Veerle (Laakdal), Vlaanderen - Antwerpen
- Naam
- Haevensemolen
- Ligging
- Oude Geelsebaan
2431 Veerle (Laakdal)
Haenven
kadasterperceel D211
Vlaanderen - Antwerpen
- Geo positie
- 51.068939, 4.965458 (Google Streetview)
- Gebouwd
- 1720/1724
- Verdwenen
- 1943, verplaatst naar Meerhout-ZIttaart
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4987
- Ten Bruggencatenummer
- 05078
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Haevensemolen was een houten korenwindmolen op het gehucht Haenven. Hij werd in 1720-1724 met toelating van de Rekenkamer van Brussel opgericht door Jan en Hendrik Willems, ter vervanging van de watermolen van Blaardonck te Varendonk.
In 1798 werd de standaardmolen als nationaal goed verkocht aan Blom, Van Herck en anderen.
Uit het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Veerle in 1821:
"Il existe dans la commune deux moulins à farine mus par le vent, l'un appartenant à Martin Van Herck, rentier à Anvers, l'autre à Robijns, veuve de J.-B., rentière à Bruxelles. La situation de ce dernier est beaucoup plus avantageuse que celle de l'autre. Le premier de ces moulins a été affermé par bail passé le 29 ventôse an 11 (= 20.03.1803) devant le notaire à Veerle, avec maison et dépendances, au nommé Gérard Wouters pour le terme de 6 années au prix de fl. 315, argent courant de Brabant faisant en florins des Pay-Bas 270. Les contributions montant à f. 79,53, un total de f. 349,53. Le locataire est chargé de l'entretien des ouvrages tournants. Ventilation faite de ce bail, il résulte pour le moulin un revenu brut f. 226,21, après déduction de f. 125,13 fait f. 75,40. Attendu que le locataire est chargé de l'entretien des ouvrages tournants, reste un revenu brut de f. 210,08 lequel nous avons cru devoir réduire à fl. 200."
Kadastrale beschrijving uit 1832: "molen van dezelfde constructie als A604 (= Dorpsmolen te Veerle), maar min gunstig gelegen ontrent een quaert uers vanh et dorp gelegen, hij is ook verhuerd).
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van Herck-Eeckelaers Hendricus Martin, wagenmaker te Antwerpen
- 13.03.1840, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Van Herck Marie Elisabeth, zonder beroep te Antwerpen, b) Van Herck Victorie Petronille, echtgenote De Schepper, schrijnwerker te Antwerpen, c) Van Herck Henri Jean, bediende te Antwerpen, d) Van Herck Anne Thérèse, zonder beroep te Antwepen en e) Van Herck Pierre Henri Antoine, schrijnwerker te Antwerpen (overlljden van vrouw Eeckelaers)
- 06.06.1853, deling: Van Herck Henri Martin, rentenier te Antwerpen (notaris Van Sulper)
- later, erfenis: de erfgenamen (= kinderen?) (overlijden van Henri Martin Van Herck)
- 27.12.1860, verkoop: a) Van Herck Jean Martin François, schrijnwerker te Antwerpen, b) Van Herck Marie Elisabeth, zonder beroep te Antwerpen, c) Van Herck Henri Jean, bediende te Leuven, d) Van Herck Anne Thérèse, echtgenote Bruynmeesters Jean Baptiste, schrijnwerker te Antwerpen en e) Van Herck Pierre Henri Antoine, aannemer te Antwerpen (notaris Peeters)
- 22.02.1861, deling: a) Van Herck Jean Martin François, schrijnwerker te Antwerpen, b) Van Herck Marie Elisabeth, zonder beroep te Antwerpen, c) Van Herck Henri Jean, bediende te Leuven en d) Van Herck Anne Thérèse, echtgenote Bruynmeesters Jean Baptiste, schrijnwerker te Antwerpen (notaris Peeters)
- 19.11.1866, verkoop: Onsea-Beylemans Jan-Baptist, molenaar te Veerle (notaris Verhaert)
- 16.05.1893, gift: a) Onsea-Beylemans Jan-Baptist (voor vruchtgebruik), winkelier te Veerle en b) Onsea-Helsen Victor Joseph (voor naakte eigendom), molenaar te Veerle (notaris Raedts)
- 03.03.1908, erfenis: a) Onsea-Beylemans Jan-Baptist, de weduwe en kinderen (voor vruchtgebruik), winkeliers te Veerle en b) Onsea-Helsen Victor Joseph (voor naakte eigendom), molenaar te Veerle (overlijden van Jan-Baptist Onsea)
- 15.03.1912, erfenis: Onsea-Helsen Victor Joseph, molenaar te Veerle (overlijden van de weduwe Beylemans van Jan-Baptist Onsea)
- 09.04.1917, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Victor Onsea)
- 10.06.1922, verkoop: a) Onsea Gustave Emile Victor, melkerijbestuurder te Roosbeek, b) Onsea Frans Jozef, c) Onsea Juliaan August, d) Onsea Geeraart Alfons, e) Onsea Remi Stefaan Nicolaas Theophiel en f) Onsea Frans Maria Jozef (onderhandse akte)
- 15.07.1922, afstand: a) Onsea Gustave Emile Victor, b) Onsea Frans Jozef, c) Onsea Anna Aloysia August, August, d) Onsea Juliaan August, e) Onsea Geeraart Alfons, f) Onsea Remi Stephanus Nicolaus Theophile, g) Onsea Frans Maria Joseph en h) Onsea Maria Francisca Stephania (notaris Verbist)
- 12.03.1918, deling: Onsea-Peeters Frans Maria Jozef, molenaar te Veerle (notaris Verbist)
De molen kwam in 1866 in het bezit van de familie Onsea.
