Molenechos's Homepage Molenechos.org

Watermolen van Moregem

Moregem (Wortegem-Petegem), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Watermolen van Moregem, Het Kieken
Ligging
Heerbaan 6
9790 Moregem (Wortegem-Petegem)
grens met Bevere (Oudenaarde)
1,1 km O v.d. kerk van Moregem
op de Molenbeek
kadasterperceel B112


Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1272 / voor 1442 / 1769
Verdwenen
1853, huis
Type
Onderslag watermolen
Functie
Korenmolen, later ook oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
4889
© Het Kasteel van Moregem. Foto: Myleen Vercaempst, 09.09.2011

Beschrijving / geschiedenis

Ten noorden van de Heerbaan, aan de grens met Bevere (Oudenaarde), waar de weg overgaat in Kortrijkse Heerweg, bij het kasteeldomein van Moregem staat nog het gebouw van een korenwatermolen op de Molenbeek, een beek die eveneens de kasteelgrachten voedde.

Deze watermolen bestond al in 1272. In 1442-1446 verhuurde Janne van den Heede de molen aan Jan Baudins en iets later aan Jacop de Coninck.
In de penningkohieren van Moregem van 1571 staat te lezen: "Carle de Lepeleire pacht van K. Mt. een watermeulene genaemt de meulen te mooreghem met de huissingen daeropstaende ende nog 3 vijvers daermede gaende dan of hij de grootte niet en weet tsjaers saemen voor 230 L. 8 s. p..."
In 1577 had dezelfde huurder tevens een vierendeels land in gebruik en betaalde als vergoeding 45 zakken rogge, die op drie verschillende tijdstippen moesten geleverd worden.

In het wegenisdossier van het Stadsarchief te Oudenaarde was er op 25.07.1774 melding van "de brugghen bi de waetermeulen van Mooreghem maeckende het ghescheet van Bever ende het gheseide Mooreghem..."

In de Gazette van Gent van 1 augustus 1796 verscheen de volgende advertentie met de vraag naar een nieuwe molenaar en olieslager "van goed gedrag": Men zoude geirne iemant vinden die, getuygenissen konnende geven van zyn goed gedrag, voorzien van souffisante borgen, en bekwaem zynde tot het bedienen van eene plaetse van Molenaer en Oliestamper, zoude genegen zyn om in die beyde kwaliteyten, en op redelyke conditiën, te bedienen eenen watermolen, nieuw gebouwd, staende binnen de prochie van Mooreghem, op het gescheet van Beveren by Audenaerde”. Gegadigden kunnen zich wenden tot de burger (= de door de Fransen ingevoerde term “citoyen”) K. van Hoobrouck te Moregem of tot de burger  N.N. Teirlinck, molenmaker, te Bevere (Oudenaarde).

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Moregem in 1822:
"il existe deux moulins à eau. Le 1er , Son B n° 112, sert à moudre du grain. Il est à un tournant, situé sur le ruisseau dit 'Meulebeke'. Ce moulin contient aussi un tordoir qui appartient au même propriétaire. Ils ne peuvent tourner qu'alternativement à moins qu'il 'y ait surabondance d'eau, ce qui arrive rarement. L'expert a fixé l'évaluation de l'une et de l'autre de ces usines ainsi qu'il fait: le moulin servant à moudre des grains à un revenu brut de 120.00 et le tordoir à 50.00 (= 170.00) sur quoi déduisant un tiers 56,66 pour réparations et entretien, reste en produit net 113,34."

De molen behoorde in de 18de-19de eeuw tot de bezittingen van de adellijke familie van Hoobrouck de Mooreghem, die naast de molen in 1792-1798 het kasteel van Moregem liet optrekken (zie hierna).

