Windmolen te Capellen

De Windmlen te Capellen was een houten korenwindmolen op Kapelle in het zuidwesten van de stad Ronse.

De staakmolen werd voor 1546 werd opgericht.

Eigenaar-molenaar in 1546-1547 was Jan Hubyne. Hij had last met de heren van Ronse, die zelf molens in hun bezit hadden en zich beriepen op hun windrecht.

Volgens een vonnis van de Raad van Vlaanderen (Gent) op 17 april 1546 (n. st.) werd het aan de baljuw van de heerlijkheid Ronse verboden de verweerder, Jan Hubyne, lastig te vallen. Het proces ging over het recht van Hubyne om om zijn molen graan voor derden te malen. Eerder had de baljuw op grond van het windregaal van de heer van Ronse het paard en een vracht koren van Jan Hubyne in beslag genomen.

Christoffel van Roggendorf, graaf van Gunderstorff, heer van Condé en Ronse, ging - namens zijn baljuw - in beroep bij de Grote Raad van Mechelen. Volgens het vonnis uit 1547 werd het beroep van de eiser ongegrond verklaard.

De windmolen verdween voor 1577: hij komt niet meer voor in de penningkohieren van Ronse van dat jaar.

Lieven DENEWET

Algemeen Rijksarchief Brussel, Grote Raad van Mechelen, reg. 846, zaak nr. 114, f° 1389-1394, dd° 05.02.1547 - Nederlandstalig dossier).
J. Th. de Smidt, et al. (ed.), "Chronologische lijsten van de geëxtendeerde sententiën berustende in het Archief van de Grote Raad van Mechelen", 6 dln., Brussel, Kon. Comm. voor de uitgave van oude wetten, 1966-1988, onder hoofdredactie van mr. J. Th. de Smidt (et alii), dl.IV, p. 256, nr. 853.