Molenechos's Homepage Molenechos.org

Molen Desmedt

Roeselare, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Molen Desmedt
Ligging
Iepersestraat 77
8800 Roeselare
zuidoostzijde
hoek met Bollenstraat (nr. 6)
bij herberg "In de twee Molens"
kadasterperceel C1454
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1829
Verdwenen
1877, onttakeld / 1881, sloop romp of restant
Type
Stenen bergmolen
Functie
Korenmolen, oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
3738

Beschrijving / geschiedenis

Molen Desmedt was een stenen koren- en oliewindmolen, type bergmolen, aan de zuidoostzijde van de Iepersestraat (nr. 77) op de hoek met de Bollenstraat (achter het huis met nr. 6), nabij de verdwenen herberg  "In de twee Molens" (de andere molen was de Westmolen in de Molenstraat).

Bernard Pillaert kwam op 5 mei 1780 het octrooi voor de oprichting van een olie- en schorswindmolen, op een stuk grond, eigendom van de stad Roeselare en genaamd "de Biesmersch".

Olieslager Bernardus Jacobus Pillaert was geboren te Langemark op 19 februari 1728 en overleed in Roeselare op 20 juni 1807. Hij huwde te Lichtervelde op 16 april 1766 met Maria Godelieve Van Neste, geboren te Lichtervelde op 20 december 1743 en overleden te Roeselare op 6 juli 1822.
Zoon Petrus Augustus Amandus Pillaert volgde zijn vader op als olieslager. Hij werd te Roeselare geboren op 28 december 1768 en overleed er op 15 mei 1820. Hij huwde te Roeselare op 22 juni 1796 met Josepha Constantia Sophia Platteeuw, geboren te Roeselare op 17 april 1774 en er overleden op 24 oktober 1813.

Rond 1820 behoorde de molen toe aan Jan Vermander, priester te Roeselare.

Pieter AntoonDesmedt kocht de molen aan in 1836. Als eerste molenaar-olieslager in Roeselare schafte hij zich een stoommachine aan. Het kadaster meldde in 1839 een "stoomtuigoliemolen". Op 18 oktober 1848 werd een nieuwe stoommachine geplaatst.

We zien de molen aangeduid nog aangeduid in de Atlas der Buurtwegen (1843) met een rond grondoppervlak van een stenen molen. In 1858 werd gemeld "graan- en oliemolen door wind en stoom".

Bij akte verleden voor notaris Debrauwer op 30 april 1861 gebeurde de toewijzing aan de kinderen, de gezusters Barbara, Virginie en Paulina Desmedt, allen zonder beroep te Roesleare.

In 1877 werd nog enkel gewerkt met stoomkracht (stoomolie- en korenmolen), maar op de opmetingsschets blijft het ronde molenteken zichtbaar. De romp (of een restant ervan) werd in 1881 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1911 (oprichting, 1780).
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1854)

Werken
- Denys Désiré, Toponymie van Roeselare, Roeselaars plaatsnaamkundig woordenboek, Roeselare, 1952; herdruk: Kortemark-Handzame, 1982.
Dochy B., Geschiedenis van de Stad Roeselare vanaf de oudste tijden tot heden, s.l., 1949.
- Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001, p. 53-54.
- Geert Hoornaert, Welke molen staat er op Serafijn Vermote's zicht op Roeselare uit 1815? Rollarius, XXXV, 2006, nr.6.
- R. Tempelaere, S. Vanneste, J. Boone, Reacties op onze bijdrage van de vermeende Westmolen op de tekening van Serafijn Vermote (Pillaerts stuk), in: Rollarius, XXXVI, 2007, 1.
- Michiel De Bruyne, "De eerste stoommachine in de textielstad Roeselare draaide in 1837 in de brouwerij Rodenbach", Rollariensia (Jaarboek van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Roeselare en Ommeland), jg. 14, 1982, p. 5-20 (19).

Persberichten
- A. Denys, De verdwenen windmolens van Rousselare, in: De Rousselaarsche Bode, 09.03.1935.