Molenechos's Homepage Molenechos.org

Kasteelmolen

Ingelmunster, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Kasteelmolen, Plaatsmolen, Molen Monteyne
Ligging
Oostrozebekestraat 88
8770 Ingelmunster
zuidzijde
Molenhoek
kadasterperceel B912
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1440 / na 1588 / 1764
Verdwenen
1588, oorlog / 1940 - 14 november, storm
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
3343
© Prentkaart Nels. Foto Lijneel, ca. 1910. Verzameling Ons Molenheem

Beschrijving / geschiedenis

De Kasteelmolen of Plaatsmolen was een houten korenwindmolen aan de zuidzijde van de Oostrozebekestraat (nr. 88), iets ten noorden van de Mandel, wijk 't Meuleken of 't Moleken (19de eeuw), op het huidige bedrijventerrein van Monument nv, 

De Kasteelmolen werd voor 1440 opgericht.

Van deze molen bleven verschillende herstelrekeningen vanaf de 15de eeuw bewaard in het Algemeen Rijksarchief Brussel, zoals deze van 1454: "Er Audit Wedaghe, pour mettre pluseurs escaillons es volans, les rasseurer, y mettre quatre lijens de fer, rabiller le roe et sciveloop et y mettre et asseoir 8 dens (…)"
(Vertaling: Aan bovenvermelde Wedaghe, om meerdere scheden in de wieken aan te brengen en die te bevestigen, er vier ijzeren banden aan te doen, het (kam)wiel en het rond-sel te herstellen en er 8 kammen in te doen (…)). Let er op dat sommige molentermen niet vertaald werden vanuit het Vlaams in het Frans.

In 1588 brandde de staakmolen af tijdens de godsdiensttroebelen en werd nadien herbouwd. De staakmolen werd afgebeeld op het Landboek van 1736. Een nieuwe herbouw volgde in 1764.
In het Ancien Regime behoorde de molen toe aan de opeenvolgende heren van Ingelmunster, waaronder de Plotho.

We vinden de molen aangeduid op de Fricxkaart (1712), Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855). 

Blijkens een advertentie in de Gazette van Gent, 7 en 21 juli 1796 werden door de erfgenamen van wijlen Balthazar Steverlynck in Ingelmunster openbaar verkocht, op drie opeenvolgende verkoopdagen, resp. 14 juli 1796 in de herberg van Olivier Martens, op 28 juli in de herberg van de weduwe van Pieter van Biervliet en op 11 augustus in de herberg van Antone van Biervliet, allen gevestigd in Ingelmunster:
Koop VI: een welgesitueerden korenwindmolen, met roskot en gerieflijk woonhuis.
Koop VII: een welgesitueerde korenwindmolen, "souffisantelyk geconstrueerd tot het slagen van olie" en daartoe voorzien van octrooi, met een nieuw woonhuis, 336 roeden groot in erf; gebruikt door de erfgenaam Louis Steverlynck, nog tot 30 oktober 1797.
Koop VIII: nog een korenwindmolen met bijhorende gebouwen en een nieuw woonhuis, groot in erf 307 roeden; de molen is - net zoals de voorgaande - voorzien van een octrooi voor het slaan van olie; actueel in pacht gebruikt, nog tot 30 september 1797, door Pieter Jacobus Braem.
Koop IX: een welgesitueerde oliewindmolen, met een octrooi voor het malen van graan, met een nieuw woonhuis en een olieciterne, 164 roeden groot in erf; de molen is vrij voor onmiddellijke ingebruikneming.
Alle voornoemde goederen zijn geelgen binnen Ingelmunster, palende O., Z. en N. de dorpsplaats ("de Plaetse"). Inlichtingen bij deelsman Libbrecht d'oude, in Ingelmunster.

