Molenechos's Homepage Molenechos.org

Molen Van Damme

Olsene (Zulte), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Molen Van Damme, Nieuwe Molen, Stenemolen
Ligging
Molenstraat 40
9870 Olsene (Zulte)
westzijde
tussen Nieuwlandstraat en Poelkenswegel
uiteinde Stenemolenstraat
Meulenkouter
kadasterperceel B1138
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1350 (hout) / 1840 (steen)
Verdwenen
1902, onttakeld / 1915, sloop romp
Type
Staakmolen, later stenen grondzeiler
Functie
Korenmolen, later ook oliemolen
Bescherming
niet
Database nummer
3504
© Prentkaart voor 1902. Verzameling Ons Molenheem

Beschrijving / geschiedenis

De Nieuwe Molen, Molen Van Damme of Stenemolen was een korenwindmolen (aanvankelijk in hout) op de Meulenkouter, aan de westzijde van de Molenstraat (nr. 40), tussen de Nieuwlandstraat en de Poelkenswegel, op het noordelijk uiteinde van de Stenemolenstraat.

De staakmolen werd al vermeld in 1350.

In 1498 was er een geding voor de Grote Raad van Mechelen tussen eiser Geromme Lauwerin en verweerder Josse Bebin over een rente gevestigd op de heerlijkheid en de molen van Olsene (dat vreemd genoeg bij Brugge wordt gesitueerd). Net zoals in eerste aanleg, werd de verweerder veroordeeld tot het betalen van de rente.

Van de molen bleef een prijsschatting bewaard die opgesteld werd op 17 augustus 1551. De molen was dan in het bezit van de erfvrouw van Olsene, jonkvrouw Josyne Quevin, weduwe van Pieter Lanchals. Deze prezij omvat de staande en draaiende werken met prijsgegevens, evenwel zonder maatgegevens. De totale schattingsprijs bedroeg 632 ponden parisis. De molenschatters waren Jan Van Welden fs. Gillis en Jan Van Welden fs. Jan (mogelijk vader en zoon). Het was een staakmolen met open voet, nog uitgerust met leugenschoren en met één steenkoppel.

We zien hem afgebeeld op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen. Toen was hij ingericht als een graan- en boekweitmolen.

De molen werd kort na 1700 vernield en na 1709 herbouwd.

In 1840 werd de staakmolen gesloopt en vervangen door een stenen grondzeiler, ingericht als koren- en oliemolen. Beneden werkten er niet minder dan drie koppels pletstenen. Op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) zien we al het ronde symbool van een stenen molen. De benaming "Nieuwe Molen" vinden we op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850).

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: de Kerchove Marie Henriette Bauduine, douairière de Désiré Nepomucène Colette Ghislain de Nieulant de Pottelsberghe, te Gent
- 28.03.1840, verkoop: Meheus-Van der Plancke Pierre Joseph, te Olsene (notaris Lamme - ferme et moulin)
- 16.03.1843, verkoop: Spilthoorn Bernard Pierre, bakker te Kruishoutem (notaris Van Brabant)
- 1850, erfenis: de kinderen (overlijden van Bernard Spilthoorn)
- later, verkoop: Van Damme Casimir en consoorten
- 30.01.1851, erfenis: (van 1/8 deel) na het overlijden van Spilthoorn Marie Auguste aan: a) (voor 4/16) Van de Papeleire Isabelle Rose, weduwe Van Damme Casimir en nu echtgenote Spilthoorn Bernard, b) (voor 8/16) aan Spilthoorn Emile François, minderjarige te Olsene, b) (voor 2/16) Spilthoorn Leonie Rosalie, minderjarige te Olsene en d) (voor 2/16) Van Damme, minderjarige te Olsene
- 28.03.1860, verkoop: Van Damme-Van de Papeleire Casimir, de weduwe, molenaar te Olsene (notaris Van der Eecken)
- 26.11.1878, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Van de Papeleire van Casimir Van Damme)
- 05.12.1895, verkoop: a) Van Damme Jules, olieslager te Olsene, b) Van Damme Marie, c) Van Damme Louis, d) Van Damme Aimé en e) Van Damme Elvire (notarissen Van Assche en Van der Eecken)
- 21.04.1896, verkoop: a) Van Damme Jules, b) Van Damme Aimé, c) Van Damme Marie, d) Van Damme Louis (notaris Van Assche)
- later, eigenaar: a) Van Damme Louis en b) Van Damme Aimé
- 25.07.1901, verkoop: Van Damme Aimé, te Olsene (notaris Dufaux - graanwindmolen met maalderij met olieslagerij)
- 25.10.1901, verkoop: Van Damme Louis (vrijgezel), te Olsene (notaris Dufaux)
- 30.06.1902, verkoop: Van Damme Aimé, te Olsene (notaris Dufaux)
- 13.09.1910, verkoop: De Meulemeester-Van Damme Adolf, olieslager te Olsene (notaris Martens - "een perceel bouwgrond en den ouden steenmolen")