De molen werd in 1943 gedemonteerd en verplaatst naar Meerhout-Zittaart, waar hij nu nog staat.
Zie verder onder: Meerhout-Zittaart, Haenvensemolen
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
nt en florins des Pay-Bas 270. T.J. Gerits, "Aanbesteding van een windmolen te Veerle", in: Ons Heem, XVIII, 1963-'64, p. 122-123.
T.J. Gerits, Aenbestedinge van eenen nieuwen graenwintmolen tot Blaerdonck", in: Ons Heem, XVIII, 1963-'64, p. 123-125.
Cl. Dupré, "Het ontstaan van den Haenvensche molen te Veerle", in: De Zuiderkempen, I, 1932/33, nr. 4, p. 49-55; II, 1933, nr. 1, p. 30-33.
Fr. Van Genechten, "De molen van Haenven onder Veerle: 1723-1795", in: De Zuiderkempen, II, 1934, nr. 4, p. 126-128; III, 1934, nr. 1, p. 1-14; V, 1935, p. 1-4.
Trudo J. Gerits, "De verdwenen dorpsmolen van Veerle", in: Ons Heem, XX, 1966, nr. 5, p. 213-215 (herfstmaand); overgenomen in: De Belgische Molenaar, jg. 63, nr. 10 (22 mei 1968), p. 145-146;
Gustaaf Peeters, "De molens van Veerle", in: De Zuiderkempen, X, 1941, nr. 4, p. 95-97;
P.J. Lemmens, "Molenoverzicht uit het Arrondissement Turnhout van 1830 tot heden", Heemkundig Handboekje voor de Antwerpse Randgemeenten, Kwartaalschrift, Borgerhout, Gitschotel Buurschap, Jg. 12, [1964], nr. 3, p. 18.
H. Holemans & P.J. Lemmens, Molens der Zuiderkempen, Nieuwkerken, 1978, p. 72-75, 106;
L. Grietens, "de Molens van Meerhout: III. de windmolen van Meerhout-Zittaart", in: De Zuiderkempen, X, 1941, nr. 1-2, p. 76; overgenomen in: De Belgische Molenaar, jg. 51, nr. 11 (30 april 1956), p. 149-150;
E. D(e) K(inderen), De Haevense molen te Meerhout-Zittaart, in: De Belgische Molenaar, LXXI, 1976, nr. 5 (7 maart), p. 70-72;
F. Brouwers, "De toekomst van een verleden. Levende molens in de provincie Antwerpen", s.l., Levende Molens Werkgroep Kempen-Antwerpen, (1997);
"Meerhout: de windmolen van Meerhout-Zittaart", in: De Belgische Molenaar, jg. 49, nr. 20 (23 aug. 1954), p. 324-325;
Paul Hendriks, "De windmolens: 19. Meerhout", in: P. Hendriks & R. Hoeen, "Provincie Antwerpen. Wind- en watermolens", p. 18;
"Meerhout: de windmolen van Meerhout-Zittaart", in: De Belgische Molenaar, jg. 49, nr. 20 (23 aug. 1954), p. 324-325;
L. Smet, "Ons molenpatrimonium in de provincie Antwerpen: houten molen van Meerhout-Zittaart", in: Molenecho's, jg. 5, nr. 2 (febr. 1977), p. 15;
Jos Sterckx, Krista Wilms, Jan Melis e.a., "Slag van de molen. Hier maalt men voor alleman die zijn loon geven kan", Meerhout, 2011.
W(eyns J.), "Een molengebied", Ons Heem, XII, 1957, p. 64.