De Molen Coopman stond aan de Groenestraat, op het einde van de dorpsbebouwing, richting Klein Leisele. Hij werd in 1832 overgebracht van de Beauvoordestraat in Izenberge (zie: Molen Rooryck) door Joannes Baptist Broucksaulx (ook Brouckson geschreven).
Op de Atlas der Buurtwegen (1846) staat de benaming "Broucksaulxmolen" en op de kaart Vander Maelen (ca. 1850) de benaming "Brouckons Molen".

Opeenvolgende eigenaars:
- 1832, opbouw: Broucksaulx (Brouckson) Jan Baptist, molenaar te Izenberge
- 06.09.1849, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Brouckson Sophie Emilienne, zonder beroep te Izenberge, b) Brouckson Charles Louis, te Izenberge, c) Brouckson Marie Thérèse, te Izenberge en d) Brouckson Eugenie, te Izenberge (overlijden van de echtgenote van Jan-Baptist Brouckson)
- later, erfenis: de 3 kinderen (overlijden van Jan-Baptist Brouckson)
- 27.10.1856, deling: Brouckson-De Hollander Jan-Baptist, molenaar te Izenberge (notaris Vandenberghe)
- 04.09.1878, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Jan-Baptist Brouckson)
- 27.10.1882, verkoop: Brouckson-Gerris Henri, molenaar te Izenberge (notaris Vandecasteele)
- 08.01.1895, verkoop: Geuens-Standaert Alfons, pleitbezorger te Brugge (notaris Simpelaer)(molenaar-uitbater: René Broucksaulx; voor 1913: Camiel Coopman)

Bij de dood van Joannes Broucksaulx erfden de drie kinderen de molen. Eugenie, de molenarin, hertrouwde met Jan Baptist De Hollander en samen baatten ze de molen verder uit. Op 27 oktober 1882 ging de molen over naar Henri Broucksaulx-Gerris die de molen in 1895 doorverkocht aan Alfons Geuens uit Brugge. De uitbating van de molen bleef echter in handen van de familie Broucksaux, met name René Broucksaulx.

De laatste molenaar was Camiel Coopman, vandaar de benaming Coopmansmolen. In de "Gazette van Brugge" verscheen op zaterdag 15 november 1913 volgend bericht: "Overreden: maandag namiddag kwam Camiel Coopman, molenaar, met zijn gespan naar de hofstede van Leo Leuridan gereden. Het peerd, een jong dier, begon te steigeren en Coopman sukkelde onder de kar, waarvan de wielen hem de rechterknoesel verpletterden. Men hoopt dat een veertiental dagen met rust volstaan om het gekwetste lidmaat te genezen."

Molenaar Camiel Coopman was gehuwd met Silvie-Marie Decreton (°Alveringem 22.07.1869 - + Izenberge 20.04.1951). Zijn zoon Maruice Coopman (°28.07.1897, +Veurne 14.10.1950, gehuwd met Angèle De Hollander) werd molenaar op de mechanische maalderij.

Op 17 augustus 1923 brandde de molen af tijdens een stormnacht. Er volgde geen heropbouw. Er werd verder gemalen met de mechanische maalderij.

Jef AMEEUW, Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Herman Holemans, "Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
Jozef Ameeuw, "Molens van Veurne-Ambacht", Koksijde, De Klaproos, 2004.
Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (120).

Mailberichten
Joris Dedeurwaerder, 16.01.2018.