Ingelmunster, Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Walburgmolen, Walbrugmolen, Walbruggemolen, Molen Vanneste, Molen Lefevere
- Ligging
- Krekelstraat 22
8770 Ingelmunster
oostzijde
hoek Beelshoek
2,2 km O v.d. kerk
kadasterperceel B 1571
(na 1850: B 1573c).
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1636 / 1850
- Verdwenen
- 1939, sloop
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 3344
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Walburgmolen (later verbasterd tot Walbruggemolen, Walbrugmolen) was een houten graanwindmolen om op de oostelijke hoek van de Krekelstraat (nr. 22) en de Beelshoek (nr. 2), o. In 1850 gebeurde een verplaatsing naar het aangrenzend oostelijk perceel, omdat de molen te dicht op het kruispunt van twee straten stond: van het kadasterperceel B1571 naar B1573c.
De tweezolder-staakmolen werd voor 1636 opgericht.
We vinden de molen aangeduid op de Fricxkaart (1712), Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen, Atlas der Buurtwegen (ca. 1844), topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) en de kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855).
De molen was in 1769 in het bezit van Jan Baptist Lapeire. Hij verzette zich dan tegen de vraag van Jan Putmans om in Ingelmunster een graan- en oliewindmolen te mogen oprichten.
Blijkens een advertentie, verschenen in de Gazette van Gent van 7 en 21 juli 1796, werden door de erfgenamen van wijlen Balthazar Steverlynck in Ingelmunster openbaar verkocht, op drie opeenvolgende verkoopdagen, resp. 14 juli 1796 in de herberg van Olivier Martens, op 28 juli in de herberg van de weduwe van Pieter van Biervliet en op 11 augustus in de herberg van Antone van Biervliet, allen gevestigd in Ingelmunster:
Koop VI: een welgesitueerden korenwindmolen, met roskot en gerieflijk woonhuis.
Koop VII: een welgesitueerde korenwindmolen, "souffisantelyk geconstrueerd tot het slagen van olie" en daartoe voorzien van octrooi, met een nieuw woonhuis, 336 roeden groot in erf; gebruikt door de erfgenaam Louis Steverlynck, nog tot 30 oktober 1797.
Koop VIII: nog een korenwindmolen met bijhorende gebouwen en een nieuw woonhuis, groot in erf 307 roeden; de molen is - net zoals de voorgaande - voorzien van een octrooi voor het slaan van olie; actueel in pacht gebruikt, nog tot 30 september 1797, door Pieter Jacobus Braem.
Koop IX: een welgesitueerde oliewindmolen, met een octrooi voor het malen van graan, met een nieuw woonhuis en een olieciterne, 164 roeden groot in erf; de molen is vrij voor onmiddellijke ingebruikneming.
Alle voornoemde goederen zijn geelgen binnen Ingelmunster, palende O., Z. en N. de dorpsplaats ("de Plaetse"). Inlichtingen bij deelsman Libbrecht d'oude, in Ingelmunster.
Eigenaars na 1830:
- voor 1830, eigenaar: Loncke-Deruydt Leonardus Antonius, koopman in linnen te Meulebeke
- 26.01.1848, erfenis: en de kinderen (kinderen: a) Loncke Auguste, eigenaar te Meulebeke, b) Carpentier Jean Felix, brouwer te Meulebeke als voogd van Carpentier Jules en c) Loncke Barbe Louise, echtgenote Thienpont Leon, geneesheer te Tielt) (overlijden van vrouw Deruydt)
- 23.01.1856, deling: Loncke Barbara, echtgenote Thienpont Leo Victor, eigenaar te Oudenaarde (notaris Bossuyt)
- 22.08.1858, verkoop: Van de Maele-Van de Kerckhove Pieter, landbouwer te L endelede (notaris Bossuyt)
- 02.01.1870, erfenis: a) de weduwe Pvan Pieter Van de Maele en b) Deboutte-Van de Maele Victor, lijnwaadfabrikant te Ingelmunster (overlijden van Pieter Van de Maele)
- 29.05.1894, erfenis: Deboutte-Van de Maele Victor, fabrikant te Ingelmunster (overlijden van de weduwe Van de Kerckhove van Pieter Van de Maele)
- 20.09.1915, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Victor Deboutte)
In de periode 1883-1908 voerden de molenbouwers Coussée uit Meulebeke zeer vele herstellingen uit. De molen was toen in het bezit van Victor Deboutte-Van de Maele, tapijtfabrikant uit Ingelmunster en werd gepacht door Emiel en Camiel Vanneste. Deze molenmakers Coussée kochten op de "Openbare Venditie" van 25 maart 1908 het hout, waaronder de staak van de pas afgebroken Berlingmolen van Lichtervelde en verwerkten deze in de Walbrugmolen van Ingelmunster, op rekening van Victor Deboutte.