In 1843 verkocht hij de molen aan Bernard Spilthoorn, bakker te Kruishoutem. Na zijn overlijden in 1850 verkochten zijn kinderen de molen aan Casimir Van Damme en consoorten. Casimir overleed in januari 1851. Zijn weduwe, Isabelle Van de Papeleire, hertrouwde met Bernard Spilthoorn (jr.) en overleed in 1898. De kinderen-erfgenamen waren Jules (olieslager te Olsene), Marie, Louis, Aimé en Elvire Van Damme.
In 1901 werd Aimé Van Damme de enige eigenaar van de "graanwindmolen en maalderij met olieslagerij", zoals het in de akte werd omschreven.

De heien werden vervangen door hydraulische persen, vervaardigd door het constructieatelier Rudolf Velghe uit Gent. De schrooien werden gemaakt in de schrooienfabriek van Aloïs De Bruyne uit Petegem-Deinze. De persen verhuisden in 1902 naar de nog bestaande molen Declercq in Deerlijk, waar ze nog altijd aanwezig zijn.

De windmolen werd in 1902 onttakeld. De overgebleven romp werd in 1910 in het kadaster omschreven als
als landgebouw. Mogelijk werden hierbij de wieken afgenomen.
Op 13 september 1910 kocht olieslager Adolf De Meulemeester-Van Damme, olieslager te Olsene, een perceel bouwgrond en "den ouden steenmolen".

De romp werd in 1915 gesloopt.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Grote Raad van Mechelen,reg. 803, zaak nr. 130, f° 1087-1091, dd° 24.12.1498 - Franstalig dossier - betaling van rente)
Rijksarchief Gent, Fonds Piers de Raveschoot, nr. 848. Schatting van de goederen van Jonkvrouw Josyne Quevin te Olsene, anno 1551, met o.m. de molenschatting (origineel en kopie, beide uit 1551).
Rijksarchief Kortrijk - 100/2. Bruine Pakken, 1ste reeks, nr. 6126. Oorlogsfeiten, 1709 (molen).
Rijksarchief Kortrijk, Bruine Pakken, nr. 5931. Octrooi voor de oprichting van een oliepaardenmolen, 1782.

Werken
Geëxtendeerde sententiën Grote Raad van Mechelen, dl. I, p. 335. Rente op de molen van Olsene.
Luc Goeminne & Maurits Vandeputte, "Prijsschatting van de korenwindmolen te Olsene in 1551", Molenecho's, jg. 29, 2001, p. 84-85.
Luc Goeminne, Maurits Van de Putte & Lieven Denewet, "Verzet tegen de bouw van een tweede windmolen te Zulte in 1557", Molenecho's, jg. 14, 1986, 1, p. 15-21.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (74).
Luc Goeminne, Maurits Vandeputte & Daniel Van Quickelberghe,  "Toponymie van Olsene : oude en nieuwe plaatsnamen", Olsene, 2002.
"Bevolking en grondbezit te Olsene in de 19e eeuw", Jaarboek 2008-2009 van de Geschied- en Heemkundige Kring van Zulte.
Bogaert C. & Lanclus K. Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12N3, Brussel - Turnhout, 1991.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. De arrondissementen Eeklo en Gent, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
H. Holemans, Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R, Opwijk, 2006, p. 12.
F. De Potter & J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 6, Gent, 1864-1870.
D. Vanquickelberge, Olsene, zo was 't vroeger, Olsene, 1976.
P. Huys, "Molenaars in de streek van Deinze op het einde van het Ancien Régime (1796), in: Kontaktblad Kunst- en Oudkheidkundige Kring van Deinze en van het Land van Leie en Schelde, jg. 2, 1982, nr. 3, p. 73-75.
L. Goeminne, R. De Clercq & M. Vandeputte, "Bevolking en grondbezit te Olsene in de 18de eeuw", Bijdragen tot de geschiedenis en de folklore van Zulte (Geschied- en Heemkundige Kring Zulte), 2000-2001, p. 123-160.