Hooglede, Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- 't Hogemolen, Oliemolen
- Ligging
- Hogestraat 113
8830 Hooglede
t Hoge
nabij hoek Akkerstraat
schuin tegenover het Sociaal Huis
1,1 km W v.d. kerk
kadasterperceel D1239
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- tussen 1700 en 1710
- Verdwenen
- 1918, oorlog / 1998 - sept.-okt, molenwal en 3 teerlingen verwijderd
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Oliemolen, later koren- en oliemolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3093
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
't Hogemolen was aanvankelijk een houten oliewindmolen aan de noordzijde van de Hogestraat, ter hoogte van het huisnummer 113, waar nu Picobello Horses is gevestigd, schuin tegenove het Sociaal Huis (het vroegere rusthuis), op 1,1 kilometer ten westen van de kerk van Hooglede.
De benaming is afgeleid van zijn ligging in het gehucht 't Hoge, het hoogste punt van de gemeente Hooglede. Oorspronkelijk werd, naar zijn functie, ook de benaming "Oliemolen" gebruikt. Een voorbeeld vinden we, weliswaar in het Frans, op de kaart Vandermaelen van ca. 1850 "M(oul)in à Huile.
Deze molen werd tussen 1700 en 1710 opgericht als een houten oliemolen. In het midden van de 18de eeuw was hij in het bezit van François Winckelman, heer van Walhove. Pachter in 1744-1750 was Joannes Ghyselen voor 24 ponden groten per jaar. In 1746 werden verschillende timmer- en metselwerken uitgevoerd aan het woonhuis en de schuur van het molenerf, zoals het leggen van een nieuwe zolder boven de voutekamer van het woonhuis.
We vinden de molen aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met het bruin symbool van een staakmolen, in de Atlas der Buurtwegen (1844), de topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860).
In de 19de eeuw werd er, naast olie geslagen, ook graan gemalen.
Opeenvolgende eigenaars na 1800:
- 1814, aankoop: Ottevaere-Delcambre Petrus Josephus, olieslager te Hooglede
- 26.04.1841, erfenis: de weduwe en kinderen (overlijden Petrus Josephus Ottevaere)
- 1880, erfenis: de kinderen (overlijden van Lucia Josepha Delcambre, de weduwe van Pieter Ottevaere)
- 24.12.1884, deling: a) Carpentier Arsène, landbouwer te Hooglede, b) Carpentier Richard, landbouwer te Hooglede en c) Carpentier Donatus, landbouwer te Hooglede (notaris Titeca - graan- en oliewindmolen)
- 23.04.1891, deling: Carpentier-Debrabandere Richard, handelaar te Hooglede (notaris Titeca, graan- en oliewindmolen)
De molen werd verpacht: de laatste was een Vandevivere. Op de onderste zolder was een koppel kleine pletstenen (kollergang) opgesteld.
Tijdens de eerste wereldoorlog was op de bovenzijde een uitkijkpost geïnstalleerd, zoals dit zichtbaar is op bewaarde oorlogsfoto's.
De molen werd gedynamiteerd bij de terugtrekking van de Duitsers in 1918.
Spijtig genoeg werd de molenwal met de nog drie aanwezige teerlingen in september-oktober 1998 afgegraven.
Lieven DENEWET
Literatuur
Archieven
Rijksarchief Brugge, Aanwinsten, nr. 4114 (verpachting 1744-1750)
Gewestelijke Directie van het Kadaster te Brugge
Uitgegeven bronnen
Ferrariskaart (ca. 1775)
Atlas der Buurtwegen (1844)
Topografische kaart van Vandermaelen (ca. 1850)
Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1860)
Werken
Lieven Denewet, Windmolens vroeger en nu. Hooglede-Gits, Hooglede, 1979.
Lieven Denewet, Verklaring door de bestuurders van de parochie Hooglede over het aantal oliemolens in het gedeelte van Hooglede gelegen in de kasselrij Îeper, Molenecho's, XVI, 1988, 1.
Lieven Denewet, "Hooglede en Gits in de krant, 1840-1910. Vvan een wonderdokter, valse nonnen en een landbouwer-uitvinder", Hooglede, 2009, 162 p. (Ledda Giddis. Bouwstoffen voor de geschiedenis van Hooglede en Gits, 1).
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995, p. 35.
Désiré De Laey, Geschiedkundige aanteekeningen over Hooghlede, Roeselare, J. De Meester- Roeselare,1902.
Freddy Anckaert & F. Vanacker, Hooglede door de jaren heen, Hooglede, 1995, 2 dln (p. 34)
Marcel Vermeulen, Hooglede in vroeger dagen, Hooglede, 1973.
Filip Devoldere, Over pletstenen in staakmolens met twee of drie zolders, Molenecho's, XXIII, 1985, 1.
Dirk Verhelst, Vleugels boven Hooglede-Gits 1914-1918, Koekelare, 2008.
Jozef Maes, "Rondom de oude molens van Hooglede",De Belgische Molenaar, 22.06.1976.