Ter Savelmolen
Nederbrakel (Brakel), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Ter Savelmolen, Ten Zavelmolen
- Ligging
- Hogezavel 6
9660 Nederbrakel (Brakel)
noordoostzijde
900 m ZO v.d. kerk
kadasterperceel B738
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1571 / 1789
- Verdwenen
- voor 1775 / 1861 - 20 mei, brand
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 7367
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Ter Savelmolen of Ten Zavelmolen was een houten korenwindmolen aan de noordoostzijde van de Hogezavel (nr. 6), op 900 meter ten zuidoosten van de kerk van Nederbrakel. De staakmolen was in de 19de eeuw uitgerust met drie steenkoppels.
De molen is opgenomen in de penningkohieren van Nederbrakel van 1571 (f° 104 r°): "Claeis Stevins ... erfve den coorin wintmuelen staende up d'abbeelcautere gheextimeert tj(aer)s 180 pond". De genoemde Claeis Stevins was tevens de huurder-pachter van de watermolen ten Ende in Nederbrakel (zie aldaar).
De molen wordt aangeduid in het gemeenteplan van 1650.
Daarna verdween de molen. We vinden hem bijvoorbeeld niet terug op de Vollaretkaart van 1745-1748, noch op de Ferrariskaart van ca. 1775.
Aloïs De Staercke uit Nederbrakel deed in 1780 een aanvraag om op Wolfsputte, iets ten zuidoosten van de Hogezavel, een koren- en oliewindmolen te bouwen. Er was veel verzet van andere molenaars en er werd geen octrooi toegekend.
Molenaar Jan-Baptist Crombé liet op dezelfde plek, op "den Hoogen Saelvel" in Nederbrakel in 1789 een nieuwe korenwindmolen bouwen. En wat meer is, Jan-Baptist was in 1786 nog de pachter-molenaar geworden van de nabijgelegen molen te Vele!. Hij had op 19 maart 1789 een partij zaailand op de Hogezavel gekocht. Precies een dag later, op 20 maart, kreeg hij van keizer Jozef II het octrooi om op die plek zijn molen te bouwen. Als voorwaarde werd onder meer vermeld dat de molen op tweehonderd passen van de grote weg en binnen het jaar moest worden opgericht. De molen werd belast door de Watergravie van Vlaanderen voor 2 hoed (mud) tarwe per jaar.
Ongeveer 3 jaar later, op 10 april 1792, kocht Jan-Baptist Crombé nog een bijkomend stuk grond, eveneens gelegen op de Hogezavel in Nederbrakel.
Het kaartboek van Nederbrakel uit 1794 vermeldde hem als eigenaar van het perceel nr. 30 (74 roeden groot) met daarop een windmolen, gelegen op de Hoogen Saevel, in de toenmalige zesde wijk van Nederbrakel.
In de pointinckrolle van Nederbrakel werd de belastingsoppervlakte, alsook de te betalen belasting voor Jean-Baptiste Crombé opgetekend.
Hij staat tevens genoteerd in de volkstelling van Nederbrakel, waar hij rond 1796 als mulder werd gesignaleerd op Ten Bossche, waartoe de Hogezavel behoort.
Na het octrooi van 1789 verschijnt hij opnieuw op kaarten: in het kaartboek van Nederbrakel (1794), in de Atlas der Buurtwegen (1845) en de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850).
De windmolen werd in 1834 ingedeeld in klasse 2, met een kadastraal inkomen van 190 frank.
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Vandenhaute Jozef, molenaar te Nederbrakel
- 04.05.1836, verkoop: a) De Backer-Buydens Jan-Baptist, molenaar te Nederbrakel en b) De Waele-Twembeke Pierre, molenaar te Nederbrakel (notaris Vidts)
- 09.08.1852, verkoop: Menschaert Francis, zonder beroep te Aspelare (notaris Vidts)
- 20.02.1855, verkoop: Cieters Jan-Baptist, landbouwer te Denderwindeke (notaris Roman)
In het begin van de 19de eeuw was de molen in het bezit van molenaar Jozef Vandenhaute.
Vanaf 1836 werd de molen 25 jaar lang voortdurend te k oop worden aangeboden. Er zijn talloze vermeldingen in de aankondigingen over deze pogingen tot verkoop:
- op 6 april 1836 door notaris De Vidts in de herberg bij Frans Risselin
- op 26 maart 1841 in de herberg De Groenen Jager
- op 27 december 1843 in Het Verken. Hij was dan eigendom van J.B. De Backer-Buydens
- in 1848 poging tot verkoop door notaris Rombaut in herberg De Klok op de Markt
- in 1852: Frans Menschaert als nieuwe eigenaar
- in 1855: aan landbouwer Jan-Baptist Cieters uit Denderwindeke
De staakmolen brandde af op 20 mei 1861. De Scheldegalm meldt: "De windmolen van den heer J.B. Cieters is den 20 mei te Nederbrakel afgebrand. De schade bedraagt 19.000 franks".
De molen werd niet herbouwd. We vinden hem niet meer terug op de kaart Vander Maelen en de kadastrale kaart van P.C. Popp.
Lieven DENEWET, Bruno DE STERCKE & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archiefbronnen
Stadsarchief Gent, Penningkohieren Nederbrakel, 1571, f° 104 r°.
Rijksarchief Gent, Oud gemeentearchief Nederbrakel, nr. 246. Kaartboek van Nederbrakel (1794).
Rijksarchief Gent, Oud gemeentearchief Nederbrakel, nr. 102 (prijsije van 1786 van molen Te Vele).
Rijksarchief Gent, Oud gemeentearchief Nederbrakel., nr. 204 (akte aankoop zaailand, 19.03.1789)
Rijksarchief Gent, Vorstelijke Domeinen, nr. 101 (octrooi oprichting Ter Zavelmolen, 20 maart 1789)
Rijksarchief Gent, Oud gemeentearchief Nederbrakel, nr. 206 (aankoop stuk grond, 10.04.1792)
Rijksarchief Gent, Oud gemeentearchief Nederbrakel, nr. 246. Kaartboek van Nederbrakel door Benedictus Pieters (1794).
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1911 (verzoekschrift door Alöis De Staercke voor de onrichting van een graan- en oliewindmolen op Wolfsputte in Nederbrakel - niet gevolgd door een octrooi, 1780).
Gedrukte bronnen
De Scheldegalm, kort na 20 mei 1861 (kort verslag van de brand)
Werken
Baguet P. & Van De Mergel F., Terugblik op Nederbrakel, s.l., 1990.
Brakels T., Geschiedenis van Nederbrakel Opbrakel en omstreken, Kortrijk, 1952.
Holemans Herman, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen, (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen 1962, Tweede band, 1963).
Vandeputte Julien Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974.