Molenechos's Homepage Molenechos.org

Maldegemmolen

Huise (Kruisem), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Maldegemmolen, Molen van Maldegem, Molen Tillieu
Ligging
Maldegemstraat 19
9750 Huise (Kruisem)
noordzijde
ten O v;d. hoek met Maalderijstraat
gehucht Maldegem
Korte Gebuurte
kadasterperceel D486
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1571
Verdwenen
1924 - 23 september, sloop na grote stormschade
Type
Staakmolen
Functie
Oliemolen, later koren- en oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
3705
© Verzameling Ons Molenheem

Beschrijving / geschiedenis

De Maldegemmolen of Molen van Maldegem (niet te vewarren met de gelijknamige molen in het naburig dorp Ouwegem) was een houten koren- en  oliewindmolen aan de noordzijde van de Maldegemstraat nr. 19 (oostzijde), nabij de hoek meet de Maalderijstraat, in het gehucht Maldegem, vandaar de molennaam.

De staakmolen was werd voor 1570 gebouwd . Volgens de penningkohieren van Huise van 1571 was de oliemolen in het bezit van Olivier Bauters. Samen met de erf die 48 roeden groot was, schatte men het jaarlijks inkomen op 72 ponden parisis.

We zien hem aangeduid op:
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748) met het symbool van een staakmolen op teerlingen en met de benaming "Moulin de Maldeghem"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) met het grondvlak van een staakmolen op teerlingen
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "M(oul)in de Maldeghem"
- Poppkaart (ca. 1850) met een tekeningetje van een staakmole

De molen werd in 1834 ingedeeld in de 2de klas met een kadastraal inkomen van 266 frank.

Eigenaars na 1800:
- voor 1834, eigenaar: Ghyselinck Ferdinand, molenaar te Huise
- later, erfenis: de erfgenamen, waaronder Ghyselinck Jan-Baptist, landbouwer te Huise
- 02.02.1838, verkoop: Bettens Charles Louis, landbouwer te Mater (notaris Ruysschaert)
- later, eigenaar: De Stobbeleire Philippe Ange, ontvanger te Poperinge
- 20.12.1855, verkoop: Platteau-Liefmans, notaris te Oudenaarde (notaris Grau - bijgevoegde nota: "on ignore dans la commune comme il se fait que les biens figurent au nom de Bettens. On affirme toutefois qu'ils sont vendus")
- later, erfenis: de weduwe (overlijden van Louis Platteau)
- 26.04.1875, erfenis: Platteau Marie, eigenares te Oudenaarde (overlijden van de weduwe Liefmans van Louis Platteau)
- 1878, huwelijk: Van Wassenhove-Platteau Alfred, gemeentesecretaris te Huise, gezantschapssecretaris te Oudenaarde
- 08.11.1883, verkoop: Tillieu-Van Troys Isidoor, molenaar te Huise (notaris Christiaens); de familie Tillieu was er al molenaar sinds het midden van de 19de eeuw.
- 01.04.1886, erfenis: en de kinderen (overljiden van vrouw Van Troys)
- 02.09.1884, erfenis: de kinderen (overlijden van Isidoor Tillieu)

Op vrijdag 19 januari en vrijdag 2 februari 1838 verkocht notaris Ruysschaert namens de erfgenamen van Ferdinand Ghyselinck, in de herberg Meulen-Huys, bewoond door de medeverkoper Francis Ghyselinck, op de wijk Maldegem te Huise: "Eenen schoonen en wel gekalanten koorn windmeulen, met woonhuys, stalling, 39 a. 0,7 centiaren palende oost den aermen van Auwegem, zuyd en west de straet, noort joffrouw De Wolf", aan Karel Bettens, landbouwer te Mater.

Deze Bettens trachtte de molen terug van de hand te doen. Notaris Beaucarne deed een oproep tot verkoping in "La Belle Vue", bij Joseph Vandendorpe te Pamel (Oudenaarde)(1848). Verdere verkoopspogingen: in de herberg "Schuiffelbeen" bij Domien de Temmerman, Natendries te Mater (16.06.1849), in de "Luchtbal" te Bevere op 26 januari 1854 en donderdag 6 december 1855. Door deze laatste oproep weten we dat de molen toen in gebruik was door Jan Baptiste Tillieu van Huise voor 3, 6 of 9 jaar, voor de som van 190 frank per jaar boven de grondlasten. Op 20 december 1855 lukte de eindelijk de verkoop: de nieuwe  koper was notaris Louis Platteau van Oudenaarde. Een bijgevoegde nota bij de verkoop laat duidelijk vermoeden dat er iets niet pluis was met verkoper Bettens: "on ignore dans la commune comme il se fait que les biens figurent au nom de Bettens. On affirme toutefois qu'ils sont vendus".

In 1889 werd het rechterdeel van het maaldershuis omgebouwd tot een stoommaalderij. Na vernieling door storm en afbraak van de windmolen op 23 september 1924, werd in 1928 in het gebouw een mechanische maalderij ingericht met semi-diesel met onder meer hergebruik van oude molenbalken en trap. In de jaren 1930 en 1946 gebeurden er uitbreiding met nieuwe bloemmolens in nieuw gebouw parallel met de Maldegemstraat. Op het laatst was het een maalderij voor dierenvoeding.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bouwkundige beschrijving van het molenerf met de maalderij (Agentschap Onroerend Erfgoed)

Ten westen, woonhuis van zes traveeën onder zadeldak (kunstleien, nok loodrecht op de straat) met oude kern doch herhaaldelijk aangepast of vernieuwd in het laatste kwart van de 19de eeuw. Verankerde gecementeerde en gewitte gevels op gepikte plint. Rechthoekige vensters met I-lateien met rozetjes, bewaard houtwerk met kleine roedeverdeling en bruine luiken. Rechthoekige deur in vierde traveeën; houten dakkapelletje met windveren erboven.

Rechts aansluitend maalderijgebouw van twee traveeën onder pannen zadeldak met laaddeur met dito windveren boven deur.

Interieur. Maalstoel gebouwd door C. Adams in 1928 met drie koppels stenen: twee natuurstenen (half Engelse en Engelse koppels) en één koppel Hollandse gegoten stenen Jespers; één haverpletter is nog afkomstig uit de windmolen.

Ten zuiden, palend aan de Maldegemstraat, recenter maalderijgebouw met gewitte blinde straatgevel van zes traveeën onder zadeldak (golfplaten , nok parallel met de straat) van circa 1930. Aangepaste en uitgebreide erfgevel.

Interieur. Eén dubbele broyeur en één convertiseur van de firma "G. Daverio, Zurich" en één recentere machine voor direnvoeding.

Het voormalig molenaarshuis bij de zogenaamde "Maldegemmolen" en de maalderij Tillieu. zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Literatuur

Archieven en landkaarten
- Stadsarchief Gent, Penningkohieren van Huise, anno 1571, f° 56 r°.
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748)
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Poppkaart (ca. 1850)

Werken
- Vandeputte J.L.Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974,
- Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2 (Gent, 1963), p. 214-215.
- Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 3. Gemeenten G-H-I", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2000.
- J. L. Th. Vandeputte, De molens van het arrondissement Oudenaarde, Uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 214-215.
- Chris Bogaert & Kathleen Lanclus, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15N4.