Mortsel, Vlaanderen - Antwerpen
- Naam
- Hoge Molen
- Ligging
- Molenstraat
2640 Mortsel
hoek met Oudebaan
naast de Mechelsesteenweg
Vlaanderen - Antwerpen
- Gebouwd
- voor 1295 / 1596
- Verdwenen
- 1585 - 1 augustus, oorlog / 1890 - mei, sloop / 1895, onderdelen naar Merksplas
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 4897
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Hoge Molen van Mortsel stond op de Oude God op de hoek van de huidige Molenstraat en de Oudebaan, op een hoogte van 19 meter boven de zeespiegel.
In een oorkonde van 13 oktober 1295 droegen ridder Jan Wouter Volckaert, heer van Cantecroy, en Laurent Volckaert, goederen over aan de hertog Jan II van Brabant. Onder Mortsel viel de windmolen bij deze schenking: "... Iacentibus in parochia de Mortesele et molendino venti ipsius ibidem..."
Een akte uit 1373 spreekt over "…opt hoghevelt tusschen de kercke en den molen…". In het Knopboeck van de kerk van Mortsel (1453) staat de molen vermeld als "…gelegen binnen Mortsele aen die hoghe molen …".
In 1497 verpachtte Olivier Boucge, rentmeester van Cantincrode de molen aan Pieter Van der Tanghen en in 1562 verhuurde Jan Van Malderen, rentmeester van het Slot, hem in naam van kardinaal Granvelle aan Peeter Janssone voor 6 jaar tegen jaarlijkse leveringen van 110 vierdelen koren en 12 gulden voor het molenhuis. De verhurder nam het onderhoud van de molen op zich en verschafte de molenstenen tegen 13 gulden per jaar. Twee personen moesten borg staan voor de mulder.
Na de val van Lier wilden de Antwerpenaren verhinderen dat Fernèses troepen onderkomen vonden. Ze deden een uitval op 4 en 5 augustus 1583 en brandden alle omliggende dorpen tot de grond af. Ook Mortsel werd "geraseerd" met uitzondering van Cantincrode, de kerk, de molen en enkele huizen en schuren. De Staatsen uit Antwerpen staken de molen evenwel in brand op 1 augustus 1585.
Het duurde nog tot 1596 vooraleer Cornelis Van Ranst uit Itegem, met goedvinden van de graaf van Contincrode, bereid werd gevonden om, op eigen kosten, een nieuwe molen op te richten. De nieuwe molen draaide voor het eerst op 24 oktober anno XV.VIC (15.96). In ruil werd gedurende 4 jaar geen pacht geïnd. De volgende 12 jaar kostte hem dit 10 vierdelen rogge per jaar en na 16 jaar dus werd de molen op deze wijze eigendom van de heer van Cantincrode.
Het ging de nieuwe molenaar niet voor de wind op de nieuwe molen. Er waren in Mortsel in 1593 slechts 28 gezinnen, samen zo'n 90 personen.
De molen werd in 1601 verkocht aan Gielis Crauwels. Deze bouwde in 1604 een molenhuis "... op het bogaardeken daer vroeger huys en hof op gestaen hebben...". De heer van Cantincrode leverde het materiaal, maar het huis werd dan ook zijn eigendom.
Tot 1615 bleef de molen eigendom van de heren van Cantecroy. François Thomas Perrenot verkocht de molen in dat jaar, samen met Dieseghem, aan Jan de Cordes, heer van Wichelen. De verkoopakte van het domein van Cantecroy uit 1627 vermeldde: "...over sekeren moulen vuytte voorscrevene heerlijckheyt van Cantrecrooy…". In een akte uit 1703 staat dat "…de heere van Cantecroy en heeft binnen Mortsel geenen wintmolen…". In 1650 verwierf Jan de Cordes jr., ook heer van Wichelen, 1/10 deel in de windmolen van Mortsel. Dat de molen eigenlijk vanouds aan Diezegem of Tissengien toebehoorde, blijkt uit het volgende. We lezen dat de heer van Diezegem deze molen met twee stukken grond en het molenhuis "hove en toebehoirten" in 1654 verhuurde voor 6 jaar mits 391 gulden per jaar.
De molen staat getekend op de kaart van Egidius De Backer (1692) en op de Ferrariskaart (ca. 1775).
De pachtsom was in 1712 reeds verhoogd tot 550 gulden per jaar. Het molenhuis werd in 1755 aangekocht door Michaël Van de Weygaert-Wauters. In 1818 had Mortsel 1125 inwoners en molenaar Joannes Ockers mocht zich kandidaat stellen voor "zetter of Reparteur" aangezien hij meer dan 100 gulden belasting betaalde. Hij werd verkozen op 14 augustus 1819.
