenkuip en de molenstenen bewaard bleven. Op 3 februari 1983 werd de rosmolen beschermd als monument en samen met de ruime omgeving (andere hoevegebouwen en de aanpalende weilanden) als dorpsgezicht.
Luc DEVLIEGHER & Lieven DENEWET
De historische hoeve (Elise Hooft, Agentschap Onroerend Erfgoed)
Grote historische hoeve met losse bakstenen bestanddelen waaronder een rosmolen, in U-vorm geplaatst op een groot, onverhard rechthoekig erf grenzend aan de Cathilleweg. De rosmolen werd beschermd als monument binnen een dorpsgezicht dat de volledige hoeve, de gracht en poel aan straatkant en de naastgelegen weide omvat, bij M.B. van 28/10/1981.
Op de kaart van Pieter Pourbus van 1571 wordt op deze plaats een grote hoeve met vier bestanddelen rondom een groot vierkant erf weergegeven, toegankelijk vanaf de straat via een brug over een brede beek. Het opschrift boven de voordeur van het huidige boerenhuis is fragmentarisch en reeds verschillende keren overschilderd, maar laat het gebouw opklimmen tot begin de 17de eeuw. Het wijst op een heropbouw van de boerderij in 1610 door ene Paeys: "PAEYS HOPE / Dhope Van PaeYs heeft MY herbowt / M/D/C.X.". Een figuratieve kaart uit 1723 geeft de "Hofstede Weduwe Keldermans" weer als twee parallelle hoofdvolumes haaks op de straat, zijnde een stenen boerenhuis met stal en een houten schuur, met ten oosten een kleiner stenen volume. Het erf is aan de straat via een poort toegankelijk. Het boerenhuis is duidelijk in drie opgedeeld, overeenkomend met de huidige toestand van het volume. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) en op de Primitieve Kadasterkaart (1830) wordt deze samenstelling aangehouden. In 1862 registreert het kadaster de bouw van een rosmolen in opdracht van de Brugse eigenaar Auguste de Laage de Bellefaye.
De hoeve bestaant uit losse bakstenen bestanddelen die opklimmen tot de 17de en 18de eeuw. Ten noorden staat het boerenhuis van drie traveeën en twee opkamertraveeën, met ten westen een geïncorporeerde paardenstal van twee traveeën. Ten noorden is een haakse aanbouw tegen het huis voorzien, reeds weergegeven op begin-19de-eeuwse kadasterschetsen. Witgekalkte baksteenbouw met grijze plint. Het volledige volume is onder één doorlopend zadeldak gevat (mechanische pannen, nok haaks op straat). Het werd sterk gerestaureerd met o.m. aanpassing van muuropeningen, evenwel de originele volumes respecterend. Boven de segmentboogdeur van het huis, een met florale motieven omlijst medaillon waarin het bovenvermelde opschrift met datering.
Ten westen bij het huis aansluitend, een lager stalvolume onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, nok haaks op straat). Witgekalkte baksteenbouw met rechthoekige poort, staldeur en kleine vensters. Steunbeer rechts naast de poort. In de stal zijn de hardstenen slieten, de hengsels en de bakstenen vloeren bewaard. Ten noorden, aanbouw onder lessenaarsdak.
Ten zuiden van het erf, de parallel met het woonhuis opgebouwde monumentale dubbele dwarsschuur. Gaat wellicht terug op de houten schuur die op de kaart van 1723 wordt weergegeven. Helrode en bruine baksteenbouw onder pannen zadeldak (Vlaamse pannen, haaks op de straat). Zijpuntgevel aan straatkant met resten van muurvlechtingen, gestut door twee versneden steunberen. Twee schuurpoorten, waaronder één onder verhoogde dakoverstek. Luchtgleuven en staldeuren. De getelmerkte gebinten zijn intact bewaard.
Het wagenhuis met typische afgewolfde bedaking, is volledig vernieuwd, maar behield de volumewerking van het oorspronkelijke gebouw.
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Brugge, Kaarten Mestdagh, nr. 1595, Figuratieve kaart die de ligging aanduidt van diverse hofsteden in de wateringen van Blankenberge, 1723.
Rijksarchief Brugge, Kaarten watering van Blankenberge, nr.1239, Caerte Figuratif van een hofstede....van Maximiliaan de Peelaert Steemaeke, 19de eeuw.
Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207:Mutatieschetsen, Stalhille, 1847/4, 1864/17, 1870/3, 1931/17, 1947/3, 1958/9, 1967/11.
Werken
Elise Hooft m.m.v. Boone B., Callaert G., De Bodt V. & Santy P. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35.
Luc Devliegher, "Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek", in: Biekorf, LXXVI, 1975-1976, p. 340-343; ook verschenen als monografie (Brugge, 1977, 110 p. en 1983, 154 p. - 2de herziene uitgave: Provinciaal Museum van het Bulskampveld te Beernem, Katalogen en Bijdragen, 2), p. 122-126;
Germain Monteyne, "Stalhille, parel van het noorden", Beernem, 2000, p. 153-154;
Jeroen Cornilly, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel III. Arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne, Brugge, 2005, p. 112.
V. Goedseels & L. Vanhaute, " Hoeven op land gebouwd. Een verhaal van boerderijen, landschappen en mensen, Leuven/Tielt, 1978, p. 72.