Molenechos's Homepage Molenechos.org

Molen bij de Oudenaardepoort

Deinze, Vlaanderen, West-Vlaanderen

Verdwenen molen

Karakteristiek

Naam
Molen bij de Oudenaardepoort, Molen bij de Tolpoort
Ligging
Tolpoortstraat
9800 Deinze
oostzijde
50 m ten N v.d. verdwenen Tolpoort
Vlaanderen - West-Vlaanderen
Gebouwd
tuusen 1694 en 1744
Verdwenen
tussen 1809 en 1830
Type
Staakmolen
Functie
Korenmolen
Bescherming
niet
Database nummer
5832

Beschrijving / geschiedenis

De Molen bij de Tolpoort (Holpoort, Oudenaardsepoort) of de Vestingmolen I was een houten korenwindmolen aan de oostzijde van de huidige Tolpoortstraat, destijds op de stadswallen, achter de stadsgracht, op 50 meter ten noorden van de Oudenaarde-, Hol- of Tolpoort (stadspoort, gesloopt in 1860).

De staakmolen met open voet werd opgericht tussen 1694 en 1744: nog niet aangeduid op de fortificatiekaart van Goubet (1694), maar wel op een plan van Deinze uit 1744, op het Landboek van Deinze-binnen uit 1765 en op de Ferrariskaart (ca. 1775) met het bruin symbool van een staakmolen.

In 1782 stond naast de windmolen ook een graanrosmolen, volgens een verhuursaankondiging uit de Gazette van Gend van 25 juli 1782 en de weergave op de Markizaatkaart van Deinze van 1786. Ook op de kaart van Louis Capitaine uit 1795 staat de molen nog duidelijk weergegeven.

Jan-François Claeys, 36 jaar en sinds 1792 te Deinze gevestigd, bemaalde deze molen in 1796. Hij werkte met 2 knechten: Piere Brungier en François Dhuygelaere. 

Balthazar-Philippe de Mérode, markies van Deinze, leende op 5 maart 1781 een geldrente van 6100 florijnen aan 4 % van Ferdinand van Wonterghem, handelaar te Deinze, te verhalen op:
1. De Hoge Molen op een motte bijde Brugse Poort met uitgang naar de Markt.
2. De windmolen bij de Oude Poort met een motte (de Vestingmolen I), oost en zuid de vesting.
3. Twee rosmolens bij de Brugse Poort en de Oudenaardse poort
4. Een stuk grond van 116 roeden, geheten de Molenmotte, oost en noord aan een dwarsweg (de oude motte van de daar verdwenen Schorsbergmolen.

Rond 1800 was de molen nog steeds eigendom van de laatste markies van Deinze.

In de herberg het Canto, bij Engelbert Callier op de Markt te Deinze, werd op woensdag 29 september 1802 publiek verpachting gehouden van twee korenwindmolens, met hun respectieve rosmolens; de ene molen staat aan de Brugse Poort, de andere nabij de Holpoort ("Gazette van Gend", nrs. 883 en 888 van 2 en 20 september 1802, of 15 fructidor en 3e compl. dag van het jaar X).

Vanaf 1 januari 1809 was deze molen verpacht aan Frans-Eugène d'Hont voor een periode van 6 jaar, voor een jaarlijkse pachtsom van 489 frank. De schattingsprijs bedroeg 5404 frank. Het huurrendement bedroeg toen dus 9 %.

Volgens de Gazette van Gend van 13 november 1809 werd de korenwindmolen met bijhorende rosmolen staande "by de Audenaarsche Poorte" (= Tolpoort) te koop aangeboden. Hij werd op 6 december 1809 verkocht door notaris Van de Keere en rechter de Caigny. Het was een verplichte verkoop bij een rechterlijke beslissing.

De molen verdween nog voor 1830.

Luc GOEMINNE

Literatuur

Gedrukte bronnen
- "Gazette van Gend", 25 juli 1782 (verhuursaankondiging)
- "Gazette van Gend", 29 oktober, 2 en 5 november 1789 (verhuursaankondiging)
- "Gazette van Gend", nrs. 883 en 888 van 2 en 20 september 1802, of 15 fructidor en 3e compl. dag van het jaar X).
- "Gazette van Gend", 13 november 1809 (verkoopsadvertentie)

Werken
- A. Cassiman, Geschiedenis der Stad Deinze, (Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XX-XXI, 1953-1954, p. 166).
- Goeminne Luc, "Windmolens en rosmolens te Deinze-binnen", in: Geschiedkundige Kring Deinze, jaarboek 2011, p. 91-126
- Goeminne Luc, De windmolens op Deinze-buiten, Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXXI, 2004, p. 481-492.