Meulebeke, Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Naam
- Bosterhoutmolen
- Ligging
Bosterhoutstraat
8760 Meulebeke
bij de Randweg
1,4 km N v.d. kerk
kadasterperceel B453
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1433 / 1591 / 1765
- Verdwenen
- 1590, oorlog / voor 1765 / 1980, gedemonteerd / 1992, verplaatst naar Gistel met bestemming Brugge, Koeleweimolen
- Type
- Staakmolen met open voet
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet,
- Database nummer
- 2418
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Bosterhoutmolen was een houten korenwindmolen met oudste vermelding in 1433. Hij behoorde tot de heerlijkheid Bosterhout, in oorsprong wellicht een gebied met buksbos en tevens achterleen van de heerlijkheid Nieuwenhove in Oostrozebeke, die een groot deel van de dorpskern van Meulebeke omvat. Het centrum van de heerlijkheid bestaat uit een dubbel omwald kasteel, een kapel met kapellanie. Naast de Bosterhoutmoeln bezat de heerlijkheid ook de Veldmolen aan de Bruggesteenweg op de grens met Ardooie behoorde.
De molen werd in brand gestoken in 1590 tijdens de troebelen. Men slaagde erin om hem een jaar later te herbouwen.
Op de overzichtskaart van de kasselrij Kortrijk opgemaakt door de landmeter Lodewijk De Bersaques in 1641, wordt het Goed Te Bosterhout schematisch weergegeven.
Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt het westdeel van de weg vermeld als "achter dreve vant goet te bosterhout naer de hofstede van mijnheere van oomberghe" met zuidwaarts doorlopend tracé (cf. Bekaertsdreef) en het noord- en oostelijk deel als "straete commende van de Criecke merschen naer de Smesse bij Peereboome". Het Goed Te Bosterhout met opper- en neerhof en dubbele, cirkelvormige omwalling wordt omschreven als "behuysde erfve met een oppermote, twee wallen ende twee stunghels rondomme ghenaemt het goet ter Bosterhout" en gesitueerd ten zuidwesten van de weg met "de bousterhoudt muellene" ten zuidoosten ervan. Langsheen de weg zijn nog enkele hoeves gelegen, waarvan enkele omwald.
In 1722 verwierf baron Nicolas de Beer, heer van Meulebeke en van Ter Borcht, de heerlijkheid Bosterhout; beide heerlijkheden worden vanaf dan bestuurlijk en administratief als één geheel beschouwd.
In 1765-1766 werd de Bosterhoutmolen door Joannes Vander Scheure herbouwd als houten staakmolen met open voet (inscripties met zijn naam op de standaard en het voorwiel)
De Ferrariskaart (1770-1778) toont het deels beboomde tracé van de weg waarlangs verspreide hoevebebouwing, het dubbel omwalde goed Te Bosterhout en de nabijgelegen molen, evenwel verwisseld van naam met de Borchtmolen (cf. Baronielaan nrs. 27-29 en Veldstraat).
Een kaart uit het leenboek van het leenhof Bosterhout van 1785 toont de gewijzigde situatie van "het foncier der heerelijkchede van Bosterhout", waarbij de bebouwing op het opperhof verdwenen is en de hoeve uit een viertal gebouwen omheen het erf bestaat, met klein bijgebouw ten zuidwesten ervan (afb.); ten zuidoosten staat de molen afgebeeld. Het westelijke deel van de straat wordt ditmaal omschreven als "straete van het groot goet voor bij dit cleen goet te Bosterhout".
Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Van Zandvoorde Hyacinthe, advocaat te Tielt
- later, erfenis: de kinderen (overlijden van Hyacinthe Van Zandvoorde)
- 06.05.1852, verkoop: Pycke de Peteghem Augustus, eigenaar te Gent (notaris Libbrecht)
- 03.10.1871, deling: Pycke de Peteghem Victor Eduard Francis Ghislenus, eigenaar te Petegem (notaris Saby)
- 15.10.1874, verkoop: a) Goethals Ivo, olieslager te Meulebeke, b) Goethals Virginie, c) Goethals Rosalie en d) Goethals Amelie (notaris Libbrecht)
- 1877, erfenis: a) Goethals Ivo, molenaar te Meulebeke, b) Goethals Rosalie en c) Goethals Amelie (overlijden van Virginie Goethals)
- 03.07.1889, erfenis: a) Goethals Rosalie en b) Goethals Amelie (overlijden van Ivo Goethals)
- 08.06.1900, erfenis: Goethals Amelie (overlijden van Rosalie Goethals)
- 03.07.1903, erfenis: Goethals-Mertens Emiel en consoorten, brouwer te Meulebeke (overlijden van Amelie Goethals)
- 07.04.1904, gift: Goethals-Mertens Emiel, brouwer te Meulebeke (notaris Baert)
- 19.03.1921, gift: Veys-Goethals Joseph Louis Julien, zonder beroep te Vlamertinge (notaris Baert)
- 03.07.1962, erfenis: de kinderen (overlijden van Joseph Veys)
- 10.06.1967, deling: Willaert-Veys Leopold Edgard Eugene Marie, geneesheer te Antwerpen (notaris Vandermeersch)
- 23.07.1973, verkoop: (van het gebouw) Gemeente Meulebeke (beslissing burgemeester)
- 28.12.1978, verkoop: (van de grond) Provincie West-Vlaanderen (beslissing gouverneur)
- 1991, verkoop: (van het gebouw) Stad Brugge
In 1829 wordt de intussen vervallen kapel van de Bosterhoutkapellanie, gelegen in de nabijheid van de huidige Tieltstraat, gesloopt voor de aanleg van de steenweg tussen Meulebeke en Tielt.
