Dorpsmolen
Westkapelle (Knokke-Heist), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Dorpsmolen, Grote Molen, Zuidmolen, Molen Verburgh
- Ligging
- Dorpsstraat 156
8300 Westkapelle (Knokke-Heist)
westzijde
hoek met Herenweg
kadasterperceel E315
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- ca. 1635 / 1771
- Verdwenen
- 1770 - 19 dec., storm / 1920, verplaatst naar Gits
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 2425
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Dorpsmolen was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Dorpsstraat (nr. 156), op de hoek met de Herenweg.
De staakmolen kan beschouwd worden als de opvolger van de Westmolen van Westkapelle (zie aldaar). Naar zijn ligging (op 250 meter) ten zuiden van der kerk van Westkapelle werd hij ook de Zuidmolen genoemd. Hij was gelegen naast de herberg "De Zwarte Hond". Vanwege zijn groot voorkomen ontstond de benaming Grote Molen (vanaf midden 19de eeuw). Hij werd rond 1635 gebouwd.
Op 31 december 1684 verkochten Jan Wulfaert, J.B. Besoete en Kristiaan Vermeer de bedoelde eigendom, nl. ,,eenen coorenwintmeulen, staende op ceyns binnen de prochie ende dorpe van Westcapelle, met t’huyseken soo het nu jegenwoordigh staet, met alle de coorden, zeylen, draeyende wercken ende alle t’gonne daermede is gaende, soo aertvast, wortelvast ende nagelvast” (ABB, H 78, Los document).
De Dorpsmolen waaide om op 19 december 1770. Op 10 mei 1771 begonnen G. Jongbloet en Joanne Rooms met de heroprichting. Het eerste graan werd gemalen voor de "keyser" Isaac van Holm. Deze gebeurtenis stond ingegrift op de middenlijst: "DEN 19 XBER IS DEZE OMGEVALLEN / ENDE DEN 10 MEY 1771 TOT OPRECHTEN / IN T WERCK GELEYT. DEZE MOLEN IS NIEUWE / GEMACKT DOOR G. JONGBLOET EN JOANNE ROOMS. HET EERSTE GRAEN GEMALEN / VOOR DEN KEYSER JSAAC VAN HOLM", Op de standaard stond ingegrift: "ANNO 1771". Daaronder stond o.m. ook gegrift "JOSEPH VAN HOLM", "1823. JONGBLOET".
Enkele namen van molenaars voor 1800: Jan Roelof (1641), Jan Wulfaert, Jan Baptist Besoete en Kristiaan Vermeer, elk een derde (tot eind 1684); Jacob de Smidt (1746), G. Jongbloet, gehuwd met Joanna Rooms(1771), Pieter Sys (1783).
Eigenaars sinds 1834:
- voor 1834, eigenaar: Kerkfabriek Westkapelle (met een erfpacht sinds 1796)
- 1836, wordt na verdeling van het perceel:
a) E315a: deel van de grond aan de Kerkfabriek Westkapelle
b) E315b: deel van de grond aan Moles Lebailly-D'Hondt Denis, eigenaar te Brugge
en E315b: van het gebouw aan Jongbloet-Gheyle Pierre Jacques, de weduwe, molenarin te Westkapelle
- 07.03.1845, verkoop: (van het gebouw) Deckers Bernardus Franciscus, molenaar te Westkapelle (notaris Van Caillie)
- 22.03.1862, erfenis: (van deel van de grond) Moles Lebailly-D'Hondt Denis, de erfgenamen (overlijden van Denis)
- 19.09.1862, deling: (van deel van de grond) Moles Lebailly-Deschriet Emile, eigenaar te Brugge (notaris Walleyn)
- 09.07.1885, verkoop: (van deel van de grond) de Schietere de Lophem-Roels Karel Jacobus Thomas Ghislenus Maria Francisca, de weduwe en de kinderen (notaris Termote - deel van Moles)
- later, erfenis: (van het gebouw) Deckers Bernardus Franciscus, de kinderen (overlijden van Bernardus)
- 08.09.1896, deling: (van het gebouw) Deckers Karel, molenaar te Westkapelle, b) Deckers Bernard, c) Deckers Eugenia, d) Deckers Louisa, e) Deckers Nathalia en f) Deckers Marie (notaris Pollentier)
- 16.09.1899, ruil: (van het gebouw) Kerkfabriek Westkapelle (notaris Vanderbeke - einde erfpacht van 1796)
- 05.12.1903, verkoop: (van de grond) a) Deckers Karel, molenaar te Westkapelle, b) Deckers Bernard, c) Deckers Eugenia, d) Deckers Louisa, e) Deckers Nathalia en f) Deckers Marie (notaris Vanderbeke).
