Hoogmolen
Heestert (Zwevegem), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Hoogmolen, Keibergmolen
- Ligging
- Kwadestraat 5
8551 Heestert (Zwevegem)
oostzijde
hoek met Molenstraat
2 km NW v.d. kerk
Keiberg
Molenberg
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1669
- Verdwenen
- 1918 - oktober, vernield / 1929, sloop
- Type
- Staakmolen op torenkot
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3544
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Hoog- of Keibergmolen was een houten korenwindmolen, aanvankelijk op teerlingen en later op een torenkot, aan de oostzijde van de Kwadestraat (tegenover nr. 5), op de hoek met de Molenstraat.
De staakmolen werd voor 1669 gebouwd.
We vinden hem aangeduid op:
- de kaart van de kasselrij Oudenaarde (1669, Stadsarchief Oudenaarde) als een staakmolen met de benaming "Haut Moulin de Hootrieu"
- "Carte des Camps d'Hautrive et de St. Aloi Vive" van ridder de Beaurain (1691)
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748) als een staakmolen met de benaming "Moulin d'Eestert"
- Ferrariskaart (ca. 1775), met het bruin symbool van een staakmolen met als benaming "Hoogen Molen"
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) met als benaming "Hoogmolen, Moulin"
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) als "Hoog Molen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (1855) als "Hoog Molen".
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: De Fraey Jan-Baptist, te Heestert
- later, eigenaar: a) De Fraey Louis, molenaar te Heestert, b) De Fraey Octavie, te Heestert, c) De Fraey olette, te Heestert, d) De Fraey Françoise, te Heestert en De Fraey Rosalie, te Heestert
- 12.03.1840, verkoop: Maes-Decock Josephus, molenaar te Ooigem (notaris Deschietere)
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Josephus Maes)
- 26.10.1880, verkoop: Vergauwen Joannes Josephus, eigenaar te Gent (notaris Decock)
- 29.03.1881, erfenis: a) Vergauwen Octave, eigenaar te Gent en b) Vergauwen Georges, eigenaar te Gent (overlijden van Josephus Vergauwen)
- 19.04.1882, deling: Vergauwen Georges Edouard Benjamin Maria, eigenaar te Gent (notaris Nève)
- 08.12.1905, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Georges Vergauwen)
Molenaar Alberic Baert vertrok op 7 november 1919 naar Zwevegem.
Het was een grote, goed ingerichte staakmolen op torenkot, voorzien van een stoommachien, die van ver zichtbaar was en van een heel goede windvang genoot vanuit alle richtingen. In de 19de eeuw was Augustinus ("Tinie") Baerter molenaar. Zijn broer Pierre wilde zelf ook een eigen molen hebben en verwierf de Molen te Malgré in de Kwadestraat te Heestert (zie aldaar).
De Hoogmolen werd in oktober 1918 vernield. Het torenkot met de staak en de steenbalk, bleef nog bestaan tot de afbraak in 1929. Meteen was het laatste overblijfsel van de windmolens te Heestert verdwenen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- kaart van de Kasselrij Oudenaarde (1669, Stadsarchief Oudenaarde)
- "Carte des Camps d'Hautrive et de St. Aloi Vive" van ridder de Beaurain (1691)
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1745-1748)
- de Ferrariskaart (ca. 1775)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), De windmolens tussen Schelde en Leie, in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (85-86).
J. Bataille, H. Demeulenaere, S. Vroman & J. Deloof, Onze molens nu en toen. Heestert, Moen, Otegem, Sint-Denijs en Zwevegem, Kortrijk, 1994, p. 106-107.
P. Vanneste, Nog molens in Zwevegem, Heestert en Otegem..., in Zanen en Zanten, I, 1997, p. 51-55.
A. De Gunsch & S. De Leeuw m.m.v. T. Callens, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zwevegem, Deelgemeenten Zwevegem, Heestert, Moen, Otegem en Sint-Denijs, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL26, 2006.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
Mailbericht Eduard Swinnen, 16.12.2013.