Warandemolen
Nieuwkerke (Heuvelland), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Warandemolen, Verbrande Molen, Nieuwe Molen, Bussches molen
- Ligging
- Oude Dranouterstraat
8950 Nieuwkerke (Heuvelland)
bij de Korte Mooiaardstraat
800 m NW v.d. kerk
kadasterperceel A151
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1586 / 1623
- Verdwenen
- 1595, oorlog / 1918-april, oorlog
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 4061
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Warandemolen was een houten korenwindmolen op een hoge molenwal aan de Oude Dranouterstraat. (Deze wal bleef nog lange tijd zichtbaar). In de volksmond werd de molen ook Bussches molen genoemd. De laatste molenaar heette Sylvère Vandenbussche (1875-1955). Op het laatste had de molen een ingebouwde voet en een kombuis. De molenkast was witgeschilderd. De molen dreef ook een karnton aan.
We vinden de Warandemolen vermeld in 1586 ("een straete loopende naer de Warande muelene") en in 1587 ("De Warande muelen land ab. Z. de straete van Nieukercke naer Dranoutre"), maar in 1595 (oorlogstijd) werd hij in brand gestoken, wat leidde tot de benaming "Verbrande Meulen".
Pas in 1623 gebeurde de heropbouw, hetgeen de benaming "Nieuwe Meulen" opleverde.
Molenaars en eigenaars:
- 1697, molenaar: de Febuere Jacques
- later, molenaar: Faes Pieter
- later, eigenaar-molenaar: Merghelynck Jacques
- 1713, eigenaar grond: Van der Espt Pieter
- 1757, molenaar: Louf Jan
- voor 1834, eigenaar: Louf-Geloen Jean Benoit, de weduwe en de kinderen
- 02.10.1840, deling: Louf Amelia Constantia, molenarin te Nieuwkerke (notaris Vermeersch)
- later, erfenis: de erfgenamen (o.a; Louf Adolphine, echtgenote Delbecque Bernard, herbergier te Nieuwkerke (overlijden van Amelia Louf)
- 1870, molenaar: Bacquart-Louf
- 19.11.1879, verkoop: Vandenbussche-Den Turck Pierre Adolphe, molenaar te Nieuwkerke (notaris Butaye)
- 20.02.1910, erfenis: Vandenbussche Pierre Adolphe, molenaar te Nieuwkerke (overlijden van vrouw Den Turck)
In 1915 geraakte hij beschadigd door kanonvuur. Pas in april 1918 braken de Duitsers door het Ieperse front en namen het verlaten Nieuwkerke in. Bij deze gevechten werd de windreus totaal vernield. De molenvoet (teerlingen, staak, kruisplaten en schoren) bleef nog overeind. Sylvère Vandenbussche zag het na de oorlog niet meer zitten om hier een nieuwe molen op te richten. Hij verhuisde naar Beselare, naar de plek waar de Keibergmolen was afgebrand.
Zoon Omer Vandenbussche (°Nieuwkerke 1911) werd later molenmaker en rondreizende molensteenscherper (als laatste in ons land). Hij huwde met Margriet Billiet, zus van Gerard Billiet, molenaar op de Knokmolen te Ruiselede. Omer woonde naast deze molen tot kort voor zijn overlijden in 1991.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
John Verpaalen, Molens van de frontstreek, Koksijde, De Klaproos, 1995.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
Hubert Masquelin & Raymond Six, "Molens in het Heuvelland", in: "Bijdragen ter herdenking aan Hubert Masquelin", Heuvelland, 2011, p. 111-156.
Jozef Maes, "De grensmolens van Westnieuwkerke", De Belgische Molenaar, 07.01.1977.
Mattias Pattyn, "Kwartierstaat van Mattias Dries Joris PATTYN" http://users.skynet.be/mattias.pattyn/mijnstamboompje/pg-uitvoer/kmp/kmp-0001.htm