Molenechos's Homepage Molenechos.org

Kruisbergmolen

Pittem, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Kruisbergmolen, Kruisheremolen
Ligging
Waterstraat 19
8740 Pittem
nabij Brugsesteenweg
1,9 km ZW v.d. kerk
tegenover de Rijsselendemolen (Ardooie)
kadasterperceel D472
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
1789 - 1790
Verdwenen
1923, verplaatst naar Langemark, Steenakkermolen
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
5223

Beschrijving / geschiedenis

De Kruisbergmolen was een houten korenwindmolen aan de Waterstraat, ten zuiden van nr. 19, nabij de Brugsesteenweg, tegenover de nog bestaande Rijsselendemolen te Ardooie, op 1,9 km van de kerk van Pittem.

In 1789 kreeg de Ruiseleedse molenmaker Pieter Corneille Hoste opdracht van molenaar Lodewijk van Poucke om de Kruisbergmolen te bouwen. Het bouwjaar 1790 staat vermeld op het klauwijzer van het steenkoppel onder het voorwiel.
Molenaar van Poucke kon nauwelijks van zijn eigendom genieten want hij stierf nog geen twee jaar later, in 1791. Zijn weduwe kon de zware hypotheek niet aflossen en moest de molen verkopen.

In de herberg “de Dry Linden”, bewoond door Leo Werbroeck op de Plaetse van Ardooie, wordt op zaterdag 25 juni 1791 openbaar verkocht: een zeer schone en wel beklante korenwindmolen met woonhuis en stalling, in het voorbije zomerseizoen alles nieuw gebouwd, met het recht van nog 26 jaren cijnspacht aan 3 bunderen 400 kleine roeden land, waarop de voormelde molen en nog andere edificiën staan, competerende aan jonker Piers de Welle te Gent, gelegen “t’eenen blokke aen elkanderen” binnen de parochie van Pittem nevens de Kalsyde van Brugge naar Kortrijk; vrij vanaf baefmisse (= 1 oktober) 1791; ingesteld op 401 £ gr. Inlichtingen bij de baljuw en procureur Roelens te Ardooie en de notaris Verhulst te Pittem. (Gazette van Gend,  16 en 26 mei, 20 en 23 juni 1791)

Koper was de Pittemse notaris en "prijzer" Renerius Verhulst voor 4812 ponden parisis. Hij verhuurde de molen aan molenaar Jan Boutte uit Zwevezele. In de "Gazette van Gend" van 5 en 15 maart verscheen de volgende pachtadvertentie: "Openbaar te verpachten: een shcone en welbeklante korenwindmolen, met woonhuis, schuur en stalling, benevens drie bunderen zaailand daar medegaande, staande in PIttem, westelijk van de dorpskerk dicht bij de steenweg van Brugge naar Kortrijk. Vrij direct vanaf mei 1792. Eigenaar vande molen is Renerius Verhulst, notaris en prijzer te Pittem. Ook nog andere zaailanden (van 2? 3 of 4 bunderen) en maaimeers (1/2 bunder) zijn te pachten."

