Molen Van den Berghe

Deze houten korenwindmolen bevond zich oorspronkelijk  vlakbij de kerk (cfr. de huidige straatnaam Oude Molenweg).

In 1740 werd hij verplaatst naar de Oostendse Steenweg, op de hoek met de Dorpsweg, op 700 meter ten noordoosten van de kerk. Op een balk stond de datum van de heropbouw te lezen: 14 juli 1740.

Eigenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: Devos Petrus, molenaar te Meetkerke
- 1838, verkoop: Devos-Claeys Eugenius, molenaar te Meetkerke (notaris Claerhoudt - registratie op 25.10.1838)
- 28.04.1871, verkoop: Dutoit Karel, landbouwer te Meetkerke (notaris Proot)
- 21.10.1871, verkoop: Devos Eugenius, molenaar te Meetkerke (notaris Proot - "eenen schoonen kloeke en welgekalanden koornwindmolen gebouwd op steenen torenkot, dienende voor magazijn")
- na 1872, erfenis: de erfgenamen (overlijden van Eugenius Devos)
- 27.05.1876, deling: Devos-Claeys Lodewijk, zonder beroep te Meetkerke (notaris Proot)
- 08.04.1885, verkoop: Schaeverbeke-Coppens Jan, eigenaar te Brugge (notaris Pollentier - steenen koornwindmolen - sic)
- 25.11.1887, deling: a) Schaeverbeke-Coppens Jan (voor vruchtgebruik), eigenaar te Brugge en b) Schaeverbeke-Coppens Jan, de kinderen (voor naakte eigendom) (notaris Van der Hofstadt)
- 17.10.1890, einde vruchtgebruik: Schaeverbeke-Coppens Jan, de kinderen (overlijden van Jan Schaeverbeke)
- 10.10.1891, verkoop: Claeys-Van den Berghe Achiel, de weduwe, brouwster te Brugge (notaris Termote)
- 17.12.1904, verkoop: Vanneste-Van den Berghe Medard, molenaar te Brugge (notaris Depauw)
- 30.07.1921, verkoop: Van den Berghe-Maenhout Camillus Gustavus, landbouwer te Meetkerke (notaris Verté)

De laatste eigenaar-molenaar was Camile Van den Berghe.

Hem overkwam in april 1927 het ergste wat een molenaar beleven kan: een dodelijke wiekslag die zijn driejarig zoontje Gilbert trof. Ziehier wat het Brugsch Handelsblad van 30 april 1927 erover berichtte: "In de St. Josef’s Kliniek alhier (Brugge) is de 3-jarige Gilbert Vanden Berghe,Hem die dezer dagen te Meetkerke doodelijk aan het hoofd gewond werd, ten gevolge van een slag van een molenwiek."

Camile Van den Berghe legde de molen stil in 1936. Daarop werden geen herstellingen meer uitgevoerd en geraakte de molen in verval. Het maalderijgebouw waarin een motor was geplaatst, brandde in de winter van 1937-1938 totaal uit en werd niet meer hersteld.

In 1942 volgde de sloop van de staakmolen.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Gedrukte bronnen
- Brugsch Handelsblad, 30.04.1927 (dodelijke wiekslag).

Werken
Croes F., Bijdrage tot de geschiedenis van de Vlaamse kustvlakte: De Blankenbergse Watering, Bronnen, bewoningsgeschiedenis en institutionele aspecten, s.l., 1992, p. 56.
Pollet J., Toponymie van Meetkerke met een geschiedkundige schets, Brugge, 1942.
Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-O, Rotem, Ons Molenheem, 1999.
C. Devyt, De Westvlaamse windmolens in de oorlogsjaren, Biekorf, 1945.
M. Coornaert, Een overzicht van de molens in het Noordvrije, in: Liber Amicorum René De Keyser, Speciale uitgave, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago, 1985, p. 43-78.
J. Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in Rond de poldertorens, jg. 47, nr. 2, 2005.
"Verdwenen molens", Ons Heem, XIV, 1959, p. 69.

Mailberichten
- Caroline Schaeffer, 23.07.2025 (signalement molenongeval 1927)