Molenechos's Homepage Molenechos.org

Oostmolen

Oostkerke (Damme), Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Oostmolen
Ligging
Hoekestraat
8340 Oostkerke (Damme)
ten oosten van de Dorpsmolen
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1405
Verdwenen
voor 1481, verplaatst naar Hoeke
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
5093

Beschrijving / geschiedenis

De Oostmolen was een houten korenwindmolen aan de noordzijde van de straat van Oostkerke naar Hoeke, bij een kruispunt van wegen. Vanaf de plaats waar de Oostmolen heeft gestaan, loopt de straat, die nu Zaalkeetstraat wordt genoemd, naar de Krinkeldijk en gaf aldus een rechtstreekse verbinding met Hoekedorp ; en iets ten noorden van de Oostmolen, verbond de Holledreef de Hoekestraat met de Sabtsweg. Deze molen was dus gunstig gelegen want hij kon uit vier richtingen benaderd worden. Vooral de verbinding met Hoekedorp was belangrijk.

De Oostmolen werd immers opgericht door de heren van Oostkerke voor 1405, ter vervanging van de staakmolen bij de kerk van Hoeke, die door overstroming was verdwenen (zie: Hoeke, Molen van Jan Tobin). Hij werd onder de naam "Oostmolen"  vernoemd in documenten vanaf 1405. Het register van de landen en renten van de Dis van Lissewege vermeldt in 1405 een rente geschonken door Jacob fs. Willem Van Dudzele aan de Dis van Lissewege en die bezet was op een huis en 4 gemeten land liggende in het Ambacht en de parochie van Oostkerke oost van de kerk, en zuidoost van de Oostmolen‚ met het noordeinde aan de heerweg.

Een vroegere Heer van Lembeke, nl. Zeger de Baenst, was kort na 1462 in het bezit gekomen van twee molenwallen: deze te Hoeke en deze van de Oostmolen te Oostkerke. Deze twee molenwallen zijn blijkbaar in het bezit geweest van de herenfamilie met de naam 'van Oostkerke' die uitgestorven is in 1462.

De omstandigheden en de bereikbaarheid van de Oostmolen werden echter gewijzigd wanneer, rond 1412, de Hoekevaart gedolven werd om de streek beter te ontwateren. Een deel cliënten van de Oostmolen konden de molen moeilijker bereiken of ze moesten een langere omweg maken. Waar de belangrijke weg van Hoeke naar Westkapelle afgesneden was door de Hoekevaart, was een brug gelegd: daar was dus de geschikte plaats voor een molen Wij menen dan ook dat de huidige Hoekemolen precies daar opgericht is, tengevolge van het delven van de Hoekevaart waarover de Hoekebrug was gelegd Oostmolen verdwenen is. en dat tengevolge daarvan de Oostmolen verdwenen is.

Daarop lieten de heren van Oostkerke de Oostmolen na het delven van de Hoekevaart  in 1412, maar zeker voor 1481, hun Oostmolen verplaatsen naar Hoekebrug waar hij nu nog altijd staat (weliswaar sinds 1840 in steen).

Op diezelfde grond had de kerk van Lissewege ook een rente. Het rentenregister van de kerk van Lissewege, gemaakt in 1555, geeft er een nauwkeuriger beschrijving van: De grond waar de rente op bezet was, lag ooet van de kerk van Oostkerke, met het noordeinde aan de heenveg, met het zuiden aan een watergang.

Het was de hofstede waar Pieter Heussen op ‘doende; en de rente was ook geschonken door Jacob van Dudzele. Het is echter zeer belangrijk dat dit register er bijvoegt dat de grond waarop de rente bezet was, lag in het 9de begin van de Wetering van Sheer Baselishoek. Het 9de begin van deze watering ligt ten zuiden van de huidige Hoekestraat tegenover het derde begin van deze Watering, dat ten noorden van dezelfde straat ligt en waarin in 1555 een molenwal vermeld wordt. Er blijft dus geen twijfel over: de in 1405 vermelde Oostmolen stond op de molenwal die in 1481 en in 1555 vermeld wordt en die in het 3de begin van de Watering Sheer Baselishoek lag en met het zuiden paalde aan de Hoekestraat.

De ligging van de Oostmolen ten opzichte van de kerk van Oostkerke is blijkbaar in de renteboeken van Lissewege niet helemaal correct beschreven. Het 3de begin van de Watering van Sheer Baselishoek ligt in werkelijkheid meer ten noorden van de kerk van Oostkerke. Gezien echter vanaf de ligging van de Dorpsmolen, lag de Oostmolen in het derde begin van Sheer Baselishoek‚ werkelijk vlak ten oosten van de Dorpsmolen. Gezien de Oostmolen dus meer noord van de de kerk leg, is hij dan ook bijna zeker identiek met de molenwal van de weduwe van Louis van Oostkerke.

Na het delven van de Hoekevaart hebben de  heren van Oostkerke hun Oostmolen verplaatst naar Hoekebrug waar nu nog altijd de Hoekemolen staat. Deze werd voor het eerst in 1481 vermeld.

Zie ook:
Hoeke, Molen van Jan Tobbin
Hoeke, Hoekemolen

Lieven DENEWET & René DE KEYSER

Literatuur

Archief Spermalie, Register renten en landen van de kerk van Oostkerke, anno 1481, f° 12, art. 63 (vermelding 1481).
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
R. De Keyser: "De Dorpsmolen van Oostkerke", in: Rond de Poldertorens. Handelingen van de Kring voor Heemkunde en Geschiedenis "Sint-Guthago" voor de Ambachten van Dudzele, Oostkerke, Lissewege en Moerkerke, Driemaandelijks tijdschrift, Oostkerke, jg. 27 (1985), p. 145-187.
De Keyser R., "Dorpsmolen Oostkerke", in De Kleine Kroniek, jg. 11, nr. 1, 2003, p.  895-905.
Hillewaert B., "Archeologische inventaris  Vlaanderen. Band II: Oostkerke-bij-Brugge", Gent, 1984, p. 184,  395-406.
Callaert G. & Hooft E. m.m.v. Santy P. & Snauwaert L., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Damme, Deel I: Stad Damme, Deelgemeenten Hoeke, Lapscheure en Moerkerke, Deel II: Deelgemeenten Oostkerke, Sijsele en Vivenkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL17, 2006.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.