Scherminkelmolen
Hooglede, Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Scherminkelmolen, Vellenaremolen
- Ligging
- Kleine Stadenstraat 120
8830 Hooglede
oostzijde
2,9 km W v.d. kerk
nabij Staden
kadasterperceel D845
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- kort voor 1630
- Verdwenen
- 1918 - rond 10 oktober, oorlog
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3435
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Scherminkelmolen was een houten korenwindmolen, gelegen in een bocht aan de oostzijde van de Kleine Stadenstraat (nr. 120), op 2,9 km ten westen van de kerk van Hooglede, niet ver van de grens met Staden.
Zijn eerste benaming was evenwel Vellenaremolen. een verwijzing naar de heerlijkheid Vellenare waartoe de molen behoorde. Het foncierhof van deze heerlijkheid was gelegen in Staden. Deze benaming werd reeds in de 18de eeuw verdrongen door "Scherminkelmolen". Enkele voorbeelden op landkaarten: "Schrymynckel Molen" (Ferrariskaart ca. 1775, met het bruin symbool van een staakmolen), "Scherminkelmolen" (Atlas der Buurtwegen, 1844), "Schrymynckel Molen" (kaart Vandermaelen, ca. 1850).
De Vellenaremolen werd kort voor 1630 opgericht.
Tot op het einde van het Ancien Regime was de molen met deze heerlijkheid Vellenare verbonden, maar behoorde in de 17de eeuw niet meer toe aan zijn opeenvolgende heren (in tegenstelling tot b.v. de nabije Volmerbekemolen van de heerlijkheid Volmerbeke in Hooglede).
De molen werd in oktober 1689 verkocht. De verkoopakten (16 en 29 oktober 1689) bleven bewaard. Jonkvrauw Anne Marie Meersman fa Michiel verkocht aan Pieter De Wulf "eenen Coorenwind meulen genaempt de Velenaere meulen, met een lijne grond" waarop de molen en een huis gelegen is. De toenmalige molenaar-pachter was Jan De Vos. In de akte van 29 oktober wordt melding gemaakt van de "Voldernaeremeulen".
Opeenvolgende eigenaars sinds 1834
- 1834, eigenaar: Winne Bernard, de kinderen
. 30.04.1835, verkoop: Braem-Winne Jan en consoorten, molenaar te Hooglede (notaris Deleghere).
- 21.05.1849, verkoop: Van Isacker-Devriendt Jan Valentinus, landbouwer te Hooglede notaris Soenen).
- 06.05.1878, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Jan Valentinus Van Isacker)
- 23.02.1880, deling: Dejonckheere-Van Isacker Henri, bascuulmaker te Hooglede (notaris Titeca)
- 29.08.1887, erfenis: a) Van Isacker Pieter, b) Van Isacker Charles Louis, c) Van Isacker Nathalie en d) Van Isacker Mathilde (overlijden van de vrouw van Hendrik Dejonckheere)
- 17.04.1901, erfenis: de kinderen: a) Van Isacker Pieter (+1910), b) Van Isacker Charles Louis, c) Van Isacker Nathalie en d) Van Isacker Mathilde (overlijden van Henri Dejonckheere)
De molen werd steeds verpacht:
- 1689: Jan De Vos
1856-1860: kinderen Pieter Baelen, 3 jaar, molen en 12 gemeten land, 720 frank per jaar
1860-1863: Hendrick D'Haene-De Decker, 9 jaar, molen en 12 gemeten land, 720 frank/jaar
1863-1867: Désiré Willaert, jongman, 3 jaar, molen en 13 gem. 1 lijn land, 3 jaar, 800 frank/jaar
1867-1876: Désiré Willaert-Dick, 9 jaar, molen, land en meers, 800 fr./jaar
1877-1881: Désiré Willaert-Dick, 9 jaar, molen, land en meers, 1000 fr./jaar.