Jan Boutte woonde op de Kruisbergmolen tot 1802. Darna kwam Barbara van de Putte, de weduwe van Pieter Boonaert, er haar intrek nemen. Bij haar woonde het molenaarsgezin van François Robert uit Zwevezele. Ze hertrouwde in 1804 met Jan de Deckere uit Meulebeke, die de molen uitbaatte tot rond 1807. Dan ging de molen over op Bernard Pattyn uit Hooglede, die er woonde tot 1817. In dat jaar nam Sebastiaan Goethals uit Meulebeke het bedrijf over. In 1855 trok de familie Goethals naar de Plaatsmolen en liet de Kruisbergmolen over aan Karel van Brabant uit Ardooie, vermoedelijk tot 1895. Zijn tweejarig zoontje werd op 31 maart 1866 getroffen door een draaiende molenwiek en was op slag dood.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Piers de Raveschoot Philippus, eigenaar te Gent (de huurder is Goethals)
- 14.05.1859, deling: en de deelhebbers: a) de Kerckhove d'Ousselghem Gustave Philippe, eigenaar te Vosselare, b) de Kerckhove d'Ousselghem Pelagie Louise, echtgenote della Faille Hypolite Louis Théodore, senator te Lede, c) de Lichtervelde Camille Emmanuel Charles, eigenaar te Gent, d) de Lichtervelde Victorine Marie Ghislaine, echtgenote Vandensteen de Jehay Victor Augustin Philippe, eigenaar te Gent, e) de Clercque Wissocq Virginie Colette, weduwe de Kerckhove d'Ousselgem Jules Joseph, eigenares te Gent en haar drie minderjarige kinderen Irma Marie Ghislaine, Edgard François Marie Ghisleen en Marie Ghislaine (notaris Lammers)
- 01.09.1859, deling: de Kerckhove d'Ousselghem Gustavus Philippus, eigenaar te Vosselare (notaris Eggermont)
- 21.11.1863, verkoop: Van Brabant Charles, molenaar te Pittem (notaris Vandoorne)
- 15.03.1881, verkoop: Joost de ter Beest-de Bie de Westvoorde Eugenius Camillus Jean Marie Ghislenus, eigenaar te Pittem (notaris Depand).

Aan molenaar van Brabant herinnerde tot voor kort in de huidige Steenakkermolen te Langemark (zie hierna) de inscriptie in de zware middenlijst naast de trap naar de bovenste zolder. Boven zijn naam stond het bouwjaar 1790 gebeiteld. De kinderen van Brabant verlieten de Kruisbergmolen in 1923. Deze inscriptie verdween echter met de vervanging van deze middenlijst bij de laatste restaruatie in 2014.

Molenmaker Jules Lievens brak de molen af en bracht hem in 1923 over naar Langemark, ter vervanging van de vernielde Steenakkermolen. Aldaar bestaat hij nog steeds. Molenmaker Lievens verrichtte zelf het transport van de afgebroken Kruisbergmolen. Daarvoor gebruikte hij een wagen met twee paarden. De roeden werden vervoerd onderaan de driewielkar waarvan het voorwiel verwijderd was. Lievens moest zeven keren heen en weer om alle molenonderdelen ter bestemming te krijgen. Eens ter plaatse werd alles weer gemonteerd. Jules Lievens maalde er zelf tot in 1929.

De molenaarswoning (Waterstrat 19) bestaat nog. Het werd vermoedelijk gelijktijdig met de Kruisbergmolen opgetrokken. Op het primitief kadasterplan weergegeven met woning op de huidige plaats, met parallel ten noorden twee bijgebouwen langsheen de straat. Hoog eenlaagsvolume in witbeschilderde baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen (nok parallel met straat), vernieuwde muuropeningen met betonlateien. Erfgevel van vijf woon- en twee staltraveeën, getoogde staldeur en -venster, latere oostelijke staluitbreiding onder lessenaardak.

Zie ook: Langemark, Steenakkermolen

Lieven DENEWET, Herman HOLEMANS & Valère ARICKX

Literatuur

Archieven
Rijksarchief Brugge, Verzameling kaarten en plannen, nr. 1501: Plan van de steenweg tussen Tielt en de herberg 'Rysselinde' op de baan van Brugge naar Kortrijk, door C. Verhaeghe, 1756.

Uitgegeven bronnen
Gazette van Gend, 16 en 26 mei, 20 en 23 juni 1791
Gazette van Gend, 5 en 15 maart 1792
Standaerd van Vlaenderen, donderdag 5 april 1866, p. 2, kol. 3.

Werken
Lieven Denewet & L. Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's, XXII, 1994, nr. 3-4 (speciaal themanr., 7), 1994, p. 148, 295.
Frans Hollevoet e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005.
K. Devooght & P. Santy, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, 2010.
V. Arickx, Geschiedenis van Pittem, Pittem, 1951, p. 140, 184.
F. Hollevoet e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 140.
H. Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001.
Wilfried Devoldere, Heden en verleden. Daarbij die molen ... Vooruitblik op Erfgoeddag 2009, Het gemeentelijk infoblad Pittem-Egem, jan.-febr.-maart 2009.
Devooght K. & Santy P., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, 2010.