Op de Atlas der Buurtwegen (1846) staat het noordwestelijk deel van de straat reeds gekend onder de huidige benaming, ook omschreven als "weg van Bosterhout molen naer d'hoeve Vervaeke"; het noordoostelijk deel van de straat wordt "Blauwesteertstraet" genoemd of "weg van aen 's herberg het Kleyn Peerdeken naer de beek genaemd Deeve beeke, langs 's hoeve Vervaeke".
Bij Besluit van de Secretaris-Generaal Marcel Nyns op 14 april 1944 werd de molen beschermd als monument. Molenaar René Devolder stopte in 1959 met malen. Daarna trad het verval in. De gemeente Meulebeke kocht de molen in 1971 aan, met de bedoelng om hem naar het domein Ter Borcht over te brengen, stuit op verzet van o.m. de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en de toenmalige Rijksdienst voor Monumenten en Landschappen. De vele bomen op dat terrein zouden immers geen windvang kunnen garanderen.
In 1980 moest de molen afgebroken omdat hij op de rooilijn lag van de nieuw aan te leggen Randweg, onderdeel van de provincieweg Tielt - Ingelmunster die in 1981 werd opengesteld. De molenkast werd een 50 meter verder gestapeld met de bedoeling hem op een nieuwe berg herop te richten. De Randweg kwam er, maar de molenkast bleef er ruim tien jaar gedemonteerd liggen... De stad Brugge kocht de molen in 1991 aan en liet hem als vierde molen oprichten op de Kruisvest, nabij de Dampoort, op een nieuwe hoge molenwal. De molenbouwers Herman en Guido Peel vervoerden de kast in 1992 naar hun atelier in de Konijnenboslaan te Gistel. Molenbouwer Roland Wieme uit Deinze herbouwde de molen op de Kruisvest bij de Dampoort onder de naam "Nieuwe Koelewey". Sinds 1996 is hij weer maalvaardig en wordt hij opengesteld in de maanden juli en augustus.
Op de hoek van de Veldstraat en de Grote Roeselarestraat werd in 2014 door de gemeente Meulebeke een replica van de Bosterhoutmolen opgesteld.
Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS
Zie verder: Brugge, Koeleweymolen
Literatuur
De Kinderen Els, De Bosterhoutmolen te Meulebeke, De Belgische Molenaar, LXXIV, 1979, p. 309-310 en 315.
Denewet Lieven, Vijf verplaatsingen van Vlaamse standerdmolens (1992 - …), Molenecho’s, XX, 1992, 1, p. 8-21.
Denewet Lieven & Goeminne Luc, Molenmakers in Vlaanderen. Het werkboek van Coussée uit Meulebeke, in Molenecho's,, XXII, 3-4, 1994, p. 255-257.
Denewet Lieven, Brugge (wordt) Vlaamse molenstad bij uitstek!, Molenecho's, XXV, 1997, 2, p. 65.Devliegher Luc, De molens in West-Vlaanderen, Tielt/Weesp, 1984, p. 310-313 (Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, 9).
Devyt Chr., Westvlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 1966, p. 97.
Germonprez R. , Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 252-253, 256.
Holemans Herman, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1999, p. 35-36.
Houthoofd Gabriël, Denewet Lieven & Baert Genoveva, De windmolens van Meulebeke, Meulebeke, 1994, p. 13-16, 31.
Maes F., Toponymie van Meulebeke t.e.m. 1700, onuitgegeven licentiaatverhandeling, Universiteit Gent, 1998-1999, p. 45, 61.
Smet Leo, Meulebeke. Bosterhoutmolen, in: Molenecho's, VIII, 1980, p. 65-66.
Vandepitte Paul & Jaak Billiet Jaak, Tielt en de Molenlandroute: een historisch-toeristische verkenning, Tielt, De Roede van Tielt, 1973, 136 p.
Verpaalen John, Meulebeke ziet Bosterhoutmolen vertrekken, Levende Molens, maart 1992.
Jeroen Cornilly, "Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel II. De fusiegemeente Brugge", Brugge, 2003.
Paul Vandepitte & Jaak Billiet, "Tielt en de Molenlandroute: een historisch-toeristische verkenning", Tielt, De Roede van Tielt, 1973, 136 p., ill.
J. De Schepper, "De mooie molen bedreigd. Molenzorg", in: Open Deur, Brussel, Ministerie van de Vlaamse gemeenschap. Culturele diensten, 10, 1978, p. 101-107, ill.
Persberichten
RDH, "Molendorp koopt miniatuurversie Bosterhoutmolen", Het Nieuwsblad, 29.11.2012.
KVI, "Opgeknapte replica krijgt eindelijk vaste standplaats aan rotonde. Kleine Bosterhoutmolen na twee jaar weer in straatbeeld", Het Nieuwsblad, 24.07.2014.
"Bosterhoutmlen op nieuwe stek", De Weekbode, 18.07.2014