Getijmolen
Pollare (Ninove), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen
- Naam
- Getijmolen
- Ligging
- Echel 90
9400 Pollare (Ninove)
Meulevelt
Molenveld
kadasterperceel Pollare A 545
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1571 / 1906
- Verdwenen
- mei 1906, bliksem / 1931, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 3177
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De molen wordt meestal vermeld als "Getijmolen Pollare". Hij was van het type staakmolen en had als functie: korenmolen. De benaming "Getijmolen" slaat dus niet op het gelijknamige type molen. De molen was gelegen op de Echel ± nr 90 (kadasterperceel Pollare A 545).
De Penningkohieren van 1571 (Stadsarchief Gent, f° 8 r°) vermelden ook het bestaan van de windmolen te Pollare. De toenmalige pachter was Adriaen De Bremaeker. Hij pachtte de molen van Willem van Goux, heer van Wedergraete, voor 312 ponden per jaar: "Adriaen de Bramakere haut in pachte van mer Willem van Goux, riddere heere van den Lande van Wedergrate eenen wintmuelen tsiaers voor 25 sacken coorens ende eene sack tarruwen ende die geestimeert op 12 p. parisis den sack" (zie ook in bijlage).
Cornelis Van Eesbeke (+Pollare 25.09.1654) pachtte de molen vanaf 1625 van de heer van Wedergrate. Op 21 december 1625 werd de molen geprezen op 385 gulden. Kort na zijn overlijden werd de molen andermaal geprezen, deze keer op 1019 gulden. Aldus kwam (1019 - 385) 644 gulden toe aan het sterfhuis (zie bijlage).
De heren van Wedergrate, die eeuwenlang in het bezit waren van de molen, verkochten hem op 19 juni 1738. In het leenverhef van die datum lezen we: Mr. Antonius Franciscus Van Cauteren, baron van Wedergrate, heer van Meerbeke, Nederbrakel, Parike, Zarlardinge etc. verkoopt aan Pieter Steppe fs. Adriaens :
1) een coorenwindmolen met alle " de draeyende wercken , den nieuwen staeck en steenbalck " liggende in PL op den Molenbergh met den bergh daer mede gaende
- oost Adriaen Herremans
- suyt en west den wegh ofte losgat
- noort de volgende partije
en is een leen
2) 105 roeden land opt Meulenvelt
- oost Cuerengoet PL
- suyt den molenberch
- west losgat
- noort tgoet van de Penitenten van Ninove
De molen blijft belast met een eeuwige rente van 18 R sjaars
De koop gebeurde in 1735 en dit voor de resterende som van 2000 R waarvoor de koper een erfelijke rente erkent aan 4 % makende 80 R sjaars
Present : Joannes Vander Mijnsbrugghen baljuw , Martinus Lemmens , Christiaen Baeyens en Jan Buydens leenmannen
Mitsgaders dezelfde Vander Mijnsbrugghen meier , Martinus Lemmens burgemeester en Jan De Boeck schepenen".
We vinden de staakmolen aangeduid op:
- Villaretkaart (1745-1748) met het symbool van een staakmolen en met de benaming "M(oul)in de Pollaere"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen en met de benaming "Moulin de Pollaere".
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de benaming "Getijmolen"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met een tekeningetje van een staakmolen en met de benaming "Getij Molen".
Petrus (Pieter) Steppe was er eigenaar-molenaar in 1762. Langs de zijkant van de tweede sacristie van de kerk van Pollare is er nog steeds een grafsteen betreffende zijn familie ingebouwd. Daarop treffen wij volgende gegevens : "Hier lijdt begraeven den eersaemen Petrus Steppe van Idderghem overleden den 21 meert 1600 oudt 85 jaeren, in Huwelijeke met de eersaeme Elisabeth De Maesener van Pollaere overleden den 14 meert 1800 oudt 81 jaeren, geviert hun beiden vijftig jaeren gehuwd". De grafsteen in de muur van onze kerk vertelt ons verder dat zij acht kinderen hadden waarvan er "3 jonck overleden" waren. Petrus Steppe en Elisabeth De Maesener huwden op 4 juli 1740. Getuigen waren Anthonio de Windaele en Egidius Caudron. Elisabeth werd te Pollare geboren op 19 januari 1719 als dochter van burgemeester Joannes De Maesener en Petronilla De Clippel. Onder hun 5 kinderen was er een Franciscus.Franciscus Steppe was op 3 november 1780 gehuwd met Elisabeth Van der Meeren, dochter van Christiani en Anna De Groot uit Gooik. Naast Franciscus Steppe was er Elisabeth Steppe. Zij was op 6 augustus 1772 gehuwd met Gerardus Mertens. Deze laatste woonde op één der drie Mertens-hoeven, op het hof dat later bewoond werd door Robert Cosyns-Agnes De Jonge. Steppe Joannes Josephi, broer van Alisabeth, huwde met Maria-Angelina Mertens. Deze Mertens kwam van een andere Mertens-hoeve. Maria-Angelina's naam prijkt onderaan de eerder vernoemde grafsteen, zij heeft deze laten plaatsen.
