Molen van Rhodes
Oekene (Roeselare), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Molen van Rhodes, Molen van Rode
- Ligging
- Bosmolensstraat 16
8800 Oekene (Roeselare)
iets ten W v.h. huis van Henri Dewulf-Cluyse
ten Z v.d. Ieperseweg
heerlijkheid Rhodes
ten ZO v.d. kerk van Oekene
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- voor 1470 / tussen 1474 en 1493
- Verdwenen
- voor 1470 / ca. 1580, oorlog / nog molenwal tot na 1850
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 5863
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Molen van Rode of Rhodes was een houten korenwindmolen aan de huidige Bosmolensstraat, iets ten westen van het huis (nr. 16) van Henri Dewulf-Cluyse. De straatnaam verwijst evenwel naar een andere molen, de Bosmolens van Izegem.
De molen was gelegen aan de zuidzijde van de Ieperseweg. In de middeleeuwen was de Ieperseweg één van de verbindingswegen naar Ieper. Thans is het een eenvaksrijweg die geen grote verbindingsfunctie meer heeft.
De molen lag in de heerlijkheid Rode (Rhodes), met foncier in Kachtem. De zuidoostkant van Oekene, ongeveer ten zuiden van de Ieperseweg en ten oosten van de Sint-Eloois-Winkelsestraat behoorde toe aan deze heerlijkheid. Dat deel van Oekene betaalde zijn tienden en belastingen te Kachtem.
De staakmolen werd voor 1470 opgericht. In dat jaar was hij echter al verdwenen. Dit leiden we af uit de volgende vermeldingen: "ouden muelenwal ande oostzyde vande Iseghemwegh". In het landboek van Oekene uit 1474 lezen we "stuk land genaemt het Muelenstick an alle zyden inde straetkins". De toenmalige eigenaar was "myn jonkvrauwe Stolnaers ouden muelenwal".
Tussen 1474 en 1493 werd de molen heropgericht. Er bleef een pachtcontract van 1 april 1492 bewaard voor een pachttermijn van drie jaar. Verhuurder was de weduwe van Gheeraert Detolnare; de huurder-molenaar was opnieuw Maeylin Joye, zoon van Kerspossels uit Oekene. De nieuwe driejarige huurtermijn ging in in mei 1493.
De pacht bedroeg jaarlijks 30 ponden groten parisis (Vlaams geld) en 9 razieren tarwe (Kortrijkse maat) en moest twee maal per jaar, met Allerheiligen en in mei, overgemaakt worden.
Bij het opkomen van de molenaar, werd het draaiende werk van de molen geschat door de molenmakers Roeland Bovyn ende Zegher Denoble:
- den hasse (molenas): 19 p. 4 s. pars.
- de binnen roede (binnenroede): 9 p. 12 s. pars/
- de buter roede (buitenroede): 4 p. pars.
- tgroote camwiel (vangwiel): 21 p 12 s. pars.
- tgroote ysere (groot ijzer, klauwijzer), den ryn (rijn), tcleen ysere (onderijzer, perestaf), de panne (pan) ende tsporre (spoor): samen 15 p. pars.
- tspinnitwiel (spillenwiel) de vanghe (vang) met hueren toebehoorten: 48 s. pars.
- twindaes daermede men de zacken op wint: 12 s. pars.
- de cammen (kammen) ende spille 2 (spillen): 4 s. pars.
- halamen (alaam): 4 p. 8 s. pars.
Het totaalbedrag van de prijsschatting bedroeg 78 ponden parisis. Volgens de meer- of minwaarde van de nieuwe schatting, wordt dit de pachter tegemoet gekomen. De huurder mocht de molen niet onderverhuren. Zijn borgen waren Wouter Thuerloot fs Jans en Pieter Spykync fs Jans in Izegem.
De molen verdween reeds vroeg. Hij bestond zeker niet meer na 1600. We kunnen vermoeden dat hij zijn ondergang vond, net zoals de meeste molens in onze streek, tijdens de Troebelen rond 1580.
De molenwal bleef nog lange tijd liggen. In 1623 was jonkheer Charles de Marivoorde, heer van Eversbeke. in het bezit van "eenen muelenwal en es nu busch, noort en west de straetkins".
Bernard Boucquet ui Kachtem vroeg op 19 februari 1770 een octrooi aan voor de oprichting van een graan- en oliewindmolen in de heerlijkheid Rode te Oekene, ten oosten van de kerk. Hiertegen rees veel verzet, o.m. van de andere molenaars. Al op 3 maart 1770 werd beslist het octrooi niet toe te staan.
In de Atlas der Buurtwegen van Oekene (ca. 1850) vinden we de molenwal goed afgelijnd met een rond perceel.
Marc LUYCKX, Geert HOORNAERT (+), Lieven DENEWET
Literatuur
Archieven
Stadsarchief Ieper, Kasselrij Ieper, 1ste reeks, nr. 2931 (heerlijkheid Rode in Oekene-Rumbeke, 1470)
Rijksarchief Kortrijk, Oud Stadsarchief Kortrijk (OSAK), Akten Contracten, 1-152, nr. 19 (1491-1494), gedigitaliseerde archiefdocumenten (222), f° 92 r° ("Dat Olivier Navegheer fs Lauwers in Yseghem … "), 8 regels; f° 93, "Dat Maeylin Joye fs Kerspossels in Ouckene...) / in Leeszaal Rijksarchief op microfilm: Record 24069 / film 1074439, periode 1488-1494, folio 92 recto, datum 1 april 1492.
Stadsarchief Izegem, Archief Pieter Pruim. Ongedateerde kaart van de heerlijkheid Rode op het grondgebied van Oekene en Rumbeke, vermoedelijk 1623.
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad, nr. 1882 (aanvraag voor de oprichting van een koren- en oliewindmolen door Bernard Boucquet in de heerlijkheid Rode te Oekene, 1770)
Werken
Geert Hoornaert, "De heerlijkheid Rode op Kachtem, Emelgem, Izegem, Oekene, Rumbeke, Roeselare", Ten Mandere (Heemkundige Kring Ten Mandere - Izegem), jrg. 47, nr. 139, 2007, nr. 3, p. 3-51.
Karel De Flou, "Toponymisch woordenboek van Westelijk Vlaanderen (...), onder het lemma "Cuerenbrugghe". Zijn bron, het landboek van Kachtem uit 1474, bestaat niet meer.