Emanuel Charles Van Hoobrouck, heer van Asper en Zingem, Isselmoregem, e.a. voerde in 1784-1793, als eigenaar van een watermolen het Kieken te Isselmoregem, een proces aan tegen Joannes Baptist Van Den Hende, molenaar op de watermolen de Keye (met ook: Pieter Francis Van Tiegem, ontvanger van de heerlijkheid Petegem; Joos Clemmen, heer van Petegem) over het ophouden van het water zodat de watermolen van de eiser niet kon werken.

Eigenaar voor 1834 was Eugène François Colette van Hoobrouck de Moregem, echtgenoot van Marie Anne Hamelinck, uit Gent. Bij verdeling op 17 februari 1844 kwam het domein met de watermolen toe aan Marie Jean van Hoobrouck de Moregem (akte notaris Eggermont).

In 1846 werd de molen verhuurd. We lezen in het Annoncenblad van 25 oktober 1846: "Te Hueren, eenen schonen en welgekalanten Watermolen genoemd het Kieken bij het kasteel te Mooreghem, waer "men maelt en stampt naer beliefte" met het medegaende gebruik van land en meersch bestaende in omtrent de twee bunder. Te bevragen bij den ontvanger te Peteghem". In 1849 was de molen opnieuw te pachten, deze keer te bevragen bij de hovenier.

Op donderdag 15 juli 1852 werd de koren- en oliemolen openbaar verkocht: "met alle draeyende en roerende werken, als: 2 koppels steenen, olie-blok met harnas, een paer nieuwe silynders, 2 niuewe ijzere conforen, olievaeten, enz. Na de verkoop werd de molen opgeheven en in een woning veranderd en ook uitgebaat als herberg "Het Kieken".

Bij herstellingswerken in de jaren 1960 kwam vanonder de laag kalkwitsel een goedbewaard stuk schilderwerk te voorschijn. Bovenaan zag men een kip en een paar kolfvormige flessen. Daaronder volgende tekst:
HIER IN HET KIEKEN SCHENGD MEN WIJN
EN BIER EN OOCK BRANDEWIJN EN
GOET LOGIEST TE VOET EN TE PERDE.
AU POULAY IL A BON LOGIES A PIE A CHEVAL.

Dat schilderij verdween achter een nieuwe gevelsteen. Bij dezelfde verbouwing kwamen ook de ankers, met het jaartal 1769, aan het licht. Ze werden bewaard maar elders geplaatst.

Het gebouw werd in de jaren 1970 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Aanvullende informatie

Moregem - Molenaar gevraagd voor de watermolen
Gazette van Gend, 1 augustus 1796
“Men zoude geirne iemant vinden die, getuygenissen konnende geven van zyn goed gedrag, voorzien van souffisante borgen, en bekwaem zynde tot het bedienen van eene plaetse van Molenaer en Oliestamper, zoude genegen zyn om in die beyde kwaliteyten, en op redelyke conditiën, te bedienen eenen watermolen, nieuw gebouwd, staende binnen de prochie van Mooreghem, op het gescheet van Beveren by Audenaerde”. Gegadigden kunnen zich wenden tot de burger (= de door de Fransen ingevoerde term “citoyen”) K. van Hoobrouck te Moregem of tot de burger  N.N. Teirlinck, molenmaker, te Bevere (Oudenaarde).

-----------------------

Het Kasteel van Moregem (Agentschap Onroerend Erfgoed)

I. Geschiedenis

Het kasteelensemble werd gebouwd in 1792-1798 door K. van Spiere in renaissancestijl. Hij staat op de site van verdwenen waterkasteel van 1588 met neerhof en drie opeenvolgende bruggen, volgens Sanderus zogenaamd "Praetorium De Mooreghem".