De dochter van dit gezin, Felicitas Steppe, werd te Pollare geboren op 29 januari 1804. Zij huwde er met Jan-Baptist Lemmens, afkomstig uit Nieuwenhove. Deze Lemmens was burgemeester te Pollare, zijn boerderij besloeg meer dan 10 ha eigendom. Eén van zijn dochters huwde met Joannes-Baptist Mertens, deze woonde op het latere hof van Arthur De Vos-Maria Seymoens. Het gezin Joannes-Baptist Mertens-Maria Melania Lemmens had twee kinderen die evenals hun vader vroegtijdig stierven. Daardoor kwam deze hoeve Mertens in handen van de zuster van Maria Melanie, namelijk Maria Franciscus Lemmens die gehuwd was met een zekere heer De Vos van Meldert, voorvader van de latere eigenaar Arthur De Vos.
Uit het uittreksel van de het proces-verbaal van afpaling der gemeente Pollare, d.d. 21 augustus 1811, blijkt in Pollare een houten korenwindmolen gestaan te hebben: "Il existe dans la commune un moulin à vent servant à moudre du grain . Ce moulin construit en bois est exploité par son propriétaire".
Voor 1834 was deze molen in bezit van Jan-Baptiste Lemmens, landbouwer te Pollare. Door verkoop op 15 mei 1871 kwam hij in handen van Domien Van Wilderode-Vander Schueren, landbouwer te Denderwindeke (notaris Leenaert). Op 3 maart 1881 werd de molen verkocht aan Francis Van Wilderode-Mertens te Pollare (notaris Van Ham).
De molen werd in mei 1906 "door den bliksem omgeworpen", zo meldt ons "Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen?" van zondag 20 mei 1906. Hij werd evenwel heropgericht.
In 1931 volgde de definitieve sloop.
Lieven DENEWET & Rik VAN HAUWE
Literatuur
Archieven en landkaarten
Stadsrchief Gent, Penningkohieren van Pollare, 1571, f° 8 r°.
Wedergrate nr. 386, vanaf f° 36. Schepenbrieven anno 1738 over Pollare
Villaretkaart (1745-1748)
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (ca. 1844) (niet aangeduid)
Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Uitgegeven bronnen
Het Weekblad voor Oost- West- en Zeeuwsch-Vlaanderen, zondag 20 mei 1906, jg. 16, nr. 20
Rik Van Hauwe, "Schepenbrieven anno 1738 omtrent Pollare", in: rikvanhauwe.be (2016)
Werken
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Eerste aflevering. De arrondissementen Aalst en Dendermonde", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XIV, 1960, 3, p. 12 (Gent, 1962)
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten 0-R", Opwijk, 2006.
Lieven Denewet, "Honderd bespookte molens in Vlaanderen. Een verzameling molensagen van de kuststreek tot het Maasland", Molenecho's, XX, 1992, nr. 3-4
M. De Groot, "Sagenonderzoek aan de grens van Oost-Vlaanderen en Brabant". Leuven 1967.
Rik Van Hauwe, "Staat van goed van wijlen Cornelis Van Eesbeke (+Pollare 25.09.1654)
Prijsij van de molens van Pollare en Bever", in:www. rikvanhauwe.be
Roger Cosyns, "De stenen der Getij-molen zongen te Pollare", Heemkundige Kring Pollare. Werkgroep van het Dorp, nr. 36, januari 1985.