Watervlietmolen
Poelkapelle (Langemark-Poelkapelle), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Watervlietmolen, Waterveldmolen, Rattemolen, het Bultekot, Molen Maertens
- Ligging
- Poperingestraat 18
8920 Poelkapelle (Langemark-Poelkapelle)
noordzijde (tegenover nr. 18)
Schaapsbaillie
Bultekot
kadasterperceel D990a
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1775
- Verdwenen
- 1914 - eind oktober, oorlog
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4513
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Watervlietmolen of Rattemolen was een houten korenwindmolen in de wijk Watervliet, aan de noordzijde van de Poperingestraat, tegenover nr. 18, op 2,5 km ten noordoosten van de kerk van Poelkapelle, bij de grens met Westrozebeke. Zowel de omgeving als de molen zelf werden in de volksmond ook "het Bultekot" genoemd. Met het bulten wordt het builen van meel tot bloem bedoeld.
De staakmolen was de banmolen van de heerlijkheid Watervliet, met het foncierhof in Poelkapelle.
We vinden hem aangeduid met een bruin symbool van een staakmolen op de Ferrariskaart van ca. 1775 als "Watervliet Molen", in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) als "Watervliet Molen", op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) als "Waterveld Molen" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1850) als "Watervliet Molen".
In 1802 stal Machaire Barbary (°Klerken 1774 - +Antwerpen 1820) meel uit de molen. Hij werd veroordeeld tot opsluiting in de gevangenis Het Steen te Antwerpen (zie bijlage).
In de Propagateur (Ieperse krant) van 30 november 1839 lezen we een aankondiging voor de verkoop van huisraad en allerlei roerende voorwaarden op donderdag 12 december 1839 ten huize en in de herboerg voorheen genaamd "Watervliet" en thans "Bultekot", bewoond door Joannes Baptiste Versavel.
Voor 1830 was de molen opeenvolgend in het bezit van Leo Catteeuw en consoorten en Pieter Jacobus Syssan-Marloy, molenaar te Langemark.
In 1859 gebeurde de verkoop aan Servatius Idesbaldus Comyn, notaris te Langemark. Bij deling in 1865 kwam de molen toe aan Isidore Joseph Venein-Deroo, die in 1869 overleed. In 1879 erfde Eduard Van Leynseele-Deroo de molen. Na zijn overlijden in 1902 en van zijn vrouw in 1904, verkochten de kinderen de molen bij acte verleden voor notaris De Tavernier op 21 juni 1905 aan Emiel Boonaert-Dejonghe, molenaar te Watou. De laatste molenaar was Désiré Maertens.
Eind oktober 1914 werd de staakmolen vernield bij de inval van de Duitsers.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Beveren-Waas, "Hof van Assisen van West-Vlaanderen en rechtsvoorgangers (179-1960), doos 158, nr. 414 (verdacht van diefstal, 1801)
Rijksarchief Beveren-Waas, "Hof van Assisen van West-Vlaanderen en rechtsvoorgangers (1796-1960), doos 158, nr. 414 (diefstal met braak, juli 1802)
Uitgegeven bronnen
Le Propagateur (krant), 30.11.839
Werken
R. Baccarne & J. Steen," Poelkapelle 1914-1918", Wervik, Almar, 1965.
R. Baccarne, "Poelkapelle en de Eerste Wereldoorlog", in: "Iepers Kwartier", XXXI, 1995, 3, p. 81-112.
"Langemark-Poelkapelle graag gezien", De Klaproos, Koksijde, 2004.
John Verpaalen, "Molens van de frontstreek", Koksijde, De Klaproos, 1995, p. 90-93;
Roland Annoot, "De molens in het Westland", Ieper, 1950.
Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 4. Gemeenten K-L", Kinrooi, 1997.
H. Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R", Rotem, 2001.
Jozef Maes, "Molens te Poelkapelle", De Belgische Molenaar, 22.02.1966.
Jozef Maes, "De molens van Westrozebeke in 1914, De Belgische Molenaar, 22.04.1969.
Molens, eertijds in en om Westrozebeke, Het Wekelijks Nieuws, 10.10.1975.
Geert Tavernier, "Het duistere verleden van het Houthulstbos. Geschiedenis van de boskanters uit de omgeving van Houthulst (18e-19e eeuw)", Brugge, 2011.
Mailbericht Kristof Vermeersch, Zarren, 05.08.2014.