Het domein kwam in de 18de eeuw in het bezit van de familie Van Hoobrouck. Het kasteelensemble werd als "speelhof" in Lodewijk XVI- en Directoirestijl opgetrokken in 1792-1798 in opdracht van baron E. F. van Hoobrouck de Mooreghem. Vermoedelijke ontwerpers van kasteel en kasteelpark: respectievelijk architect J. Pisson (Gent) en architect F.L.J. Verly (Rijsel). Ten noordwesten, ommuurd park in Engelse stijl, wijzigingen in de 19e eeuw: plaatsen van ijzeren brug (met gekroond monogram en jaartal 1877), en uitbreiding met bossen tot jachtgebied. Rond 1920 werd de vroegere toegangsweg ten noordoosten verplaatst naar het zuidwesten, en in 1953 werd het park herschapen in een canadapopulierenbos.
Tijdens Wereldoorlog II werd het kasteel bezet en beschadigd. De laatste adellijke bewoonster was barones Ruzette-van Caloen de Basseghem. In 1953 verkocht, sedertdien met merkwaardige bestemming, namelijk uitbating bestemd voor kleinveeteelt; kasteel onbewoond, verwaarloosd en gebruikt als magazijn, dienstgebouwen deels gebruikt als woonhuis.

Het domein omvat het kasteel (nr.5), een (verdwenen) sierlijk ijzeren hek, portierswoning (nummer 6A), dienstgebouwen (nr. 6), een ijzeren brug, een grotto, sas (?), ijskelder, watermolen (tot 1852-1853), een hoeve (aangepast) en een kapel.

II. Architecturale beschrijving

Noordoostelijk georiënteerd kasteel, ingeplant op circa één derde van de diepte van het park. Sober rechthoekige bakstenen volume met souterrain en onder schilddak (leien). Hoofdgestel met houten modillons en geprofileerde kroonlijst. Strenge geometrie; in achtergevel doorbroken met ron de uitbouw. Vijf traveeën breed en drie traveeën diep en twee en een halve bouwlaag op sokkel met imitatiebanden boven een souterrain. Gebruik van witte en blauwe natuursteen voor plinten, dorpels, dekstenen, kordons en siervazen. Grijsbepleisterde gevels op donkere plint en (vaag zichtbare) okerkleurige geprofileerde deur- en vensteromlijstingen.
Voorgevel met symmetrische halfronde koetsenoprit, hellend tot middengedeelte van drie traveeën waarvoor luifel van jaren 1880 rustend op geprofileerde consoles en rechthoekige geprofileerde pijlers met bolbekroning op kroonlijsten. Drie centrale rondbogige deurvensters met versierde sluitstenen en persiennes; voorts rechthoekige vensters met houten ramen; beneden met kroonlijst op voluutvormige consoles met rozetten en koordmotief in Lodewijk XVI-stijl.
Achtergevel van vijf traveenissen met afgeronde brede en steile arduinen trap naar ronde centrale uitbouw van drie traveeën met rondbogige deurvensters. Overige vensters zijn rechthoekig.
Kelderverdieping met in oostelijke zijgevel ingang tot centrale gang met gedrukte bogen, rechts voorraadkelders en een office en links onder de rotonde ruime wijnkelders omgeven door een ringvormige stapelruimte. Bel-etage: rechthoekige vestibule en rond salon waarrond trap en kamers. Toegang van vestibule en salon: geprofileerde triomfboog geflankeerd door gegroefde pilasters met doorlopende kroonlijst op voluutvormige consoles. Vloer van witte marmer en blauwe hardsteen in concentrische ruiten. 19e eeuwse-muurbeschildering in lichte oker met "ton-sur-ton" motieven. Rond salon met parketvloer en illusionistische muurbeschilderingen: rechthoekige nissen met voorstellingen van Diana en zeven bosnimfen waarboven kleine camaïeutaferelen met antieke figuren, tussen ionische zuilen geschilderd in marmerimitatie; bekronend gemarmerd hoofdgestel. Verder ook trompe-l'oeil-schilderingen met een doorkijk in het landschap. Eetkamer met directoireschouw met antiquiserende beschildering. "Fumoir" met 19e-eeuwse-imitatie-houtschildering. Kapel met marmerimitatie. Bergplaats. Ruim trappenhuis met marmer- en trompe-l'oeil-schildering en balustervormige trappaal, plafondschildering met wolkenlucht en afbeelding van een luchtballon. Bureau met beglaasde wandkast. Op de tweede bouwlaag, zijn rond de biljartzaal alle kamers geordend; onder andere twee ovale "chambres jumelles" waarvan de rechts met een neoclassicistche schouw. Kamers en slaapkamers met een alkoof op de tweede verdieping. Zolder met eiken gebint en houten hijstoestel.

