Molenechos's Homepage Molenechos.org

Ertbruggemolen

Schellebelle (Wichelen), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Ertbruggemolen, Molen De Pauw
Ligging
Molenstraat 8
9260 Schellebelle (Wichelen)
op het uiteinde (zuidzijde)
zijweg Ertbrugstraat
gehucht Ertbrugge
grens met Wetteren
900 m ZW v.d. kerk
kadasterperceel C24
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
1638
Verdwenen
1901, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
4225

Beschrijving / geschiedenis

De Ertbruggemolen was een houten korenwindmolen op het uiteinde (zuidzijde) van de Molenstraat (nr. 8), een westelijke zijweg van de Ertbrugstraat, in de wijk Ertbrug(ge), op de grens met Wetteren, op 900 meter ten zuidwesten van de kerk van Schellebelle. Naar de laatste molenaar werd hij ook Molen De Pauw genoemd.

In 1637 kondigde ridder Ernest de Reuiere, baron van Houffalize en heer van Schellebelle en Wanzele aan, dat hij een korenwindmolen wilde oprichten in Wanzele of Schellebeke, die gebruikt zou worden door en voor de inwoners van deze dorpen. De molen werd inderdaad in 1638 in Schellebelle gebouwd.

Amper 50 jaar later, in 1688, bleken reeds ingrijpende herstellingen nodig te zijn. Heel het gebinte van de molenvoet, de staak  en de steenbalk dienden reeds vernieuwd te worden.

Het bestek voor deze herstellingen, opgemaakt door molenmaker de volgende beschrijving.
- de twee nieuwe kruisplaten moesten 27 voeten (7,45 m) lang en 14 tot 16 duimen (16,5 cm) dik zijn
- de meesterbanden of buitenbanden dienden 15 voet (4,14 m) lang en 14 tot 15 duimen (16,5 cm) dik te zijn.
- de okselbanden of binnenbanden moesten 14 voet (3,86 m) lang zijn.
- de staak moest 26 voet (7,18 m) lang zijn en onderaan bijna 3 voet (80 cm) dik zijn.
(Maat van Hamme: de voet was 27,6 cm, de duim 2,5 cm. De voet telde 11 duimen)
Uit de vergelijking met een achttal bestaande staakmolens, blijkt dat de molen al de huidige definitieve afmetingen had bereikt.

Uit een prijsschating van 1752 blijkt dat deze molen slechts één koppel maalstenen had. Het waren vijftienders, met een diameter van slechts 130 cm. Het oliestampharnas had zes stampers en twee heien, een slaghei en een loshei.

We zien de molen aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748) met het symbool van een staakmolen en met de aanduiding "Moulin"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "M(oul)in de Ertbrugge"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met een getekende staakmolen.

Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Schellebeke in 1818:
"il existe dans la commune deux moulins à vent, construits en bois. (...) Le second, appartenant à Mr. Papejans (Section C, n° 24) sert également à moudre du grain. Il n'est qu'à un quart de lieu du moulin de Wetteren et autres; mais il peut travailler avec trois couples de meules. L'expert n'ayant pû se procurer le bail de ce moulin, estime, d'après les renseignements qu'il a pris sur sa valeur locative et comparativemenet au précédent (= Dorpsmolen) qu'il doit être au même revenu brut à 420. Déduction du tiers pour frais d'entretien et de réparation reste en produit net 280".

Eigenaars na 1810:
- 1818, eigenaar: Papejans
- voor 1834, eigenaar: Papejans, militair te Gent
- later, eigenaar: Papejans de Morchoven Reine, weduwe De Guaïth Louis Robert en de kinderen
- 26.08.1882, verkoop: a) De Grauwe Victor, landbouwer te Schellebelle, b) De Grauwe Frederic, landbouwer te Schellebelle, c) De Grauwe Marie, landbouwster te Schellebelle en d) De Grauwe Charles Louis, molenaar te Schellebelle (notaris Meganck)

De staakmolen werd in 1901 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

De Pauw Daniël, "De molen van de Familie De Pauw", in: Rond de Stenen Linde (tijdschrfit van de Heemkring Schellebelle), XXIII, 1998, 1, p. 6-7.
Lammens Edmond, "De Molen van de Familie De Pauw", in: Rond de Stenen Linde (tijdschrift van de Heemkring Schellebelle), XXVII, 2002, 4, p. 100.
Pieters Jules, "De Windmolen te Schellebelle (1638-1901)", Handelingen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, 1972, 2, p. 103-112.
"Zo was Schellebelle", Schellebelle, 1983.
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3 (Gent, 1962).
Robert Ruys, "Leven de wind. Het molenpatrimonium van Wichelen", in: Tijdschrift van de Heem- en Oudheidkundige Kring Wichelen, XXV, 1999, nr. 1, p. 29-34. 25.1, 29-34.J. Pieters, "De windmolen te Schellebelle (1638-1901)", Gedenkschriften - Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, 3de reeks, XX, 1972, p. 103-112.
Luc Goeminne, "Molentechnologie in vroeger eeuwen. Afmetingen van de staakmolen te Schellebelle in 1638", Molenecho's, X, 1982? 2, p. 61-62.

Mailberichten
Emiel Matthijs, 03.02.2018.