In 1914 draaiden er in Ingelmunster nog twee windmolens, nl. de Kasteelmolen op De Molenhoek en de Walbrugmolen.
In 1939 werd de molen gesloopt.
De molen behoorde bij 't Goed 't Walburghof (Warandestrat 13). Hoeve met lage, losstaande bestanddelen onder licht gebogen zadeldaken (Vlaamse en mechanische pannen), L-vormig opgesteld rondom een begrint erf. Erftoegangen ten oosten en zuidwesten via roodbeschilderde ijzeren hekken.
Ten noorden in de omheinde voortuin, boerenhuis uit 1894; twee staltraveeën en vijf traveeën met dubbelhuisopstand, houten laadvenster in puntgevel. Getoogde muuropeningen, deels vernieuwd houtwerk en luiken; staldeuren in de linker zijgevel.
Ten westen: stal- en schuurvleugel met centraal wagenhuis.
Het Walburghof werd op 5 oktober 2009 vastgesteld als bouwkundig erfgoed.
De molenaarswoning (waar de huurder-molenaar woonde) bestaat nog aan de Krekelstraat nr. 22.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1881 (verzet van molenaar Jan Baptist Lapeire van de Walbruggemolen tegen de vraag van Jan Putmans om in Ingelmunster een graan- en oliewindmolen op te richten).
Gedrukte bronnen
Gazette van Gend, 7 en 21 juli 1796 (verkoopsadvertenties)
Werken
Gaby Goethals, "Molens en molenaars te Ingelmunster", Den Hert, jg. 50, 2011, p. 16-33.
Blondeel W., Carron F. e.a., Ingelmunster in oude en nieuwe prentkaarten, Handzame, 1978.
Den Hert, Centrum Ingelmunster in oude kaarten, in Den Hert, XVI, 2, 1995, p. 56 e.v.
Den Hert, Molenroute te Ingelmunster, in Den Hert, VI, 2, 1985, p. 14 e.v.
Goethals G., Landelijk leven te Ingelmunster, onuitgegeven studie, s.d..
Mullebroeck E., Verscheure S., Een kijk op Ingelmunster, Nieuwkerken-Waas, 1985.
Goethals G., Studie van de Popp-kaart en -legger Ingelmunster, in Den Hert, XI, 2, 1990, p. 13-54.
Landboek De Vos (1736), bewaard op het gemeentehuis.
Verscheure A., Ingelmunster na de Franse Revolutie, Ingelmunster, 1999, p. 161.
Luc Devliegher, De molens in West-Vlaanderen, Tielt/Weesp, 1984, p. 235 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9).
De Gunsch A., Metdepenninghen C. & Vanneste P. m.m.v.Tansens A., Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons Hooglede - Izegem - Lichtervelde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17N2, Brussel - Turnhout, 2001.
Herman Holemans, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel III. Gemeenten H-J, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1995.
Landelijke Gilde, 100 jaar landelijke gilde 1894-1994 Ingelmunster, Ingelmunster, 1994, p. 149.
Lieven Denewet & Luc Goeminne, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke (1881-1911), Molenecho's, XXII, 1994, 3-4, p. 107-331 (Speciaal themanummer, 7)
Albert Verscheure, "Molenroute te Ingelmunster", Den Hert, 1986, 11, p. 14-17.
Mailbericht John Verpaalen, Roosendaal, 03.01.2014.
Gazette van Gent, 7 en 21 juli 1796