Molenechos's Homepage Molenechos.org

Oostvleteren (Vleteren), Vlaanderen - West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Plaatsmolen, Molen Decroos, Verbrande molen
Ligging
Reningestraat 21
8640 Oostvleteren (Vleteren)
noordzijde
300 m O v.d. kerk
kadasterperceel A621
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
1794
Verdwenen
1915 - 14 april, oorlog
Type
Staakmolen
Functie
Koren- en oliemolen
Bescherming
niet,
Database nummer
4080
© Prentkaart ed. D. Hendrix, Cuylitsstraat, 84, Antwerpen. Verzameling Ons Molenheem

Beschrijving / geschiedenis

De Plaatsemolen, Croosmolen of Verbrandemolen was een houten koren- en oliewindmolen een eind noordwaarts van de Reningestraat (nr. 21), op 300 meter ten oosten van de kerk van Oostvleteren.

De driezolder-staakmolen werd opgericht in 1794. Pieter Verstraete uit Diksmuide had daartoe al op 19 oktober 1791 het octrooi gekregen om een graan- en oliewindmolen op te richten onder de heerlijkheid van de Tempeliers. De tijdsomstandigheden waren echter niet goed door de Franse invallen. Aangezien de molen binnen het jaar niet opgericht was, vroeg hij op 8 november 1793 een nieuwe toelating. Het Oostenrijkse bewind liep toen echt op zijn laatste benen...

We zien hem aangeduid in de Atlas der Buurtwegen, in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), op de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) met de naam "Plaets Molen" en op de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).

Eigenaars na 1830:
- 1794, opbouw: Verstraete Pieter, Diksmuide
- voor 1834, eigenaar: Devloo Alexander Jacob, de kinderen
- 27.03.1843, deling: Devloo-Markey Desiderius Carolus, molenaar te Oostvleteren (notaris Deboo)
- later, erfenis: de weduwe en de kinderen (kinderen: Devloo Euphrasie Pelagie, te Oostvleteren, b) Devloo Melanie Zénobie Euphrasie, te Oostvleteren, c) Devloo Remi Auguste, te Oostvleteren, d) Capoen-Van Egroo Pierre Seraphin, landbouwer te Oostvleteren en f) Van Egroo, zonder beroep te Oostvleteren (overlijden van Desiderius Devloo)
- 10.01.1858, verkoop: Decroos-Decroos Seraphinus Franciscus, landbouwer te Oostvleteren (notaris Poupart)
- 19.03.1898 en 03.04.1898, erfenis: de kinderen (overlijden van beide echtgenoten)
- 06.06.1911, verkoop: Decroos Richard Ernest (°20.12.1877, +16.05.1947, gehuwd met Helena Dehaene), molenaar te Oostvleteren (notaris Glorie)

Rond 1830 behoorde de molen toe aan de molenaarsfamilie Devloo.

Ze lieten de molen einde 1858 openbaar verkopen door notaris Poupart. Ze lieten daartoe een advertentie plaatsen in de Ieperse krant "Le Propagateur". Het betrof een "welgekalanten Koornwyndmolen met Woonhuis, Koey en Peerdestal, mitsgaders 4 hectaren 98 aren 60 centiaren, Grond van gemelden molen en gebouwen, Gras en Zaeiland", gelegen op Oostvleteren tege, de plaats, aan weerzijden van de nieuwe steenweg naar Reninge. Er waren 10 loten. De instel ging door op maandag 27 december 1858 in herberg de Barriere aan de steenweg tussen Woesten en de Kortekeer en de overslag in de herberg het "Wethuis" op de Markt van Oostvleteren, telkens om 14 uur. Bij de overslag stond het geheel ingesteld op 33.100 frank. Merk op dat de molen toen enkel nog als korenmolen in gebruik was.

Koper, op 10 januari 1859, was Seraphinus Franciscus Decroos. Hij was geboren te Oostvleteren op 8 juni 1825 en overleed er op 3 april 1898. Hij was gehuwd met Amelia Sophia Decroos (dochter van Pieter-Joannes Decroos uit Veurne) die op 56-jarige leeftijd overleed te Oostvleteren op 19 maart 1898. Het koppel overleed dus beide kort na elkaar in 1898.

De kinderen Decroos lieten op 11 juli 1904 een geklinknagelde ijzeren standaard plaatsen door de firma Verhaeghe-Decuyper uit Ruddervoorde. Deze had een lengte van 7,60 meter en kostte 550 frank, een hoog bedrag in die tijd. Het was de eerste ijzeren molenstaak die door dit bedrijf werd vervaardigd.  Verhaeghe was vooral gespecialiseerd in het maken van geklinknagelde roeden, maar men leverde ook ijzeren kruisplaten, pestels, staarten enz. Het grote voordeel van een ijzeren standaard is de duurzaamheid. Na de succesvolle introductie van ijzeren askoppen en roeden, gingen molenmakers ertoe over om ook andere houten molenonderdelen te vervangen door metaal. Door het uitbreken van de eerste wereldoorlog is de verdere evolutie op dit vlak nagenoeg stopgezet. Zo werd na deze oorlog nog slechts één molen uitgerust met een geklinknagelde staak: de bestaande Markeymolen te Pollinkhove in 1955. Het is tevens de enige nog bestaande molen met zo'n stalen standaad.

