Het Rattekot
Kortrijk, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Het Rattekot, Rattekotmolen, Molen van het Goed te Knesselare, Molen Van Meenen
- Ligging
- Oudenaardsesteenweg
8500 Kortrijk
vroegere Zwevegemseweg
nabij Elfde-Julilaan
1,2 km ZO v.h. centrum
kadasterperceel B221
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1467 / kort na 1600
- Verdwenen
- ca. 1580, oorlog / 1833 - 12 augustus, brand
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Oliemolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 5305
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen van het Goed te Knesselare (soms "Clessenaere), die later de benaming Het Rattekot (Rattekotmolen) kreeg, was een houten oliewindmolen, links van de Oudenaardsesteenweg (vroegere Zwevegemseweg), zo ongeveer waar de Elfde Julilaan begint. De molen behoorde bij het Goed te Knesselare.
Het Rattekot wordt als dusdanig vermeld in het landboek van Kortrijk-Buiten uit 1770: een "erve daer het rattecot op staet". Hij wordt soms ook vermeld als de "molen van het Goed te Knesselare (soms: Clessenaere).
De staakmolen werd opgericht voor 1467. Toen nam Guillaume vanden Eeckoute "de wind" van de molen in erfelijke cijns voor 6 schellingen parisis per jaar: "a prins a cense heritable le vent d'un molin estant ... au lieu nommé tgoet te Knesselaere pour 6 s. par. par an rente heritable".
Na de vernieling van de molen tijdens de troebelen rond 1580, werd hij na 1600 herbouwd. Begin 17de eeuw verkreeg de weduwe van Jacques van Lansberghe, eigenares van de molen "up tgoet te Clessendaele", een octrooi voor de oprichting van een windoliemolen.
Molens dienden vroeger vaak als oriënteringspunten voor afbaking van tiendengronden of andere begrenzingen. De molen diende in 1747 als richtpunt voor de afbakening van het Bovekerketiend: "oostwaert op den west teerlinck van het staemcot (stampkot), genaemt het rattecot".
In het landboek van Kortrijk-Buiten door Steur (1770) staat hij vermeld als de "erfve daer het rattecot op staet", in het bezit van de erfgenamen van Johannes Baptiste Rebs. Hij viel ook onder het "Schellebroecktiend" en staat daar vermeld als het "rattecot ofte olyemeulen".
Op 12 augustus 1833 brandde het Rattekot buiten de Sint-Janspoort af. François Joseph Van Meenen was toen de molenaar en de eigenaar was baron Auguste de Beekman uit Brussel. De bevolking kende meestal de naam van de molenaar beter dan die van de eigenaar, die vaak niemand kende. Daarom sprak men in krant van de molen van Van Meenen.
De staakmolen werd niet heropgericht. Toch staat hij nog als "Rattekot" vermeld op de plattegrond van W.J. Henry van de stad Kortrijk in de jaren 1850, maar hij komt niet voor in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1841) of in de legger bij de Poppkaart.
Lieven DENEWET & Pierre MATTELAER
Literatuur
Archieven
Archives départementales du Nord, Chambres des Comptes, register uit 1467.
Rijksarchief Kortirjk, Oud stadsarchief Kortrijk, nr; 1204: Steur, Landboek Kortrijk-Buiten, 1770 (kanton II, nr. 170).
Rijksarchief Kortrijk, Oud archief O.-L.-Vrouwekerk, registers, nr. 95: F. De Bal, "Beschrijvinge vande grooten, canten ende abouten... onder de thiende ghenaemt Bouvekerk", 1747.
"Caerte van de Schellebrouck tiende". Gekleurde pentekening.
Gedrukte bronnen
Gazette van Bruggge en van de provincie West-Vlaanderen, 13.08.1833.
Werken
Goeminne Luc & Coutant Yves, "Vlaamse molenvermeldingen in 1467", Molenecho's, XVI, 1988, p. 171-181.
Mattelaer Pierre, "De Kortrijkse molens", De Leiegouw, XVIII, 1976, p. 323-352.
Mattelaer Pierre, De windmolens van Kortrijk, De Leiegouw, LIII, 2011, 1, p. 5-77 (40)
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
E. Huys, "Onze windmolens", p. 232.
W. Van Hoorick & E. Roets, "Molens en molenaars".