Molenaarsmolen

De Molenaarsmolen of het "Stampkot van Oudenaarde" (vanwege zijn ligging aan de weg naar Oudenaarde) was een houten oliewindmolen aan de zuidzijde van de Stasegemsesteenweg, op de noordzijde van het kanaal Kortrijk-Bossuit, ten oosten van de spoorweg Kortrijk-Gent.

De molen werd gebouwd voor 1365: "tot in de Langhemeer gaende up den Audenaertsen wech tot ter Olimolen" (1365).
Op de  "Caerte van de Schellebrouck Tiende" uit 1646 vinden we de benaming het "Stampcot van Audenaerd".

In 1762-1763 behoorde de molen toe aan de erfgenamen van Augustin Kint. Die had rond 1760 een octrooi op zijn molen verkregen.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Delaroyère Constant, olieslager te Kortrijk (ook eigenaar van een molen te Menen, weg naar Brugge)
- later, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Constant Delaroyère)
- 15.06.1868, verkoop: Vandeputte François, landbouwer te Harelbeke (notaris Crouckhants)
- later, erfenis: de kinderen: a) Vandeputte Louis, handelaar te Harelbeke en b) Vandeputte Françoise, echtgenote Dejaegher André, landbouwer te Moorsele (overlijden van Francis)
- 06.05.1860, verkoop: Vandeputte-Vannnieuwenhuyse Pieter, landbouwer te Kortrijk (notaris Buysens)
- 20.11.1881, erfenis: Vandeputte Adolphe, olieslager te Kortrijk
- 30.03.1887, verkoop: Minet-Cavenalle Victor Leonard, houtkoopman te Kortrijk (notaris Van Steenhuyse).

In de legger van P.C. Popp (ca. 1860) wordt de oliemolen vermeld als van derde categorie.

Houtkoopman Victor Leonard Minet uit Kortrijk kocht de molen in 1887 met de bedoeling het hout te gebruiken voor zijn eigen bedrijf. In 1888 werd de molen dan ook gesloopt. Van de molen bestaat een oude foto uit 1864.

Lieven DENEWET & Pierre MATTELAER

"Caerte van de Schellebrouck Tiende", 1646.
Rijksarchief Kortirjk, Oud stadsarchief Kortrijk, "Beschrijvinge, behelsende de Naemen... ghestaen ende ghelegen in de prochie van Cortryck Buyten, roede van de XIII Prochien", C. Steur (1762-1763, voleindigd in 170).
Holemans Herman, Westvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980. Deel 4. Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997.
Mattelaer Pierre, "De Kortrijkse molens", De Leiegouw, XVIII, 1976, p. 323-352.
Mattelaer Pierre, De windmolens van Kortrijk, De Leiegouw, LIII, 2011, 1, p. 5-77.
Th. de Limburg-Stirum, "Coutumes des pays et comté de Flandre. Coutumes de la ville et châtellenie de Courtrai", Brussel, 1905 (vermelding uit 1365).
F. Debrabandere, "Kortrijkse plaatsnamen", p. 174.
Torie Mulders (pseudoniem van Hector Vindevogel), "De windmolens tussen Schelde en Leie", in: Handelingen van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, XXII, 1946-1948, p. 46-107 (70).