Molenechos's Homepage Molenechos.org

Plaatsmolen

Merkem (Houthulst), Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Plaatsmolen, Koutermolen
Ligging
Kouterstraat 45
8650 Merkem (Houthulst)
hoek met Duivenstraat (vroegere Molenstraat)
kadasterperceel sectie B nr. 919bis
(wind- en rosmolen)
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1500 / 1590
Verdwenen
kort voor 1588, oorlog / 1911, sloop
Type
Staakmolen met open voet
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
2299
© Prentkaart Merckem.-Zicht op het Dorp, uitg. Bouquillon, Merkem. Verzameling Ons Molenheem

Beschrijving / geschiedenis

Molennamen
- "Plaatsmolen"; verwijst naar de ligging bij de Plaats van Merkem.
Plaatse meulen (1598), Merckem meulene (1620)
- "(Merkem) Koutermolen": verwijst naar de ligging op de Kouter (vroeger ook Zuidkouter), aan de huidige Kouterstraat.
bestreckende van Merckem Coutter meulen westwaert tot een vaerdeken genaemt tMartien (1724).

Ligging
Kadasterperceel sectie B nr. 919bis, Kouterstraat 45, hoek met Duivenstraat of vroegere Molenstraat.
Thans boerderij Luc Vandelanotte-Smagghe, Kouterstraat 48.

Oprichting
Vóór 1500; heropgericht (na vernieling kort vóór 1588) in 1590.

Type
Staakmolen met open voet en twee zolders, gelegen op een molenwal. Kapelle- of zadeldak. Tot op het einde houten pestelroeden. Ernaast stond een rosmolen.

Functie
Korenmolen met oorspronkelijk één steenkoppel, later twee.

Eigenaars en molenaars
Tot in 1588 was de molen in het bezit van de opeenvolgende heren van Merkem. In dat jaar verkocht de heer van Merkem de overgebleven molenwal (de molen zelf was vernield) aan een particulier. In 1620 bezat de heer van Merkem enkel nog de helft van een kleine tiende bij de Merckem meulene.
Huurder-molenaar rond 1750 was Petrus Vercamer, Na zijn overlijden in 1751 hertrouwde zijn echtgenote Joanna Theresia Van Damme met Petrus-Franciscus Ghyselen (†1783) die de nieuwe molenaar werd. In 1796 vinden we  de weduwe van Anthonius Geldof als molenaar.
In 1830 was de molenwal in het bezit van Theodore de Coninck (1807-1855) uit Gent, gehuwd met Marie-Thérèse Everaerd, maar in erfpacht gegeven aan Theophilus Hubaldus Geldof, brouwer te Diksmuide en gehuwd met Catharina Theresia Pieters. Geldof bezat trouwens de molen zelf in volle eigendom. Deze werd geërfd door zijn kinderen Ludovicus Josephus (°Merkem 1805), François Sebastien (†1864) en Pieter Karel (†1877), die werkte als landmeter van het kadaster te Sint-Andries. De genoemde zoon Ludovicus Josephus Geldof, die zijn vader opvolgde in zijn brouwerij te Diksmuide, overleed vrij jong en zijn weduwe Julia Adelaïde Vandermeersch hertrouwde met Franciscus Norbertus Marant. Zij werden in 1877 de enige eigenaar, maar verkochten de molen drie jaar later aan Honoré Joseph Verhelst (1837-1910), brouwer te Diksmuide en gehuwd met Euphrasie Reynaert.
Amper een jaar na het overlijden van Honoré lieten zijn weduwe en kinderen de molen slopen.

Pachters-molenaars
Tot op het einde maalden de eigenaars niet zelf maar verhuurden de molen.
Aloïs Henri Dedrie (°Merkem 1864), gehuwd met Nathalie Debeuckelaere uit Beerst, was molenaar in 1895. Vóór 1903 gaf hij het malen door aan Camiel Butaye. Hij zou de laatste molenaar worden. Nog vóór de oorlog, in 1911, staakte hij het malen en werd de molen gesloopt. Velen hebben nog zijn zoon Henri (°1910) gekend die samen met zijn zus Julia (°1906) woonde en werkte als veehandelaar.