Richard Decroos-Dehaene (1877-1947), een van de kinderen van Seraphus Franciscus Decroos, verwierf de molen in 1911. Hij zou de laatste molenaar worden, want de molen zou tijdens de eerste wereldoorlog vernield worden (zie hierna). Na de oorlog richtte hij een mechaanische maalderij op. Hij overleed in 1947 op 69-jarige leeftijd. Zijn dochter Denise Decroos huwde met Adelin Demeyer (°Wingene 11.08.1906, +Oostvleteren 10.01.1964), die de mechanische maalderij verder uitbaatte.

Een andere zoon van Seraphinus, Kamiel Decroos, verhuisde in 1903 naar Eggewaartskapelle, waar hij twee jaar later op zijn erf een kleine staakmolen bouwde met één koppel stenen. Dit hoevemolentje stortte in op 1980 maar werd later iets verder heropgebouwd.

Keren we terug naar de lotgevallen van de windmolen. Door een bombardement op 14 april 1915 brandde de molen volledig uit, maar het karkas bleef recht, vandaar de ontstane benaming "Verbrande Molen". Pastoor Hendrik Demaerel schreef daarover in zijn "Liber memorialis": "Op 14 April derde bombardement, doch met weinig schade en noch dooden noch gekwetsten. Kortom: getal bombardementen rond de 60, waarvan ik een deel niet heb bijgewoond, doch kennis van de aangebrachte schade gehad heb, die de volgende gewest is:
1° de molen van Richard Decroos, afgebrand (...). Hierna volgen nog 19 andere gevallen van verwoesting of beschadiging van huizen en andere gebouwen.

Op een bewaarde prentkaart, naar een oorlogsfoto van augustus 1916, zien we de vernielde molen. De geblakerde molenkast, zonder wiekenkruis, trap, binnenwerk en beplanking, staat toch nog op het gebint. De molenas ligt uitgezakt op de bovenste zolder. Het bijschrift luidt: "Belgisch Front OOSTVLETEREN (Oogst 1916) De verbrande molen (August 1916) Front Belge Le Moulin brûlé Belgium Front The burnt mill".

Opmerkelijk is dat de firma Verhaeghe in 1921 via advertenties in "De Belgische Molenaar" een ijzeren molenstaak met een lengte van 7,80 meter in occasie te koop aanbood. Aangezien voor de  oorlog, voor zover bekend, slechts drie staakmolens met zo'n staak werden gerenoveerd, moet het exemplaar waarmee geadverteerd werd haast zeker afkomstig zijn van één van deze molens. Die werden alle drie tijdens de oorlog vernield, maar wellicht was de standaard in een enkel geval onbeschadigd gebleven. In het geval van Molen Decroos, die afbrandde na het bombardement op 13 april 1915, bleef de standaard met het geblakerde geraamte alleszins overeind staan. Basile Mestdag uit Woesten wist in 1997 nog te vertellen aan John Verpaalen, dat hij zich dit karkas nog goed kon herinneren en dat het nog verschillende jaren heeft bestaan. Mogelijk werd de ijzeren staak dus in 1921 aangeboden voor hergebruik, nadat de resten van de driezolder-staakmolen waren gesloopt.

De woning van Paul Doom, gelegen Reningestraat 23, staat op de plaats waar voorheen de café "In de verbrande molen" stond, die op zijn beurt verwees naar de vroegere molen.

John VERPAALEN & Lieven DENEWET

Literatuur

Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1932 (octrooi, 19.10.1791; nieuwe aanvraag, 08.11.1793)

Gedrukte bronnen
Le Propagateur (Ieperse krant), december 1858 en 1 januar 1859 (verkoopsadvertentie)
De Belgische Molenaar, 1 janarui en 17 september 1921 (advertenties voor verkoop ijzeren molenstandaard)

Mededelingen
Basile Mestdag, °Woesten 23.10.1908, molenaarszoon, aan John Verpaalen, 1997.

Werken
H. Demaerel, "Liber memorialis parochiae de Oostvleteren (1904-1913)", p. 95-102. Aangevuld door notities over de oorlog, geschreven na de oorlog.
M. De Jonckheere, "Oostvleteren op de vooravond van de Eerste Wereldoorlog", Vlietmara, VI, 1984, 1).
Marc De Jonckheere, "Verdwenen Vleterse windmolens", in: Vlietmara, VII, 1985, 2, p. 6-12.
P. Noterdame, "Proeve van Kalendarium voor streekgeschiedenis", Vlietmara, II, 1980, 4.
John Verpaalen, Molens van het Hoppeland, Koksijde, De Klaproos, 1997, p. 25-29, fig. 9.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
Alfons Theuninck, "Staakmolens met een ijzeren standaard in Vlaanderen (1904-heden)", Molenecho's, XVIII, 1990, nr. 1.
Jacques Lorthiois, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (122).

Overige foto's

Plaatsmolen, Molen Decroos, Verbrande molen, Oostvleteren (Vleteren), Prentkaart aug. 1916; bijschrift: Belgisch Front OOSTVLETEREN (Oogst 1916) / De verbrande molen (August 1916) / Front Belge Le Moulin brûl� / Belgium Front The burnt mill  | Database Belgische molens
© Prentkaart aug. 1916; bijschrift: Belgisch Front OOSTVLETEREN (Oogst 1916) / De verbrande molen (August 1916) / Front Belge Le Moulin brûl� / Belgium Front The burnt mill
Plaatsmolen, Molen Decroos, Verbrande molen, Oostvleteren (Vleteren), Detail van deze prentkaart | Database Belgische molens
© Detail van deze prentkaart
Plaatsmolen, Molen Decroos, Verbrande molen, Oostvleteren (Vleteren), Belgische oorlogsfoto, 1916. Private verzameling | Database Belgische molens
© Belgische oorlogsfoto, 1916. Private verzameling