Draaibrugmolen
Steenkerke (Veurne), Vlaanderen, West-Vlaanderen
- Naam
- Draaibrugmolen, Cambiersmolen, Molen Cambier
- Ligging
- Ieperse Steenweg 120
8630 Steenkerke (Veurne)
oostzijde
ten N van Steengracht West
Draaibrug
1,6 km ZW v.d. kerk
kadasterperceel C107
Vlaanderen - West-Vlaanderen
- Gebouwd
- 1788
- Verdwenen
- 1923 - 14 februari, storm
- Type
- Staakmolen
- Functie
- Korenmolen
- Bescherming
- niet
- Database nummer
- 5104
Karakteristiek
Beschrijving / geschiedenis
De Draaibrugmolen was een houten korenwindmolen op wal aan de oostzijde van de Ieperse Steenweg (nr. 120), aan de noordzijde van de brug over de Steengracht (straat Steengracht West), op 1,6 kilometer ten zuidwesten van de kerk van Steenkerke.
De staakmolen werd opgericht bij octrooi van 24 oktober 1788 aan molenaar Frans Vlamynck.
Eigenaars:
- 1788, oprichting: Vlamynck Frans, molenaar
- voor 1834, eigenaar: Rabaut Joseph Jacques, bankagent te Veurne
- 28.05.1845, erfenis: Rabaut Marie, echtgenote Ollevier Auguste Philippe, eigenares te Veurne (overlijden van Joseph Rabaut - de huurder was Ghyselen Pierre)
- 20.05.1886, erfenis: de kinderen (overlijden van Marie Rabaut)
- 18.10.1886, deling: Ollevier Alfred, rechter bij de rechtbank van eerste aanleg, te Ieper (notaris Debrauwere); huurder-molenaar tot en met zijn ongeval op 9 augustus 1890 was Cambier Edmond
- 02.11.1923, erfenis: a) Dubois Louis (voor naakte eigendom), eigenaar te Templeuve en b) Ollevier-Masson Alfred, de weduwe (voor vruchtgebruik), eigenares te Watermaal (overlijden van Alfred Ollevier)
Op donderdag 7 augustus 1890 geraakte molenaar Edmond Cambier ernstig gewond op de molen. De "Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen" van 9 augustus 1890 meldt: "De molenaar E. Cambier te Steenkerke, was donderdag laatst bezig met zijnen molen te ontzeilen toen hij plotseling door de hekkens medegerukt en zoo in de ruimte medegeslingerd werd. Men heeft hem met een gebroken arm en been opgenomen en aanstonds de H. Olie toegediend. Volgens alle waarschijnlijkheid zal hij zijne bekomen kneuzingen niet lang meer overleven." Een week later op 16 augustus was de molenaar overleden.
De weduwe van Edmond Cambier hertrouwde met Leopold Goudsmid. Charles (Karel) Cambier, één van de kinderen uith et eerste huwelijk, nam de molen over.
Op het molenerf voltrok zich ooit een liefdesmoord.
Op aswoensdag 14 februari 1923 waaide de Cambiersmolen om tijdens een plotse geweldige windhoos. Molenaar Karel Cambier woonde juist een molenaarsvergadering in Veurne bij toen de ramp plaatsgreep. De molen werd niet meer heropgebouwd en Karel Cambier ruilde Steenkerke voor Diksmuide.
De restanten van de teerlingen zijn nog zichtbaar.
Lieven DENEWET, Jozef AMEEUW & Herman HOLEMANS
Literatuur
Archieven
Algemeen Rijksarchief Brussel, Financiële Raad (dossier oprichting 1788).
Gedrukte bronnen
Gazette van Brugge en der provincie West-Vlaanderen, 9 aug. 1890 (genoteerd door L. Denewet)
Werken
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 7. Gemeenten S-U, Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2003, p. 53.
Jozef Ameeuw, Molens van Veurne-Ambacht, Veurne, De Klaproos, 2004.
Lorthiois Jacques, "Flandre Occidentale. Meuniers et moulins de West-Flandre", L'Intermédiaire des Généalogistes, n° 170, XXIX, 1974, 2, p. 116-126 (123).
Mailbericht
Rik Degraeuwe, 15.10.2016 (over een liefdesmoord op het molenerf en de aanwezigheid van restanten van de teerlingen).