Eigenaars na 1830:
- voor 1830, eigenaar: Steverlinck Pierre Antoine, rentenier te Ingelmunster
- 11.05.1842, verkoop: Steverlinck Louis Leonard en consoorten, lijnwaadkoopman te Ingelmunster (onderhandse akte)
- 15.07.1876, begin vruchtgebruik: a) Steverlinck Auguste, de erfgenamen (voor naakte eigendom) en b) Bouten Virginia Maria, weduwe Steverlinck Auguste Adolf (voor vruchtgebruik), rentenierster te Diksmuide (overlijden van Auguste Steverlinck)
- later, eigenaar: a) Steverlinck Pauline, zonder beroep te Ingelmunster en b) Steverlinck Marie Caroline, zonder beroep te Ingelmunster
- 20.03.1882, verkoop: Descantons de Montblanc-de Rocques de Montgaillard Charles Alberic Clement, de weduwe, eigenares te Ingelmunster (notaris Vandeputte)
- 02.06.1889, erfenis: a) Descantons de Montblanc, Charles Ferdinand Camile, eigenaar te Parijs (F) en b) Descantons de Montblanc Alberic Marie Ghislain, eigenaar te Ingelmunster (overlijden van de weduwe de Rocques de Montgaillard van Charles Alberic Descantons de Montblanc)
- 02.09.1891, deling: a) Descantons de Montblanc Charles Ferdinand Camile (voor 1/2 vruchtgebruik en 1/2 naakte eigendom), eigenaar te Parijs (F) en b) Descantons de Montblanc Alberic Marie Ghislain (voor 1/2 vruchtgebruik), eigenaar te Ingelmunster (notaris Masson)
- 22.01.1914, ruil: Descantons de Montblanc et d'Ingelmunster Alberic Marie Ghislain, eigenaar te Ingelmunster (overlijden van Charles Descantons de Montblanc)
- 03.10.1914, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Alberic Descantons de Montblanc)
- 17.01.1922, deling: Descantons de Montblanc-de Berchem de Houthem Ernest Charles Louis Ghislain, eigenaar te Brussel (notaris Schotte)
- 01.03.1925, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Ernest Descantons de Montblanc)
- 22.05.1929, deling: Descantons de Montblanc Charles Marie Alberic Ghislain, advocaat te Brussel (notaris De Doncker)
- 16.01.1930, erfenis: Descantons de Montblanc-de Héaux Jacques Albert Juls Antoine Ghislain (overlijden van Charles Descantons de Montblanc)

Rond 1830 was de molen in het bezit van Pierre Antoine Steverlinck. Zijn erfgenamen verkochten de molen in 1882 aan graaf Charles  Alberic Cement Descantons de Montblanc. De molen bleef in het bezit van deze adellijke familie tot bij zijn verdwijning in 1940 (zie hierna). Pachter-molenaar rond 1900 was Edward Monteyne, opgevolgd door zin zoon G. Monteyne. In de peiode 1901-1907 voerden de molenmakers Coussée uit Meulebeke allerhande herstellingen uit, zoals het vervangen van pestels en einden van het houten wiekenkruis.

In 1914 draaiden er in Ingelmunster nog twee windmolens, nl. de Kasteelmolen op De Molenhoek en de Walbrugmolen. Omdat windmolens konden worden gebruikt als doorgever van berichten (denk maar aan de verandering van vorm en zelfs kleur van de zeilen) moesten deze door de bezetter worden stilgehouden. Molenaar Edward Monteyne en zijn zoon die hun molen op de Molenhoek nog even deden draaien om meel te hebben, werden op 18 oktober 1914 prompt opgepakt en drie dagen vastgezet.

Op 14 november 1940 waaide de Kasteelmolen om.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Archiefbronnnen
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamer 7379 (1454) 23r° Ingelmunster
Gemeentehuis Ingelmunster, Landboek De Vos (1736).

Gedrukte bronnen
Gazette van Gend, 7 en 21 juli 1796 (verkoopsadvertenties)

Werken
Gaby Goethals, "Molens en molenaars te Ingelmunster", Den Hert, jg. 50, 2011, p. 16-33.
Yves Coutant
Blondeel W., Carron F. e.a., Ingelmunster in oude en nieuwe prentkaarten, Handzame, 1978.
Den Hert, Centrum Ingelmunster in oude kaarten, in Den Hert, XVI, 2, 1995, p. 56 e.v.
Den Hert, Molenroute te Ingelmunster, in Den Hert, VI, 2, 1985, p. 14 e.v.
Goethals G., Landelijk leven te Ingelmunster, onuitgegeven studie, s.d..
Mullebroeck E., Verscheure S., Een kijk op Ingelmunster, Nieuwkerken-Waas, 1985.
Goethals G., Studie van de Popp-kaart en -legger Ingelmunster, in Den Hert, XI, 2, 1990, p. 13-54.
Verscheure A., Ingelmunster na de Franse Revolutie, Ingelmunster, 1999, p. 161.
Luc Devliegher, De molens in West-Vlaanderen, Tielt/Weesp, 1984, p. 235 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9).
De Gunsch A., Metdepenninghen C. & Vanneste P. m.m.v.Tansens A., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.
C. Devyt, 1940-1945. De Westvlaamse windmolens in de oorlogsjaren, Biekorf, 1945.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke (1881-1911), Molenecho's, XXII, 1994, 3-4, p. 107-331 (Speciaal themanummer, 7)
Albert Verscheure, "Molenroute te Ingelmunster", Den Hert, 1986, 11, p. 14-17.