Kadasterbeschrijvingen:
- ca. 1819: "il n'y a qu'un moulin à vent dans cette commune. Il est situé sur le bord de la route d'Anvers à Malines et ses abords sont très faciles. Il consiste en une barque en bois tournant sur un pivot établi sur une base en maçonnerie. Les besoins de la commune suffisent pour l'occuper l'année entière. Il doti être évalué brut à f. 900 et net à f. 600.
- 1830: "gewone standaardmolen, hij heeft eenen omgang en twee paar steenen welke niet gelijktijdig kunen gebezigd worden, is gunstig gelegen en onverhuurd".
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Ockers-Lens Joannes, de weduwe, molenaar te Mortsel
- 1841, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden van Joannes Ockers)
- 21.06.1848, deling: Huybrechts-Ockers Jan Gommaar, molenaar te Mortsel (notaris Ghellinck)
- 06.12.1878, erfenis: de kinderen (overlijden van de echtgenoten Huybrechts-Ockers)
- 06.07.1881, deling: a) Huybrechts Jan Aloïs, molenaar te Mortsel, b) Huybrecths Peter Antoon, molenaar en landbouwer te Mortsel, c) Huybrechts Petronella Josephina, zonder beroep te Mortsel en d) Huybrechts Louisa, zonder beroep te Mortsel (notaris Van Camp)
De molen was in 1834 in het bezit van de weduwe van Joannes Ockers. Na deling van de familiegoederen kwam de molen in 1848 in handen van schoonzoon Jan Huybrechts-Ockers, molenaar te Morsel. Na zijn overlijden in 1878 ging de standaardmolen over naar zijn kinderen Jan-Aloïs, Peter-Antoon, Petronella-Josephina en Louisa Huybrechts.
De kinderen Huybrechts-Ockers richtten in 1880 de stoommaalderij en mouterij "De Perel" op. De overbodige molen werd in 1890 verkocht aan Alex Van Breda en in mei van dat jaar gesloopt. De nieuwe eigenaar bouwde met deze onderdelen in 1895 zijn molen op de wijk Opstal in Merksplas. In 1927 werd hij ook daar afgebroken.
Het molenhuis te Mortsel werd rond 1900 afgebroken, maar het grote huis op het schilderij (Oudebaan 115b) bestaat nog: het vormde het woonhuis van de brouwerij "De Doorneboom", die al in 1750 vermeld werd. De huidige straatnaam Smolders Blokstraat te Edegem ontleent zijn naam aan 's Moldersblok of Molenblok van de windmolen van Mortsel, die bij de grens met Edegem was gelegen.
In de molen bevonden zich de volgende balkinschriften: het jaartal 1657 en de naam "A. De Poorter - Oude God".
Lieven DENEWET, Georges KOCKELBERG & Herman HOLEMANS
* zie ook: Merksplas, "Weldoen Baart Vreugde"
Literatuur
Algemeen Rijksarchief Brussel, Charters van Brabant, nr. 158 (oorkonde van 13 oktober 1295).
Croux H., "Een belangrijk dokument betreffende "Den Wilden Beys" te Mortsel in 692", in: Jaarboek van de Mortselse Heemkundige Kring, IV, 1966, p. 55-56.
Croux H., Zo was... Mortsel, Antwerpen, 1973.
Dierckx H., Geschiedenis van Mortsel, Mortsel, 1961.
Dierckx H., Mortsel van landbouwdorp tot dynamische kern van handel en nijverheid (Mortsel van A tot Z, informatiebrochure 1984, p. 3-8).
Stockmans J.B., Geschiedenis der gemeente Mortsel met aanhangsels over Edeghem, Hove, Bouchout, Borsbeeck, Contich, Waerloos, Reeth en Aertselaer, Antwerpen, 1882 (herdruk, Brussel, 1975).
Stockmans J.B., "Het Knopboeck der kerk van Mortsel (1483)", Antwerpen, 1898.
Georges Kockelberg, "Historische molenvermeldingen in en om Antwerpen. Een blik op de 1000-jarige geschiedenis der Antwerpse molens", Antwerpen, 1986.
Herman Holemans & P.J. Lemmens, "Molens van de Voorkempen en van Groot-Antwerpen", Nieuwkerken, 1983.
H. Holemans & P.J. Lemmens, "Molens der Noorder- en Oosterkempen", Nieuwkerken, 1980, p. 67-70.
C. Lauryssens, "De molens van het graafschap en hertogdom Hoogstraten", HOK, Tijdschrift voor Geschiedenis, Oudheidkunde, Kunst en Folklore, orgaan van Hoogstratens oudheidkunidge Kring, II, 1934, p. 120-122.
"Merksplas vroeger en nu", Merksplas, 1986.
K. Verstraelen, Merksplas een bundel herinneringen, Turnhout, 1981.
Info Mortelse Heemkundige Kring
Mailbericht Eduard Swinnen, 11.09.2013
Mailbericht Chris Somers, 13.05.2013
Mailbericht Bart Burman, heemkundige, Edegem, 24.01.2014.