Feiten en gebeurtenissen
Vóór 1506 had de kerk van Merkem een erfelijke rente van 2 schellingen 6 groten parisis, bezet op een half gemet, gelegen in de parochie en heerlijkheid van Merkem, ten zuidoosten van de kerk, up den zuudcoutere, een luttel benoorde de muelne. Nog in de 16de eeuw gaven Hendryc van Borsele en zijn vrouw Margriete aan de kerk van Merkem 1 lijn 25 roeden land, gelegen in de parochie en heerlijkheid van Merkem, up den zuut coutere, bezuuden der muelnen (...), metten west hende up den Couterwech.
In 1724 hadden de parochie en de heer van Merkem elk de helft van een graantiende op een gebied haer bestreckende van Merchem Coutter meulen westwaert tot een vaerdeken genaemt tMartien, mitsgaders noch op de landen die liggen tusschen den voornomden meulen ende den hooghen coor van de kercke van Merchem.
In 1781 toonde molenaar Pieter Ghyselen zich een actieve tegenstander tegen de oprichting van een nieuwe molen door Jean de Grendele nabij de Kippe. Hierbij schuwde hij geen manipulatie. Zo liet hij bijvoorbeeld een eenvoudige landsman zijn handtekening plaatsen onder een verklaring van de nutteloosheid van deze nieuwe molen, onder het voorwendsel dat hij het woord inutiliteijt zonder veranderen in utiliteyt, hetgeen hij evenwel niet deed!
Ook bedreigde hij de steunbetuigers van de nieuwe molen in 't Gends Kot of gevangenis te zetten!
De kadasterdiensten rangschikten de molen in 1834 als windkorenmolen 1ste klas en begrootten hem op 324 frank.
Juist naast de windmolen stond een rosmolen waarbij het paard buiten liep. Deze werd nog vermeld in een notariële akte van 11 november 1880.
Molenaar Camiel Butaye verzette zich in 1903 tegen de plaatsing van een petroleummotor in de maalderij die Theofiel Vandenbussche wilde bouwen in het centrum van Merkem (begin van de Stationsstraat). Hij vreesde dat de veiligheid niet kon gegarandeerd worden en dat de dieren in de nabije weide vergiftigd zouden kunnen worden...
Wellicht had hij het ook moeilijk met de komst van de nieuwe concurrent zo dichtbij, maar tegen de nieuwe molen verzette hij zich niet officieel.
Ondanks de ligging op een molenwal ondervond de Plaatsmolen steeds meer hinder van de bebouwing aan de Kouterstraat, zoals van de  "gendarmerie" aan dezelfde straatzijde en van het klooster aan de overzijde.

Verdwijning
Vernield tijdens de troebelen, in of kort vóór 1588. (In dat jaar werden de kerk en het kasteel van Merkem verwoest). Toen bleef in ieder geval enkel nog de molenwal over en die werd door de heer van Merkem verkocht.
Gesloopt in 1911 omdat de herstellingskosten te hoog opliepen.

Lieven DENEWET, Hooglede  

Literatuur

L. Denewet, J. Vandromme & G. Versteele, "Molens van Merkem", Merkem, Heemkring Sidronius Hosschius, 2010, 80 p.
Kasteel van Merkem (vernield in 1914-'18), Archieven waaronder Registres des archives du château de Merchem, f° 10, 62, 86.
Atlas des communications vicinales de la Commune de Merckem, 1846.
Directie van het Gewestelijk Kadaster te Brugge, Kadastrale documenten Merkem.
P.C. Popp, Atlas Cadastral de la Flandre Occidentale. Canton de Dixmude. Commune de Merckem. Tableau indicatif et matrice cadastrale / Gemeente Merckem. Oorspronklyke Kadastrale Legger of Alphabetische-Lyst der Grond-Eygenaeren (...), Brugge, s.d.
Prentkaart Merckem.-Zicht op het Dorp, ingekleurd, uitg. Bouquillon, Merkem, opgestuurd in 1906 (coll. Norbert Raes, Heule)
Prentkaart Merckem - de Gendarmerie, uitg. Kesterman, Merkem, vóór 1911 (coll. Norbert Raes, Heule)
Prentkaart Merckem. - Couterstraat, uitg. Kesterman, Merkem (coll. Norbert Raes, Heule)
S. Debaeke & J. Lermytte, a.w., p. 9, 11, 27-28.
Charles de Coninck de Merckem, Annales de Merckem, Brugge, 1878, p. 68-69, 78, 117 (De geciteerde bronnen zijn verdwenen).
K. De Flou, a.w., VIII, 1928, kol. 572; XII, 1931, kol. 793.
De Plaatsmolen te Merkem, in: Curiosa, XLIV, 2006, nr. 440, p. 19-20.
H. Holemans, a.w., p. 31.
Herman Holemans, "Rosmolens in de provincie West-Vlaanderen in de periode 1834-1900. Deel 5", Studiekring Ons Molenheem, 1994, 1, p. 3-8.
R. Opsomer, Ons dorp: Merkem. Het Leven der Mensen op ons dorp, Merkem, 1952, p. 12.
G. Versteele, a.w., p. 4-5, 11.
James Weale, Les églises du doyenné de Dixmude.
Notices historiques et descriptives suivies de nombreux documents, II, Brugge, [1874], p. 329-340. (De geciteerde bronnen zijn verdwenen).

Overige foto's

Plaatsmolen, Koutermolen, Merkem (Houthulst), Prentkaart Merckem.-Zicht op het Dorp, ingekleurd, uitg. Bouquillon, Merkem, opgestuurd in 1906 (coll. Norbert Raes, Heule) | Database Belgische molens
© Prentkaart Merckem.-Zicht op het Dorp, ingekleurd, uitg. Bouquillon, Merkem, opgestuurd in 1906 (coll. Norbert Raes, Heule)