- 24.02.1912, verkoop: Verburgh-Vandekerchove Arthur, molenaar te Westkapelle (notaris Depuydt).
Op 9 augustus 1882 vervingen de molenmakers Polydoor en Theodoor Boussy de houten askop door een ijzeren askop, getuige het geschilderd opschrfit op de steenbalk: "DEN YSEREN ASSEKOP / IS INGESTEKEN DEN 9 / AUGUSTUS 1882 DOOR POLYDOOR EN THEODOOR / BOUSSY MOLEMAKERS TE THOUROUT". Deze askop werd gegoten door de Kempense ijzergieterij Van Aerschot uit Herentals. Linksonder van dit opschrift is ingehakt "1755". Op de zijkanten van de meelbak "JOANNES VAN HOLM", "FELIX D / LILLE", "I VAN / HOLM / 1823", [JONG]BLOET 1823". De balkfragmenten met de opschriften op de middenlijst en op de steenbalk zijn uitgezaagd en in de Grijspeerdmolen van Gits geplaatst (zie hierna). De originele staak met het inschrift "ANNO 1771" werd er opnieuw gebruikt (zie hierna).
Op 23 mei 1886 werd de molen, toen bemalen door Jan Dewulf, door een zwaar onweer erg geteisterd
De laatste molenaar was Arthur Verburgh (°Ettelgem, 1884 - +Westkapelle 1914), gehuwd met Léonie Vandekerchove. De weduwe verkocht de molen in 1920 aan Jules Van den Berghe van Gits, ter vervanging van de in 1918 vernielde Grijspeerdmolen. De heropbouw in Gits gebeurde in een recordtempo van negen weken. Een meevaller leek alvast dat de tramroute in Westkapelle vlak langs de molen liep, zodat de molenstukken rechtstreeks op de tramwagens konden geladen worden. Maar het station dat het dichtst bij Gits lag was in Hooglede, een heel stuk nog van de Grijsperre. Maar ook daarvoor werd snel een oplossing gevonden. Alle boeren van de wijk werden samengeroepen en met paard en kar werd de 32 ton zware molen naar zijn bestemming gebracht. De roeden vormden het grootste probleem met hun lengte van 23 meter uit één stuk. Het begin van de reis liep gesmeerd maar door de kronkelende straatjes van Torhout volgde het ene probleem het andere op. Het enig geschikte vervoermiddel leek een boomezel te zijn die getrokken werd door muilezels. Maar bij de afdaling van de Gitsberg beleefden ze nog enkele hachelijke momenten. De staak woog duizenden kilo en de muilezels konden het gewicht nauwelijks tegenhouden. Ze slalomden werkelijk naar beneden terwijl de begeleiders het gevaarte enigszins onder controle poogden te houden. Alles bij mekaar duurde de reis met de wieken van Westkapelle naar Gits twee volle dagen.
De molen zelf staat nu in Gits, maar naast het Sincfalamuseum in Knokke ligt nog een molensteen uit deze molen.
Voor verdere gegevens verwijzen we naar Gits, Grijspeerdmolen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
M. Coornaert, Westkapelle en RamskapelIe - De geschiedenis, de topografie en de toponimie van Westkapelle en Ramskapelle, met een studie over de Brugse Tegelrie. Tielt 1981.
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
J. Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
Chr. Devyt, "Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965", Brugge, 1966, p. 75;
Luc Devliegher, "De molens in West-Vlaanderen", Tielt/Weesp, 1984, p. 218-221 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9);
Herman Holemans, "West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 8. Gemeenten V-Z , Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2005.
Jeroen Cornilly, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel 1. Arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt", Brugge, 2001, p. 59;
A.T. van Biervliet, "De windmolens van Gits", in: Rollariensia, VII, 1975, p. 217-233;
Lieven Denewet, "Windmolens vroeger en nu. Hooglede-Gits", Hooglede, 1979, 55 p.;
J. Vandenberghe, "Weer doorklieven suizende molenwieken de lucht van Gits", in: Molenecho's, XI, 1983, p. 170-174;
A. Van Biervliet, "Gits in oude prentkaarten, waarin afbeeldingen van Finance, Grijspeersmolen, Onledemolen en Stenenmolen", Zaltbommel, 1972;
"De Grijsperremolen te Gits", in: Curiosa, september 2003, p. 15-19;
Info Georges A.L. Verburgh (°Westkapelle 1946, prov. Namen), 17.09.2009 - kleinzoon van de laatste molenaar te Westkapelle.