De laatste molenaar was Theophile Decapmaker (1856-1938), afkomstig van Passendale. Hij kwam in 1890 naar de Scherminkelmolen en nam de molen over van de gezusters Saelens. Zoon Theophile Decapmaker vertelde aan ons in 1979: "Tijdens de oorlog '14-'18 logeerden er soldaten op de boerderij. Wij waren de eerste molen achter het front. We hadden een bewijs om te mogen malen. We werkten dag en nacht en vele Stadenaars kwamen bij ons om hun graan te laten malen en haver te breken. De molen had twee koppels stenen: een van 1 m 50 en een van 1 m 80 diameter. Mijn vader scherpte zelf de molenstenen. Zijn handen zaten vol grijze spikkels van het scherpen. Als het wel waaide konden we 400 kg malen per uuur. De boeren brachten zakken graan van 107 kg en ze kregen 101 kg meel mee. Het loon was dus 6 kg graan per zak of 1 frank in geld, maar de boeren hadden liever dat we 6 kg afhielden.
We vluchtten op 3 augustus 1917. De molen werd "in stikken" geschoten door de Fransen in 1918. Na den oorlog konden we van de oorlogsschade een nieuwe molen hebben voor den ouden, maar we waren (dom genoeg) content met een schadevergoeding volgens de waarde van voor 1914.
V. Demasure heeft na de oorlog de aarde van de molenberg weggevoerd en O. Haghedooren uit de Grote Stadenstraat heeft de molenstenen gekocht.
Na het overlijden van Theophile Decapmaker in 1938 werd de molenhoeve verder bewoond door dochter Godelieve Decapmaker (1907-1999), die huwde met Albert Lievrouw, afkomstig van Aarsele (1916-1996). Ze leefden nog in heel traditionele stijl.
Toen de Duitsers bij hun inval in september 1914 doorheen Hooglede trokken, vroegen ze de weg naar de "Chomikmühle", waarbij ze doelden op de Scherminkelmolen. Blijkbaar vormde deze molen een merkpunt in hun optocht naar het westen.
Tijdens de oorlog was de molenhoeve blijkbaar als veldlazaret ingericht, getuige een bewaarde foto waarop we Duitse soldaten zien met een armband van het rode kruis.
Rond 10 oktober 1918 hebben de oprukkende Fransen (168ste infanterieregiment) de Scherminkelmolen neergelegd (zie het verslag in bijlage). De Decapmakers wilden met het geld van de oorlogsschade een nieuwe molen oprichten, maar ze moesten deze intentie opgeven. Er was o.m. ook de concurrentie van een nabijgelegen mechanische maalderij te Staden (weg naar Kortemark). Nu is nog de kleine weide aanwijsbaar (rechts van de inrit) waar de molen stond.
Lieven DENEWET & Piet DELAEY
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Ieper, Archief Kasselrij Ieper, Reeks 5, nr 152; "Akten en Contracten Hooglede Staden Heerlijkheid Vellenaere 1642 - 1712" (verkoop in 1689)
Uitgegeven bronnen
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (1844)
Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Werken
Lieven Denewet, Windmolens vroeger en nu. Hooglede-Gits, Hooglede, 1979.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995, p. 34.
Désiré De Laey, Geschiedkundige aanteekeningen over Hooghlede, Roeselare, J. De Meester- Roeselare, 1902.
Edward Vermeulen, Nalatenschap, Roeselare, 1964.
Dirk Verhelst, Vleugels boven Hooglede-Gits 1914-1918, Koekelare, 2008.
Mededelingen door het echtbaar Albert Lievrouw (°Aarsele 1916) en Godelieve Decapmaker (°Hooglede 1907) aan Lieven Denewet, 1979. Zij was de dochter van de laatste molenaar. Tot kort voor hun overlijden bewoonden ze de molenaarshoeve.
Info door Camille Decapmaker, Langemark, zoon van de laatste molenaar, aan Lieven Denewet, 1979.
Edward Vermeulen, "Nalatenschap", Roeselare, 1964.
http: //167e.regiment.free.fr/167eregimentinfanterieoctobre1918.html
Jozef Maes, "Rondom de oude molens van Hooglede", De Belgische Molenaar, 22.06.1976.
Mailbericht Piet Delaey aan Lieven Denewet, 23.04.2010 (over de verkoopakte van 1689).
Mailberichten
Marieke Decapmaker, 23.02.2017 (genealogische gegevens over de familie Decapmaker)
Jorg Vereecke, 30.12.2021 (over de verkoop in 1689)