Ten noordwesten, vroegere dienstgebouwen. Twee symmetrisch uitgewerkte vleugels in quasi L-vorm met centrale duiventoren onder geknikt tentdak. Linkervleugel, onder meer vroegere stallen onder pannen schilddak; rechtervleugel, licht okerkleurig beschilderd vroeger koetshuis en personeelswoning; thans woning onder plat dak. Baksteenbouw van vier traveeën breed en drie traveeën diep en drie bouwlagen met kroonlijst, gevelbanden en rechthoekige muuropeningen. In beide vleugels één gevelzijde met drie gevelhoge rondbogen gevat in rechthoekige gevelnis.

Ten noordoosten, grotto; resten van gewelfde doorgang van bak- en Doornikse steen (recuperatiemateriaal?) met uitgespaarde nissen.

Vroegere portierswoning, aan straat gelegen woning in vroege neogotiek, thans gerenoveerd. Rechthoekige bakstenen gebouw van twee bouwlagen onder plat dak. Spitsbogige muuropeningen en nissen. Aan achtergevel hoger oplopende centrale uitbouw met spitsboogfries.

Literatuur

Rijksarchief Gent, Akten en Contracten, 1442-1446, f° 44, f° 124 (verhuringen)
Stadsarchief Gent, Penningkohieren Moregem, 1571, f° 21; 1577.
Stadsarchief Oudenaarde, Wegenisdossier d.d. 25.07.1774.

Rijksarchief Ronse. Gemeente Petegem-aan-Schelde. Oud archief. Heerlijkheid en Kasteelhove van Petegem en geënclaveerde heerlijkheden. Aanwinsten. nr. 378. Stukken van een proces van Emanuel Charles Van Hoobrouck, heer van Asper en Zingem, Isselmoregem, e.a. als eigenaar van een watermolen het Kieken te Isselmoregem c. Joannes Baptist Van Den Hende, molenaar op de watermolen de Keye; Pieter Francis Van Tiegem, ontvanger van de heerlijkheid Petegem; Joos Clemmen, heer van Petegem: ophouden van het water zodat de eiser zijn molen niet kan werken, 1784-1793. (Archiefvormer: Schpenbank en dorpsbestuur van Petegem (O.-Vl.-Wortegem-Petegem), 12de eeuw-1795.
Aanvraaginstructie: Rijksarchief Ronse - 108 - 378.

Gazette van Gend, 01.08.1796 (advertentie voor nieuwe molenaar & olieslager)
Annoncenblad, 25.10.1846 (exemplaar in: Stadsarchief Oudenaarde)
Agentschap Onroerend Erfgoed Gent, Archief.
Van Tyghem F., Van Cleven J., Het kasteel van Moregem bij Oudenaarde, 1792-1798, een merkwaardig ensemble uit de "Directoire"-tijd, Gentse bijdragen tot de Kuntsgeschiedenis, 27, Gent, 1988, p. 39-78.
Verbeeck M. & Tack A., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Kanton Oudenaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N2, Brussel - Turnhout, 1998.
Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 202.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963).
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004.

Overige foto's

Watermolen van Moregem, Het Kieken, Moregem (Wortegem-Petegem), De gerenoveerde portierswoning. Foto: Myleen Vercaempst, 09.09.2011 | Database Belgische molens
© De gerenoveerde portierswoning. Foto: Myleen Vercaempst, 09.09.2011