Molenechos's Homepage Molenechos.org

Kontrijnmolen - I

Ruien (Kluisbergen), Vlaanderen, Oost-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Kontrijnmolen - I, Contrijnemolen - I, Graanmolen
Ligging
Kontrijnstraat
9690 Ruien (Kluisbergen)
oostzijde
grens met Berchem
2,1 km NO v.d. kerk van Ruien
kadasterperceel B29
Vlaanderen - Oost-Vlaanderen
Gebouwd
voor 1775
Verdwenen
1884, sloop
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
7090

Beschrijving / geschiedenis

Dichtbij het dorp Berchem, maar in noordelijke uithoek van Ruien stonden twee staakmolens dicht bij elkaar: aan de oostzijde van de Kontrijnstraat de Kontrijnmolen-I  (een graanmolen) en iets verderop, aan de oostzijde van de Kontrijnstraat de Kontrijnmolen-II (een oliemolen). Beide molens staan aangeduid op de Ferrariskaart van ca. 1775 met een bruin teken van een staakmolen.

In het derde kwart van de 18de eeuw was deze staakmolen, uitgerust met twee steenkoppels, een bezit van de molenaarsfamilie De Praetere. Bij het overlijden van Pieter De Praetere kwam zijn bezitting aan de kinderen waaronder drie minderjarigen (Pieter-Guillaume, Dorothea-Genoveva en Isabelle) en François Den Dauw, gehuwd met Marie-Catherine De Praetere. De meerderjarigen zijn Joanns-Baptiste, Jacobus-Emmanuel, Joanne-Antoinette en Marie-Florentine. De goederen kwamen op 16 april 1776 onder de hamer en werden als volgt omschreven: "... eenen coorenwindmolen genaemt den Canterynmolen met twee coppels steenen daerinne leggende om te maelen mitsgaeders met alle het staende ende drayende wercken, dry standen, eenen yseren molen, Eynsel en twaelf yseren scherphamers daermedegaende alsmede het molenhuys ende omtrent de vijf en veertig roeden erfgrondt waerop alle deselve battimenten syn staende (...) Het recht van den wint in proffijte van den heere bedraeghende jaerelyck tot vijf ponden grooten courant tjaers". De nieuwe eigenaar was Guillaume Camberlyn, zoon van Pieter uit Berchem voor 475 ponden.

In de Gazette van Gent van 1 en 29 maart 1792 verscheen de volgende verkoopsadvertentie: In de Vierschaar van Berchem wordt op 7 en 21 maart en 4 april 1792 publiek verkocht : een welbeklante korenwindmolen met twee koppels stenen (grauw en wit), genaamd de “Molen te Cantryen”, staande niet ver van het Dorp van Berchem, onder de jurisdictie van de heerlijkheid van Ruien, met de medegaande huizingen, schuur, stalling en erf.

Beschrijving in het proces-verbaal van afpaling van de gemeente Ruien uit 1819:
"Il existe dans la commune deux moulins à vent à moudre du grain. (...) Le second moulin à vent appartenant à Santens et par lui exploité. D'après les renseignements pris dans la commune son produit brut est égal à celui ci-dessus (= Kapellappemolen te Ruien), donc fl. 150,00. Déduction faite d'un tiers pour réparations et entretien, donne un revenu net de fl. 100.00".

Eigenaars:
- tot 1776: De Praetere Pieter, de kinderen (hun namen: zie hoger)
- 16.04.1776, verkoop: Camberlyn Guillaume, zoon van Pieter, te Berchem
- 1819, eigenaar: Santens, molenaar te Ruien
- voor 1833, eigenaar: Saby-Ameels Jean Benoit, notaris te Oudenaarde
- na 1834, eigenaar: de weduwe Ameels Ursule (overlijden van Jean Benoit Saby)
- - 19.09.1847, erfenis: (broers en zussen Saby) a) Saby Jules, notaris te Oudenaarde, b) Saby Hortense, echtgenote Rapsaet, zonder beroep te Oudenaarde, c) Saby Gudule, weduwe Dossche, zonder beroep te Oudenaarde en d) Saby Emile, zonder beroep te Oudenaarde (overlijden van de weduwe Ursule Ameels)
- 13.03.1851, deling: Saby Jules, notaris te OUdenaarde (onderhandse akte)
- 1882, eigenaar: Raepsaet-Thienpont Paul, notaris te Oudenaarde

In 1882 was "De Contryn" te huren of te koop. Inlichtingen waren te bekomen bij eigenaar notaris Paul Raepsaet-Thienpont van OUdenaarde. Er kwam geen huurder of kopen opdagen en twee jaar later, in 1884, besloot men de molen af te breken.

De openbare verkoping van de staande, draaiende en roerende werken voortkomende van de afgebroken windmolen "den Contrynemolen" werden verkocht door Paul Raepsaet op dinsdag 29 april 1884. Hierna volgt de volledige beschrijving van deze molenonderdelen:
"4 lasten onlangs nieuw, 2 pestels, 1 windasse met banden en goede lemmers, 1 schoon Vangewiel met zijn lantern en een voorwiel, 2 ijzeringen van de voor en achtermolen, 1 koppel witte stenen van1,75 m wijd, onlangs nieuw, waarvan de looper 0,36 dik is, 1 koppel grauwe steenen wijd 0,90, de looper en ligger hebben eene gelijke dikte van 25 centimeter met stoel, Kistingsbakken, staande asse, Wielen en toebehoorten, 1 Bascuul met gewichten wegende 125 kilogrammen, 8 goede scherphamers, 1 Luiasse met Sterwiel, Klauwwiel en Klauwreep, 1 staak met zetel en ijzering onlangs nieuw, 1 steenbalk met boesem en ijzerwerk, 1 kam met eiken kepers en berd, 1 nieuwen trap met toebehoorten, 1 goeden steert, 2 kruisplaten met steekbanden, 2 Berribalken, 2 vloerbalken, 1 steenblak en 4 hoeklijsten, 1 windzijde nieuw sedert 1864 met berd en schalien, 1 steenreep met strop, eene hoeveelheid eiken steekbanden, rebben en berd dienstig voor allerlei werken, Bouten, Ankers en ijzerwerk."

Lieven DENEWET, Julien VANDEPUTTE & Herman HOLEMANS

Literatuur

Rijksarchief Gent, Topografisch-historische atlas, nummer 1304/4.
Gazette van Gend, 1 en 29 maart 1792.
Julien Th. Vandeputte, "De molens van het arrondissement Oudenaarde. Uit hun geschiedenis", Oudenaarde, 1974, p. 148.
Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Derde aflevering. De arrondissementen Oudenaarde en Sint-Niklaas", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XVI, 1962, 2, p. 78-80 (Gent, 1963)
H. Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 6. Gemeenten O-R", Opwijk, 2006.