Roesbrugge-Haringe (Poperinge), Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Molen Leenhouder, Molen Camerlinck
- Ligging
- Weggevoerdenstraat 1
8972 Roesbrugge-Haringe (Poperinge)
westzijde
weg Roesbrugge-Proven
overgang Professor Rubbrechtstraat
De Molenwal
700 m ZO v.d. kerk
kadasterperceel A850
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1520 / 1778
- Verdwenen
- voor 1729 / 1921, verplaatst naar Bikschote
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3581
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Leenhoudersmolen uit Roesbrugge was een houten korenwindmolen aan de westzijde van de Weggevoerdenstraat (nr. 1) of de weg Roesbrugge-Proven nabij de overgang met de Professor Rubbrechtstraat.
De staakmolen had een open voet en stond op een molenwal. Hij was voorzien van een mansardekap en dubbele spoorstijlen in gareelconstructie. Rechts van de toegangsdeur is het vliegwiel te zien van een haverpletter op de maalzolder.
Hij werd gebouwd voor 1520 maar was voor 1729 verdwenen: hij komt niet meer voor op de Massekaart (1729-1730) en de Ferrariskaart (ca. 1775).
Pieter Jacobus Desmazières, afkomstig van Stavele, bekwam op 27 juni 1778 het octrooi van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia om een graan- en oliewindmolen op te richten in Roesbrugge, parochie Haringe, kasselrij Veurne, langs de weg Roesbrugge-Poperinge. Toen stonden er in Roesbrugge drie molens: "den Grooten molen", "den Kleenen molen" en "den Wyngaerdmolen".
We zien hem nog niet afgebeeld op de Ferrariskaart (ca. 1775), maar wel in de Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), de topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).
Eigenaars:
- 1778, (her)opbouw: Desmazières Pieter Jacobus, uit Stavele
- voor 1834, eigenaar: Leenhouder Pieter, de weduwe
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van de weduwe van Pieter Leenhouder)
- 29.01.1859, verkoop: Leenhouder-Vandepitte Pieter Jacobgus Fredericus, molenaar te Roesbrugge-Haringe (notaris Vandenberghe)
- 18.10.1875, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Pieter Leenhouder)
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Vandepitte van Pieter Leenhouder)
- 08.05.1892, verkoop: Camerlynck-Debruyne Desiderius, koopman te Proven (notaris Floor - incl. rosmole)
- 01.03.1901, erfenis: en de kinderen (overlijden van vrouw Debruyne)
- 14.12.1902, erfenis: de kinderen (overlijden van Désiré Camerlinck)
- 17.01.1905, deling: Lelieur-Camerlynck Jeroen, brouwer te Beveren-aan-de-IJzer (notaris Peel)
- 28.05.1914, verkoop: Camerlyck-Pyckewaert Pamphiel Jeroen, handelaar te Proven (notaris Peel - windmolen)
In de 19de eeuw was de molen lange tijd in het bezit van de familie Leenhouder. Desiderius Camerlynck-Debruyn, bezitter van een steenbakkerij en een windmolen te Proven, kocht de molen met rosmolen aan in 1892. Na zijn overlijden in 1902 kwam de molen door deling van goederen in het bezit van Jeroen Lelieur–Camerlynck (1905), brouwer in Beveren-aan-de-IJzer. Hij verkocht de molen in 1914 aan zijn schoonbroer Pamphiel Camerlynck-Pyckewaert, handelaar te Proven. De laatste molenaar was Henri Desimpel (°Passendale 1883 - + Roesbrugge 1957), gehuwd met Magdalena Leys (1893-1974). In 1935 liet hij een andere staakmolen, molen Vandewalle uit Leisele, bovenop het dak van zijn maalderij te Roesbrugge heroprichten.
De molen werd in 1921 afgebroken en verkocht aan Lucien Beeuwsaert te Bikschote. De Bestendige Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen gaf op 23 februari 1923 machtiging aan de weduwe Beeuwsaert-Coene voor het oprichten van een windmolen, op het kadastraal perceel B nr. 421, in de Pilkemstraat te Bikschote. Er werd gebruik gemaakt van onderdelen van Leenhouders molen te Roesbrugge en van de Molen Blanckaert te Leisele.
Enkele molenkenmerken: staakmolen met open voetn mansardekap, dubbele spoorstijlen, vliegwiel rechts van de toegangsdeur van een haverpletterop de maalzolder.
Zie verder onder: Bikschote, Beeuwsaertmolen.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven en landkaarten
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1907 (oprichting, 1778)
- Villaretkaart (1729-1730) (niet aangeduid)
- Ferrariskaart (ca. 1775) (niet aangeduid)
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1844)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)
Werken
L.A. Rubbrecht, "Geschiedboek der gemeente Rousbrugge-Haringhe van 1800 tot 1907", Brugge, 1907.
E. Vanden Bussche, "Notice historique sur la commune de Rousbrugge-Haringe", Menen, 1863.
J. Gheysens, "Roesbrugge-Haringe: zijn belang in het geheel van wereldoorlog 1914-1918", Aan de Schreve, III,1973, nr. 1.
Ernest Leeuwerck, "Geschiedenis van de windmolens te Roesbrugge-Haringe", Aan de Schreve, VIII, 1978, nr. 1, p. 22.
John Verpaalen, Molens van het Hoppeland", Koksijde, De Klaproos, 1997.
Roger-A. Blondeau & Guido Schoonaert, Roesbrugge-Haringe in woord en beeld, Roesbrugge-Haringe, Drukkerij-Uitgeverij Schoonaert, 1998, p. 128.
R.A. Blondeau, Vijftig jaar geleden ... 28 juli 1935 - Inhuldiging van de Mooie Molen te Roesbrugge, De IJzerbode, XV, 1987, p. 7-8.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten P-R, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 2001.