Beukemaeremolen
Lissewege (Brugge), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Beukemaeremolen, Beukemaremolen
- Ligging
- Beukemarestraat
8380 Lissewege (Brugge)
bij de verdwenen hoeve Beukemare
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1405
- Verdwenen
- tussen 1802 en 1835
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 5063
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Beukemaeremolen was een houten korenwindmolen bij de hoeve Beukemare. Hij was gelegen aan de huidige Beukemarestraat, een doodlopende, korte straat, vertrekkend van het Lisseweegs Vaartje. De straat liep oorspronkelijk naar Heist maar werd door de aanleg van het zeekanaal, circa 1900, afgesneden. Ligt in de wijk Nieuwdorp.
Het toponiem Beukemare zou teruggaan tot de Frankische tijd. De naam kan worden verklaard als een samenvoeging van beuk als boom, en mare in de betekenis van een stilstaand water of hoge zanderige plaats. Door het gebied loopt een waterloopje met de naam Beukemare, later Kemelader genoemd. In de 13de en 14de eeuw is er sprake van het geslacht Beukemaere, eigenaars van het oude leengoed "Beukemaere". Het leenhof wordt vermeld in het cartularium van 1236 van de abdij Ter Doest.
De site met bijhorende molen staat afgebeeld op de kaart van Pieter Pourbus (1561-1571). De historische hoeve met dezelfde naam moet wijken in de jaren 1980 voor de uitbreidingswerken van de haven van Zeebrugge en wordt (zonder de monumentale inrijpoort) heropgebouwd op het grondgebied Dudzele bij het crematorium en parkbegraafplaats "De Blauwe Toren" (cf. Dudzele, Zeelaan nr. 2).
In het Renteboek van de Armen van Lissewege uit 1405 (f° 27) is er sprake van de Boekemaermolen: "bezet up 1 g 10" en land noordoost "van de kercke west van Beukemare muelne ant waterscip tussen Margriete f. Pieter Boninsland...". We vi nden de molenaangeduid op de kaart van het Zwin door Claissins, 16de eeuw.
Enkele bekende molenaars:
1602: Peter Morret
1625: Thomas Bert
1643: Paulis Briels
1661: Cornelis Smalleganck
1777: Jacob Croos
1802: Edward Devroe
De staakmolen verdween tussen 1802 en 1835.
Literatuur
Rijksarchief Brugge, Renteboek van de Armen van Lissewege, 1405, f° 27.
M. Coornaert, "Een overzicht van de molens in het Noordvrije", in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.
René De Keyser, "Vroegere olie- en watermolens te noorden van Brugge", Rond de Poldertorens, III, 1961, 4, p. 140-146.
Ballegeer J., Lissewege bezocht, 1999, pagina 41.
Schouteet A., De straatnamen van Brugge. Oorsprong en betekenis, 1977, pagina 26.
Vandepitte G., Toponiemen te Lissewege, in Rond de Poldertorens, jaargang 30, nummer 3, 1988, pagina's 123-127.
Gilté S., Van Vlaenderen P. & Vanwalleghem A. m.m.v. Dendooven, K., Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeenten Dudzele, Lissewege en Zeebrugge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL25, 2006.